Winterbaby
• 27-02-2013
• leestijd 2 minuten
Hoewel de meeste zoogdieren hun jongen in de lente ter wereld brengen, heeft de grijze zeehond de afgelopen winter al baby’s gebaard. Janine zag het bibberend van de kou aan.
De gewone zeehond, de bekendste en meest voorkomende zeehond in ons land, wacht met het krijgen van baby’s rustig op warmer weer in de zomer. Zo niet de veel zeldzamere grijze zeehond: die werpt haar jong – het is er altijd maar eentje – in januari of februari, midden in de vrieskou en de sneeuw.
Bontjas
De pasgeboren grijze zeehond is tegen de kou beschermd door een warme witte bontjas. Dat bontvachtje maakt dat het niet kan zwemmen, en dus ligt het veilig in een duinpan en niet op een zandbank. Hier kan de moeder het jong in alle rust voeden. Na 18 dagen verlaat de moeder haar kind en verliest het jong zijn zachte vacht zodat het kan zwemmen. Vervolgens kan het nog tot 2 weken duren voordat het jong de zee in gaat.
Door de vette moedermelk komt het jong per dag wel 1,5 tot 2 kilo aan. Er is in deze periode weinig vis, maar doordat de moeder een goede vetvoorraad heeft aangelegd, kan zij het jong in de beginperiode voeden. Het zeehondenjong groeit door totdat het even groot is als mama: 2,5 m lang en 220 kilo zwaar; of zo groot natuurlijk als papa: 3,3 m lang en maar liefst 350 kilo zwaar! Daar is weinig schattigs meer aan. In vergelijking met de gewone zeehond, die slechts 45 tot 130 kilo weegt, is de grijze zeehond een regelrechte lobbes.
Verschil met de gewone zeehond
In Nederland vind je ongeveer 3500 grijze zeehonden in het gebied van de Waddenzee. Dit is een stuk minder dan de gewone zeehond, waarvan er 6500 zijn. De jongen van deze gewone zeehond kunnen wel meteen zwemmen zodra ze worden geboren, zodat moeder en kind samen op jacht kunnen naar vis, die overvloedig aanwezig is in de zomer.