In aanloop naar de verkiezingen riepen verschillende partijen dat de zorg 'onbetaalbaar' dreigt te worden. Maar hoe ernstig is de situatie werkelijk? En wat betekent dit voor mensen die nu al zorg mijden vanwege de kosten?
Volgens gezondheidseconoom Xander Koolman zijn de politieke doemscenario's overdreven. De stijging van de zorguitgaven gaat al jaren ongeveer gelijk op met de groei van de economie. Wél staan de overheidsfinanciën onder druk door andere posten, zoals defensie. Maar het beeld dat de zorg een steeds grotere hap uit het inkomen neemt, klopt volgens Koolman niet.
VVD-lijsttrekker Dilan Yeşilgöz beweerde dat Nederlanders in 2040 "meer dan de helft van hun inkomen" kwijt zouden zijn aan zorg. Dit werd door journalist en opiniepeiler Gijs Rademaker bevestigd in het RTL-verkiezingsdebat.
Maar aan die interpretatie schort het één en ander, stellen verschillende deskundigen in een analyse waarin RTL Nieuws en de NOS ervan worden beticht "in een spookcijfer te zijn getrapt".
"Dat is selectief shoppen in cijfers", zegt gezondheidseconoom Koolman. Ze gaan voorbij aan hoe lasten werkelijk verdeeld worden.
Koolman vervolgt: "Het klopt dat mensen met een modaal inkomen relatief veel zorgpremie betalen. Dit omdat zorg vooral via premies wordt gefinancierd, terwijl onderwijs en defensie via belastingen vooral door hogere inkomens worden betaald. Maar uiteindelijk draagt iedereen gezamenlijk bij aan alle collectieve uitgaven. Het gaat burgers vooral om wat ze netto overhouden, niet om welke euro naar welk overheidsdomein gaat."
Het verkiezingsvoorstel om het basispakket op slot te zetten, blijkt in de praktijk vrijwel onmogelijk. Koolman ziet wel ruimte om de toelatingsprocedure voor nieuwe zorgvormen te verbeteren, maar een complete bevriezing is volgens hem simpelweg "niet realistisch".
De veelgenoemde 7,3 miljard euro waar het CPB op uitkwam, is volgens Koolman bovendien verkeerd begrepen. Het ging om een theoretische rekensom, niet om een concreet uitvoerbaar plan.
Kinderarts en hoogleraar prof. dr. Clara van Karnebeek is verbonden aan het Amsterdam UMC. Ze is gespecialiseerd in levensbedreigende metabole ziekten. Van Karnebeek noemt het bevriezen van het basispakket "onvoorstelbaar en niet realistisch". Zonder voortdurende uitbreiding van het basispakket zouden baanbrekende ontwikkelingen zoals immuuntherapie, HIV-medicatie en nieuwe antibiotica nooit zijn vergoed.
In haar praktijk ziet ze hoe innovaties levensreddend kunnen zijn. Zo kon ze dankzij moderne DNA-technologie een ernstig ziek meisje van drie correct diagnosticeren en behandelen. Inmiddels is het kind zes jaar oud en is haar kwaliteit van leven aanzienlijk verbeterd.
Volgens Van Karnebeek wil niemand het basispakket écht op slot zetten, maar wel betaalbaar houden door kritisch te bekijken wat werkt. Artsen moeten durven stoppen met behandelingen die weinig opleveren en moeten duidelijkere criteria ontwikkelen om effectiviteit te beoordelen. Dat bespaart kosten én maakt ruimte voor nieuwe, effectieve therapieën.
"Slim vernieuwen en eerlijk evalueren is precies het tegenovergestelde van bevriezing", zegt ze.
Voor de Patiëntenfederatie is het bevriezen van het basispakket onacceptabel. Volgens directeur Arthur Schellekens gaat er vooral veel mis in de organisatie van de zorg: slechte samenwerking, inefficiënte processen en verkeerde financiële prikkels.
Patiënten wachten volgens Schellekens onnodig lang op zorg, krijgen niet de vorm van behandeling waar ze om vragen of ze worden van het kastje naar de muur gestuurd. Dat leidt tot verspilling van tijd, geld en capaciteit.
