Op 25, 26 en 27 januari 2019 is het weer zover: de jaarlijkse Nationale Tuinvogeltelling! Vorig jaar, in 2018, deden er meer dan 65.000 mensen mee. Net als vorige jaren werd toen de huismus het meest geteld. Het viel ook op dat er veel minder merels werden gezien.
Samen met Sovon Vogelonderzoek Nederland organiseert Vogelbescherming dit grootste citizen science project van Nederland.
De Nationale Tuinvogeltelling
is een momentopname van de aantallen vogels die in Nederlandse tuinen aanwezig zijn. Deze resultaten geven in combinatie met gegevens van vorige jaren een beeld van de ontwikkelingen in het belang van tuinen voor vogels.
Hoe doe je mee?
Tel op vrijdag 25, zaterdag 26 of zondag 27 januari een half uurtje de vogels die je voorbij ziet komen in je tuin of op je balkon. (Tip: download de tellingskaart)
Overvliegende vogels tellen niet mee.
Schrijf alle waarnemingen op, maar tel ze niet bij elkaar op omdat je dan de kans hebt om dezelfde vogel dubbel te tellen. Noteer alleen het hoogst aantal dat je tegelijkertijd in de tuin ziet zitten. Dus: zie je 2 pimpelmezen tegelijk, en na een paar minuten 5 pimpelmezen? Noteer dan 5 pimpelmezen.