Tekst: Stijn de Vries
Godsdienstsocioloog Saskia Glas (28) deed onderzoek naar homo-acceptatie onder moslims en won meerdere prijzen voor haar scripties. Maar een belegen en doodsaaie expert? Dat is ze allesbehalve. “Had ik in één maand tijd ineens tien eerste dates.”
CV
2020 - heden Werkt als godsdienstsocioloog en postdoc aan de Radboud Universiteit
2020 Gepromoveerd aan de Radboud Universiteit
2016 - 2018 Won meerdere prijzen voor haar scripties
2016 Studeerde af aan de Radboud Universiteit
1992 Geboren in Arnhem
Waarom schuif je bij Aan Tafel aan om over de LHBTQI+ community en religie te praten?
“Omdat ik onder meer onderzoek heb gedaan naar religie en homoacceptatie. Dat blijf ik een interessant onderwerp vinden, ook omdat er zoveel over wordt gezegd in de media. Daarnaast zijn er een heleboel mensen met een mening over dit thema. Ik wilde weten hoe het nou écht zat en wat de cijfers over homoacceptatie onder religieuze mensen zouden zeggen. Daarom begon ik met mijn onderzoek.”
Wat was de opvallendste uitkomst?
“Dat religie best vaak samen kan gaan met homoacceptatie. Natuurlijk is het ook zo dat religie ervoor kan zorgen dat iemand tegen homoseksualiteit is. Maar uit mijn onderzoek bleek dat bepaalde religieuze uitingen prima samengaan met homoacceptatie. Het is bijvoorbeeld niet zo dat je homo’s eerder als zonde ziet als je vaker naar de moskee gaat dan andere moslims. Gelovigen kunnen bijvoorbeeld de Koran heel letterlijk lezen, en alsnog homoseksuele mensen tolereren.”
Wat moeten we volgens jou zeker bespreken in Aan Tafel?
“Ik hoop dat we dit onderwerp van alle kanten kunnen benaderen. Het is makkelijk om meteen te zeggen dat religie en de LHBTQI+ community sowieso niet samen kunnen, of dat het juist makkelijk kan. Het is niet eenzijdig. Beide kanten van het verhaal moeten verteld worden: de kant die tegen de stelling is en de kant die voor is. Er zijn nou eenmaal LHBTQI’ers die steun vinden bij religie, terwijl anderen worden verstoten uit hun gemeente. Die verschillende ervaringen moeten aan bod komen.”
Eens. Door naar de Baksteen-vragen. Wat is jouw breekpunt?
“Ik denk dat mijn breekpunt wordt bereikt als ik mensen zie die intolerant zijn naar anderen. Met zulke types is vaak geen discussie meer te voeren. Zij erkennen op een gekke manier een ander persoon niet meer als een mens met gevoelens.”
Wat zou je willen slopen met een Baksteen?
“Mensen die intolerant zijn. Nee, geintje. Ik zou het oude gebouw van onze universiteit willen slopen, maar dat is toevallig recent al gebeurd. Dat gebouw was net een bunker: zó lelijk. En computers die sloom zijn wil ik ook graag slopen met een baksteen. Er is niets erger dan wachten op een trage computer.”
Waar zou jij graag je steentje aan willen bijdragen?
“Mijn nieuwe onderzoek gaat over de integratie van minderheden en migranten in Nederland. Ik zou daar mijn steentje aan willen bijdragen: uitvinden wanneer mensen wél kunnen integreren en wanneer het niet werkt. Wat helpt nou om nieuwe Nederlanders zich sneller thuis te kunnen laten voelen? Dat wil ik onderzoeken.”
Op wie kan jij bouwen?
“Mijn zus. Ze is maar één jaar ouder, we zijn al van kleins af aan erg close. Ik kan alles bij haar kwijt. Ik hoop dat ze weet dat ze ook op mij kan bouwen.”
Wie is jouw rots in de branding?
“Mijn vriend. We zijn een team samen. Dat is echt een lame antwoord, hè? Maar het is wel zo. Tijdens deze pandemie heb ik veel aan hem gehad. Ik vond het mentaal best zwaar, heb maandenlang alleen maar thuis kunnen werken. Zelfs als mijn lontje helemaal op is na een lange Zoom-dag en ik alles en iedereen haat, is mijn vriend er nog voor me.”
Lief, hoor. Tot slot wil ik nog een steengoed verhaal uit je leven horen.
“Nu we ‘t toch al over hem hebben: ik heb mijn vriend drie jaar geleden leren kennen via Tinder. In één maand tijd had ik tien eerste dates omdat ik na mijn vorige relatie ineens weer helemaal klaar was om te daten. Daarom ging ik er voor. De eerste negen dates waren niets, de laatste date was met mijn huidige vriend. Ik wist meteen: hij is écht leuk. Binnen twee weken hadden we officieel een relatie. Best een goed verhaal, toch?”