“Als contentontwikkelaar sta je aan de wieg van een programma of concept, maar op een gegeven moment geef je je baby uit handen aan een redactie.”
Maak kennis met: Tessa van der Bie, contentontwikkelaar bij BNNVARA
Hoe ziet een gemiddelde werkdag er voor jou uit?
Het wisselt een beetje per dag. Doorgaans ben ik nu twee dagen op kantoor en dan zit m’n dag vaak vol met verschillende afspraken. Als contentontwikkelaar zweef je een beetje tussen de producenten non-fictie en de verschillende redacties en afdelingen. Mijn meetings variëren hierdoor van kansen vanuit de NPO overleggen met een producent tot een online plan bedenken voor een concept met de Centrale Webredactie tot een redacteur begeleiden met het uitwerken van hun idee.
Op de dagen dat ik thuis werk, ben ik vooral bezig met het researchen en uitwerken van verschillende concepten. Als ontwikkelaar heb ik zo’n tien tot vijftien projecten lopen in verschillende stadia van ontwikkeling, en daar moet nogal het een en ander aan gedaan worden voordat het ready is voor een producent om het bij de NPO te gaan pitchen. Veel schrijf- en herschrijfwerk, er moet design komen voor dat document en soms een moodtrailer in elkaar worden gezet. Dat soort werk doe ik doorgaans thuis.
Wat vind je het leukst aan werken bij BNNVARA?
Dat je met zo’n gedreven club mensen content mag maken. Als contentontwikkelaar sta je aan de wieg van een programma of concept, maar op een gegeven moment geef je je baby uit handen aan een redactie. Soms denk je tussendoor nog wel eens mee, maar in principe ben je zelf niet meer verantwoordelijk. Ik vind het altijd een tof gegeven, want negen van de tien keer wordt je idee beter gemaakt door de redactie, regisseur, editor en door wiens handen het verder nog gaat.
Daarnaast hebben we bij BNNVARA natuurlijk de hardste borrels en feestjes. Niet alleen leuk en gezellig, maar ook de beste gelegenheid om je collega’s op andere verdiepingen en van andere afdelingen te leren kennen.
Welke kwaliteiten maken jou perfect als contentontwikkelaar?
Als je bij contentontwikkeling werkt moet je vooral een dikke huid hebben. Veel van je ideeën en concepten gaan niet door, om wat voor reden dan ook. Dan moet je wel gemotiveerd blijven om voor je volgende project nog steeds dezelfde moeite erin te stoppen. En er wordt natuurlijk wel gekeken naar wie welke opdracht krijgt, maar het kan verkeren dat je wel eens iets op je bord krijgt wat je minder ligt dan je eigen interesse, maar dat moet er niet toe doen. Elk concept verdient dezelfde aandacht als iets waar je volledige passie bij ligt.
Verder denk ik dat het belangrijk is dat je echt houdt van televisie. Ik werk graag bij BNNVARA omdat er goed nagedacht wordt over meer dan alleen lineair, maar voor Ontwikkeling is dat wel echt de core business. Dat betekent dat je graag kijkt naar alles dat er gemaakt wordt: lineair op alle Nederlandse kanalen, maar ook internationaal en dat je actief investeert in kijken welke videocontent er wordt gemaakt op YouTube en socialemediaplatformen.
Waar ben je het meest trots op?
Dat we als BNNVARA altijd vooruitkijken. Dat is niet altijd even makkelijk, zeker omdat wij naar mijn idee vaak voorlopen op wat er kan en mag binnen de lijntjes van de NPO. Dat is natuurlijk vaak genoeg frustrerend, maar vergt ook weer de nodige creativiteit om te kijken hoe we dat vierkant dan toch door die cirkelvorm gaan drukken. En als dat geen optie is, dan toch met een dikke vinger een eigen YouTube-kanaal oprichten, net zoals met BOOS is gebeurd, omdat we het als omroep belangrijk vinden om jongeren op die manier te bereiken.
Als het gaat om concepten waar ik zelf aan (mee)gewerkt heb ben ik heel blij met hoe #DryJanuary is geworden. Dat concept bestond uit verschillende soorten content, zowel lineair als op verschillende online platformen, die allemaal met elkaar samenhingen. En ik ben trots op programma’s die we hebben gemaakt met het oog op talentontwikkeling zoals Weet Wat Je Date met Eva Eikhout, Club Hub en het nieuwe programma Ik Ga Stuk! dat in het najaar op tv komt.