
Nasrien (50) en haar dochter Miya (25) leven in armoede. Hoe is dat voor hen?
Miya draagt van jongs af aan zorgen: geldzorgen en de zorg voor haar zieke moeder. Inmiddels is Miya volwassen, maar dat betekent niet dat deze zorgen verdwenen zijn. Armoede blijft als een rode draad door haar leven lopen.
Nasrien: ‘Mijn ex-man, de vader van mijn vier kinderen, loog over zijn alcohol- en drugsproblemen en gebruikte fysiek en seksueel geweld. Mensen vragen vaak waarom ik bij hem bleef, maar ik was naïef en verliefd. Hij liet ons achter met schulden. Door mijn auto-immuunziekte kan ik niet werken, waardoor we nooit uit de armoede zijn gekomen.’
Miya: ‘Ik ben opgegroeid met de voedselbank en de kledingbank; ik ken niet anders. Ik heb nooit schaamte gevoeld; ik leefde vooral in angst, omdat mijn vader gewelddadig was. Ik was bang dat ik van mijn moeder zou worden weggenomen. Als wij geen brood hadden, maakte mijn moeder een soort ‘pannenkoeken’ van meel, water, gist en zout als vervanger. Maar school vond dat ‘ongezond’ en oneerlijk tegenover andere leerlingen. Daarom hield mijn moeder me voortaan thuis als het brood op was. Omdat ik vaak afwezig was, schakelde school instanties als Leerplicht en Veilig Thuis in. Die leken tegenover ons te staan in plaats van achter ons.’
Nasrien: ‘Toen mijn kinderen klein waren, was ik hun ogen, oren en mond. Mijn lichaam gaf het al op, maar geestelijk ben ik altijd blijven vechten voor hen. Nu ze volwassen zijn en zelf vertellen hoe zij hun jeugd hebben ervaren, breekt dat mijn hart. Miya is de oudste. Zij heeft van jongs af aan voor mij en voor haar broertjes en zusje gezorgd. Ze heeft nooit echt kind kunnen zijn.’
Miya: ‘Nee. Het klinkt een beetje stom, maar ik vond mezelf vroeger al te volwassen voor leeftijdsgenootjes. Omdat ik leefde in armoede, geweld en angst, had ik al snel door hoe de wereld in elkaar zit. Ik kon mezelf niet verplaatsen in hun humor of manier van plezier maken. Tot op heden heb ik daar moeite mee. Ik verzorg mijn moeder met plezier en liefde, maar soms is het wel pittig. Zeker omdat ik daarnaast ook gewoon nog studeer.’
Nasrien: ‘Ik heb me lang schuldig gevoeld tegenover mijn kinderen, maar gelukkig heb ik dat voor een groot deel kunnen loslaten. Ik weet dat het niet mijn fout is, maar die van mijn ex-man. Toch denk ik weleens: “Wat was ik dom dat ik hem geloofde.” Ik zeg nog vaak sorry tegen mijn kinderen.’
Miya: ‘Ik snap haar gevoel, maar ik heb haar nog nooit iets kwalijk genomen. Mijn moeder heeft er ook niet voor gekozen. Ze is ziek geworden door de stress van alles wat ze heeft meegemaakt.’
Miya: ‘Om heel eerlijk te zijn, heb ik de droom om uit de armoede te komen al opgegeven. Ik wil gewoon overleven. Op dit moment denk ik er nog niet aan om uit huis te gaan, ik heb gewoon geen bestaanszekerheid.
Zodra je achttien wordt, komt er ineens heel veel op je af. Je moet bijvoorbeeld je eigen zorgverzekering betalen. Daar schoot ik heel erg van in de stress, want ik had geen inkomen en de zorgtoeslag alleen is niet genoeg. Ik dacht echt: “Hoe ga ik dit in godsnaam betalen? Waar moet ik het geld vandaan halen?” Dat voelt wanhopig.
Dat herken ik ook bij mijn jongste broertje, Zakariyya. Hij is gisteren achttien geworden. Om twaalf uur ’s nachts zei hij: “Ik ben nog geen dag achttien en ik heb nu al schulden.” Hij heeft niet genoeg geld om zijn zorgverzekering aankomende maand te betalen. De tegemoetkoming voor scholieren krijgt hij pas een maand later van DUO.’
Nasrien: ‘Uit ons geloof, en uit elkaar. We doen leuke dingen samen. Wij hebben bijvoorbeeld een keer verstoppertje gedaan met de lichten uit; dan lijkt het kleine huis ineens gigantisch groot. Ik ben met al mijn kinderen heel hecht.’
Nasrien: ‘Het put me uit. Het maakt je creatief, maar vooral moe. Soms heb ik dagen waarop ik het liefst onder een deken wil kruipen en boos ben op de wereld. Ik wil verandering zien, maar dan moet de maatschappij wel meewerken. We delen ons verhaal al jaren in de media. Maar wat verandert er echt? Onze situatie is nog steeds hetzelfde. Het enige verschil is dat we nu zonder huiselijk geweld leven. Ik word ouder, zieker en kan steeds minder.’
Nasrien: ‘Omdat we weten dat het nodig is. We willen mensen bereiken die in een vergelijkbare situatie zitten, maar zich schamen om te spreken. Er wordt vaak óver mensen in armoede gesproken, niet mét hen. Politici werken langs elkaar heen. Nederland is een rijk land, maar ik heb mijn pan boven theelichtjes moeten houden om te koken. Dat is schrijnend. Ik wil de buitenwereld vertellen dat er mensen zijn die in armoede leven, ook in Nederland.’
Thema's:
Meld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!