© Netflix
Ook Titus Welliver kan met een gastrol als Lex Luthor deze gemankeerde superheldenreeks niet redden.
Tegenwoordig is het vrij gebruikelijk dat filmstudio’s hun franchises tot op het bot exploiteren. Zo introduceerde Disney de laatste jaren met wezenlijk succes een keur aan Marvelseries (zie WandaVision en Loki). Warner Brothers is de eigenaar van DC comics en heeft superhelden als Superman en Batman in huis. Daar wordt in de superheldenreeks Titans, die uit de koker komt van Warner en DC, voortdurend aan gerefereerd.
Personages krijgen een bericht van Batman, of zien waar Superman zich op een bepaald moment begeeft. Kortom, de echte helden die er toe doen zijn afwezig. En de kijker moet het doen met de tweede garnituur.
© Netflix
Titans is in die zin vanaf het prille begin in 2018 nooit memorabel geweest. Het is een serie die bestaat bij gratie van dat kleine misschien wel weinig kritische deel van de fans dat zich graag wil onderdompelen in de DC-verhaalwereld. De reeks oogt bovenal gekunsteld, ook in het vierde seizoen. Zo is te zien hoe Lex Luthor (een gastrol van Titus Welliver uit Bosch) wordt aangevallen door een overduidelijk door computereffecten gecreëerde slang. Welliver valt trouwens op in de openingsaflevering: hij is een goede acteur die wordt omringd door jonge nieuwkomers. Maar ook Welliver kan de serie niet naar een hoger niveau tillen.
© Netflix
En waar draait dit alles om? Tja, de wereld moet gered worden. En Conner Kent (Joshua Orpin) wil graag zijn papa, Superman, eens in levende lijve zien. Daarnaast wordt de suggestie gewekt dat er misschien op Tamaran, de thuisplaneet van Koriand’r (Anna Diop), nog iets zal afspelen. Het lijkt er evenwel op dat de inzet hoog is. Hoewel de makers er niet in slagen om die spanning invoelbaar te maken. Het is maar goed dat de reeks eindigt met dit vierde deel.
Titans S04, vanaf 25 juni bij Netflix
Ontvang elke werkdag de beste kijktips met de Avondeditie-nieuwsbrief