Uit onderzoek van de Patiëntenfederatie blijkt dat ruim één op de vijf mensen zorg ontwijkt omdat ze bang zijn voor kosten of het eigen risico niet kunnen betalen. Dat gaat dus om ruim 20 procent.
Veel mensen gaan zelfs niet meer naar de huisarts om te voorkomen dat ze worden doorverwezen naar duurdere zorg. Vooral tandzorg wordt massaal uitgesteld of zelfs helemaal gemeden.
Sommigen reizen naar het buitenland voor ingrepen die in Nederland vele malen duurder zijn. Dat is volgens de Patiëntenfederatie "een zorgelijke trend die duidt op een groeiende ongelijkheid."
Xander Koolman wijst erop dat de stijging van het eigen risico in het verleden direct leidde tot minder ziekenhuisbezoeken. Zelfs huisartsbezoeken daalden doordat mensen bang waren dat een doorverwijzing te veel zou kosten.
Volgens hem is dat een duidelijke indicatie dat financiële drempels zorgen voor tweedeling in toegang tot zorg.
In de reportage van Kassa vertellen Marleen en sociaal maatschappelijk werkster Sher Molly hoe mensen in financiële stress structureel zorg mijden.
Marleen woont in Schiedam. Ze komt rond van een bijstandsuitkering maar doet veel vrijwilligerswerk, onder andere bij een doel dat spullen weggeeft aan minima. Ze vertelt: "Er is een periode geweest dat ik helemaal niets kon betalen. Zelfs niet de dingen die ik écht nodig had voor mijn gezondheid. Mijn hartmedicatie zorgt ervoor dat bepaalde vitamines uit mijn lichaam worden getrokken, maar die vitamines krijg ik niet vergoed. Ze kosten 30 euro per pil, en ik moet ze direct afrekenen. Soms ben ik in één keer 90 euro kwijt."
Ze vervolgt: "Ik heb geen aanvullende verzekering, die kan ik gewoon niet betalen. En dan komen er nog extra kosten bij, zoals het eigen risico en de eigen bijdrage. Ik dacht eerst dat het allemaal onder het eigen risico viel, maar toen bleek dat ik nog eens 250 euro extra per jaar moest betalen. Daar schrok ik van."
Sher Molly is maatschappelijk werkster en financieel coach in de Rotterdamse wijk Charlois. In haar werk ziet ze hoe zorgkosten een grote bron van problemen zijn bij gezinnen met een kleine portemonnee. Zij ziet veel gezinnen die noodzakelijke medische behandelingen uitstellen, ouders die geen tandzorg kunnen betalen voor hun kinderen en volwassenen die pas naar de dokter gaan als de situatie acuut wordt, met alle gevolgen van dien: verergerde klachten, schulden, depressie en soms dakloosheid.
De Landelijke Cliëntenraad pleitte eerder dit jaar voor 'Betaalbare zorg voor iedereen'. Een manifest werd door tien organisaties aangeboden aan tien politici van allerlei verschillende partijen.
Zorgverzekeraar Menzis maakte recent bekend het eigen risico voor de laagste inkomens volledig te willen afschaffen.
Voor gezondheidseconoom Xander Koolman is het belangrijkste dat het de ongelijkheid tussen gemeenten wegneemt. "Nu hebben sommige minima wel een goede gemeentepolis en anderen niet. Door dit landelijk te regelen, krijgen alle mensen met een laag inkomen dezelfde bescherming. Voor degenen met een chronische aandoening – voor wie het eigen risico elk jaar een zware last is – is dit bijvoorbeeld erg gunstig."
Koolman besluit: "Het voorstel is relatief goedkoop, uitvoerbaar én effectief voor zorgmijders en kwetsbare groepen. Er is een kans dat zelfs de VVD hierin mee zal gaan. Gemeenten hebben de middelen al om dit te regelen. Er zitten weinig haken en ogen aan."
Thema's:
Meer over:
zorgkosten, eigen risico, zorgmijder, zorgmijders, minima, minimuminkomen, betaalbaarheid, zorgpremieMeld je snel en gratis aan voor de Kassa nieuwsbrief!