De eerste twee dagen van de Tuinvogeltelling zitten er op. Het beeld dat nu naar voren komt is dat het er op lijkt dat de merel zich aan het herstellen is van het usutu-virus. Ten opzichte van vorig jaar is het aantal merels iets toegenomen, maar in vergelijking met eerdere jaren zijn er duidelijk nog minder merels bij de Tuinvogeltelling.
De zang van de merel is in 2014 bij Vroege Vogels nog verkozen tot het mooiste natuurgeluid. Toch is het gezang in steeds minder tuinen te horen. Stadsvogeldeskundige Jip Louwe Kooijmans van Vogelbescherming: “In 2006 zagen deelnemers van de Tuinvogeltelling gemiddeld meer dan 3 merels in hun tuin. Dat aantal is inmiddels gedaald naar 2 a 2,5. Ook het aantal tuinen waarin merels leven is gedaald. Vorig jaar was de merel in minder dan 7 op de 10 tuinen te zien, waar voorheen de merel in bijna alle tuinen te zien was. Een duidelijk signaal dat er minder merels zijn.”
Milde winters en de merel-ziekte
De reden daarvoor is tweeledig. Doordat onze winters langzaam zachter worden, hebben merels uit Noordwest-Europa de laatste jaren waarschijnlijk minder behoefte om naar het zuiden te trekken. Daarnaast waart het usutu-virus sinds 2016 rond, in de volksmond ook wel de merel-ziekte genoemd, waardoor het aantal merels is afgenomen.
Elke tuin een mereltuin!
Voor een sterke populatie die het virus kan weerstaan
kan de merel alle hulp gebruiken
. En iedereen kan heel eenvoudig helpen. Jip Louwe Kooijmans: ”Merels zijn dol op appels. Dus leg eens wat restjes fruit in de tuin. Met een rommelhoekje en een stukje gras helpt u ze ook bij het zoeken naar eten. Merels broeden in dichte struiken en klimplanten, plant bijvoorbeeld een klimop tegen de schutting aan.”
Zondagavond 27 januari maakt Vogelbescherming de voorlopige resultaten bekend. Dan zien we ook of de merel verder is weggezakt in de top 10. De definitieve resultaten zijn maandagmiddag 28 januari bekend.
Bron: Vogelbescherming Nederland