Logo VARAgids
Alles over tv, series, films en podcasts

Zomerreeks (5): Marijke Schermer sluit ons literaire zomerestafetteverhaal

01-09-2025
leestijd 5 minuten
88 keer bekeken
Beeld (1)

© Lobke van Aar

Vijfde en laatste deel van VARAgids’ estafetteverhaal: Marijke Schermer sluit de rij.

We nemen onze intrek in Hotel Paradiso, en nadat we even hebben geslapen, ieder in ons eigen bed, zitten we op het balkon van haar kamer en kijken we naar het licht van de lage zon en de oprijzende steen die de berg is. Ze heeft thee gezet en zich verkleed in een donkergeel linnen pak dat mooi staat bij haar potloodgrijze ogen.

Ik zeg wel dat ik heb geslapen maar de waarheid is dat ik dokter Marcuse heb geprobeerd te bellen en toen dat niet lukte Christine heb gebeld.

‘De burgermeester hier heet Marcus, het eiland is onherkenbaar veranderd en het huis wordt bewoond door Somaliërs,’ had ik aangevoerd als drievoudig bewijs, zachtjes, rekening houdend met dunne muren.

‘Bewijs waarvoor?’ vroeg Christine en na mijn lange antwoord waarvan ik ook zelf wel begreep dat het een onsamenhangende indruk maakte, zei ze voorzichtig dat het misschien beter was om naar huis te komen. Christine heeft een vertekend beeld van mijn mentale gesteldheid omdat ik vooral contact met haar zoek als ik me niet goed voel. Ik wilde het balkon oplopen maar de berg was zo overweldigend groot dat ik instinctief weer terug de kamer in dook.

‘Het is zo,’ fluisterde ik, ‘de berg heeft wat de berg wil, leven aan zijn voet, mensen die er zin in hebben, Somaliërs, Belgen, Amerikanen, Palestijnen, Syriërs en Chinezen, een burgermeester met visie, een toekomstbestendige industrie, een geheim. Nieuwe aapjes voor zijn plooien.’ Zij zag natuurlijk niet dat ik met mijn vingers aanhalingstekens om aapjes zette. Pas toen ik het gezegd had begreep ik dat ik met aapjes zelfmoordenaars bedoeld had. Ik ratelde nog minutenlang door en deed mijn best om zacht te blijven praten.

‘Ben jij nou nog de berg of is de berg jou?’ vroeg ze, en in mijn hotelkamer op de vierde verdieping, met het bed achter me, met mijn blote voeten op de bamboemat voor de openslaande deuren, schudde ik mijn hoofd over zoveel onbegrip.

‘Dit hotel heet Paradiso zei ik.’ Christine zweeg. Ik wilde dat het apparaat van dokter Marcuse zich in mijn kamer bevond zodat ik de transcriptie van wat ik zojuist allemaal gezegd had zou kunnen na lezen. Ik had zinnige dingen gezegd die ik nu niet meer goed kon reproduceren. In de stilte die bleef hangen heb ik diep gezucht bij wijze van groet, en opgehangen.

En nu schenkt Odina thee in de badkamerglazen en kijkt me aan. Ik moet iets zeggen, ik ben verantwoordelijk voor deze situatie. ‘Vluchtelingen,’ zeg ik. ‘Potentiële bewoners,’ zegt zij, op een manier die er de draak mee steekt. Ze lacht. Ze is nog steeds dezelfde, ze zal me nooit vertellen wat er werkelijk in haar omgaat.

‘Zullen we morgen naar boven gaan?’ vraag ik. Het is een wandeling die we destijds niet gemaakt hadden, omdat het pad versperd werd met een lint tussen twee paaltjes en een bord waarop stond dat het in verband met afbrekende rotsdelen onveilig was om naar boven te gaan. Ik realiseer me ineens dat dit eiland voor haar helemaal niet ‘ons eiland’ is, zij is er vaak geweest, als kind ook al, en zij is er ook met hem geweest en met de zoon die ik nooit heb ontmoet, ik ben een van de vele mensen met wie zij op dit eiland is geweest, zij heeft de berg natuurlijk al honderd keer beklommen. Maar als ik ernaar vraag zegt ze dat ze na onze clandestiene dagen hier, nooit meer is terug geweest. Ik wil niet vragen of er een verband is, ik wil niet inzoomen op onze breuk destijds, ik wil het mezelf niet toestaan eenvoudige verklaringen voor mijn ontheemdheid te zoeken.

We gaan het hotel uit, op zoek naar eten. Dat is tegenwoordig gemakkelijk, er is een straat vol eettentjes met gerechten uit alle windstreken. We eten bij een Portugees, gegrilde sardientjes. We praten over ons werk. Ze heeft twee boeken van me gelezen. Ze heeft zichzelf niet herkend of zegt er in elk geval niets over. De krant en de tijdschriften waarvoor ik werk leest ze niet of zelden. Ze vraagt of ik over het eiland ga schrijven, of dat ik het geheim zal respecteren. Ik kan het niet laten om te zeggen dat zij toch moet weten dat ik een geheim kan bewaren.

Na het eten lopen we langs de waterkant. Er zijn nog een paar jongeren aan het zwemmen, ergens op de rotsen brandt een vuurtje. ‘Ben je al lang alleen?’ ‘Wat herinner jij je het sterkst van de dagen die wij hier samen doorbrachten?’ ‘Ben je erg boos geweest?’ ‘Wanneer nam je je besluit?’ ‘Leeft je vader nog?’ ‘Heeft de berg ooit een rol gespeeld in je dromen? Heeft het een reden dat je kind Marc heet?’ ‘Wanneer was je voor het laatst gelukkig?’

Een echt gesprek wil het niet worden. Dat unisono melodiëren van destijds lukt niet meer, zij slaat haar trommeltje syncopisch door mijn ritme heen, we vallen elkaar in de rede, vallen stil. Het meest vreemde wat ze heeft gezegd, is dat haar besluit al was gevallen toen we hier naartoe gingen. Het was een afscheid. Volgens haar was het ons afscheid. Volgens haar hadden we daar overeenstemming over. Van een aangekondigd telefoontje weet ze niets. Ik zou willen dat er een instantie was waar ik verhaal zou kunnen halen, een God, een Berg, die kan vertellen of ze mij toen al voor de gek hield of nu, of zij zichzelf iets op de mouw speldt, of ik mezelf met mijn zoete herinnering. De zeewind streelt mijn haar en mijn gezicht. Ik zal haar niet tegenspreken, waarom zou ik, wat valt er te winnen? Ik heb heus wel meer vriendinnen gehad – die gedachte komt in me op, als een boos kind, ik had het bijna gezegd. Maar wat zou ik iemand lastigvallen met mijn zwaarmoedige gevoelens, mijn gekrenkte trots, mijn eenzaamheid. Morgen loop ik met haar naar boven en samen weer naar beneden. En daarna zal ik haar op de boot zetten en uitzwaaien en nog één nacht in Paradiso slapen. En dan zal ik ook uitchecken.

Dit artikel komt uit VARAgids 35/36, 2025. Meer lezen? Ga naar varagids.nl/eiland.

Delen:

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Ontvang elke werkdag de beste kijktips met de Avondeditie-nieuwsbrief

Al 100 jaar voor