Daar waren we dan, op weg naar het ziekenhuis waar ik de uitslag zou krijgen van mijn hersenscan. Deze keer was ik heel wat zenuwachtiger, ook vanwege de hele crew van Over Mijn Lijk die erbij was. Het voelde eigenlijk alsof er iets méér ging gebeuren. Tim vroeg nog wat ik dacht dat er zou komen, maar mijn gedachten waren niet heel positief. ‘Ik weet het niet… Ik heb mij wel eens beter gevoeld voor een scanuitslag.’ antwoordde ik. Dat was nog waar ook, andere keren voelde ik mij positiever voor zo’n uitslag. Zou het een met het ander te maken hebben?
We liepen naar binnen, namen plaats in de wachtruimte en het aftellen begon. Tim praatte nog met mij en m’n moeder, wat een fijne afleiding was. Het ging over algemene dingen, althans voor ons dan. De dood en zo, je kent het wel. De minuten tikte voorbij en ik werd steeds zenuwachtiger.
Eindelijk kwam de neuroloog mij halen en we gingen haar spreekkamer in. ‘Tsja Irene… ik heb slecht nieuws voor je,’ begon ze. Shit! Shit-shit-shit! Dit is echt niet de eerste zin die je van je dokter wilt horen. Hier had ik totaal niet op gerekend. Vervolgens begon ze een heel verhaal met wat er allemaal niet goed was in mijn hersenen. Eigenlijk hoorde ik op dat moment al helemaal niets meer. Ik weet dat haar woorden binnenkwamen en voelde ze er net zo snel weer uit mij gaan. Ik zat daar, en met mijn handen wreef ik over mijn gezicht. Ik begon ook te trillen, totaal niet beseffend wat ik zojuist te horen had gekregen. Mijn moeder had het slechte nieuws duidelijk eerder door dan ik, zij kon een traantje niet bedwingen. Mij lukte dat niet. Langzaam begon ik te beseffen welk nieuws ik zojuist had gekregen. De chemo werkte dus niet meer, we moeten door naar een nieuwe chemo. Eh… pfff, oké, dat kan ik denk ik nog wel aan. Let’s go.
Wat gebeurt er eigenlijk op zo’n moment? In eerste instantie een hele hoop. Tim beschreef het al, alle zuurstof verdwijnt uit de ruimte. En dit was ook daadwerkelijk zo, zelfs tot buiten het ziekenhuis. Ik had geen zuurstof, geen ademruimte, geen mogelijkheid meer om lucht bij te happen. Mijn hoofd bleef in dat moment zitten. Shit-shit-shit! Ik zat erin opgesloten. Maar na een tijdje begon het stof wat neer te dalen. Wat gebeurde er nou écht op het moment dat ik het slechte nieuws kreeg? Ik zat in de auto richting huis en overdacht wat ik zojuist te horen had gekregen. En daarna dacht ik aan het stoïcijnse spreekwoord. Memento Mori, gedenk te sterven. Wat was er nu eigenlijk voor mij veranderd? Ik had al borstkanker gehad met alle nare behandelingen die erbij hoorden, ik was al kaal geweest en nu kwam dit erbij. Ik wist al dat ik ging sterven, dat was dus niks nieuws. En er veranderde dus eigenlijk helemaal niks. Ik moest nu overstappen op een andere chemo, dat was eigenlijk alles. Verder veranderde er weinig voor mij. Behalve dan mijzelf bijeen rapen, mijn schouders eronder zetten en er gewoon weer vol voor gaan. Maar allereerst: nog een stukje harder gaan genieten van het leven. Ik was immers alweer een stapje dichter bij de dood.
In de dagen hierna heb ik flink geworsteld met mijn gevoelens. Eigenlijk zou ik willen schrijven ‘hierover zitten nadenken’, maar dat klopt ook weer niet. Ik hoefde er niet over na te denken, maar het moest dalen in mijn brein, neerkomen in mijn hoofd. Dit kostte ook wat extra tijd, wist ik vanuit mijn neuroloog. Ze vertelde namelijk dat de uitzaaiingen ook een duidelijk effect hebben op mijn denkvermogen. Ook dat nog! Toen het een en ander was bezonken heb ik het er met vrienden over gehad en gelukkig hebben we er ook nog lekker over gegeind. Ik ben echt ontzettend blij dat we dat überhaupt kunnen doen! Dat maakt dit proces toch een heel stuk lichter.