Wit goud: het is de bijnaam voor plastic kozijnen, een nieuw product in het Groot-Brittannië van Margaret Thatcher. Er zijn enorme winstmarges op te behalen, wat natuurlijk een bepaald type verkoper aantrekt.
Vincent Swan (Ed Westwick) is er zo een: een echte gladjakker, en trots hierop. Iemand die het helemaal niet zo’n belediging lijkt te vinden dat iemand het woord wanker ('rukker') in de lak van z’n auto heeft gekrast. ‘Verkopers zijn net vampiers. Vraag ze nooit binnen. Als we eenmaal binnen zijn, willen we bloed zien,’ zegt hij in de cameralens. Want Swan richt zich regelmatig rechtstreeks tot de kijker.
De Britse comedyserie White Gold komt uit de koker van schrijver en producent Damon Beasley, die tevens alle zes afleveringen van het eerste seizoen regisseerde. Hij is vooral bekend van The Inbetweeners-serie en -films. Vincent Swan geeft leiding aan twee andere kozijnenverkopers, gespeeld door Joe Thomas en James Buckley - net als Beasley The Inbetweneers-veteranen.
White Gold is een weinig subtiele, soms zelfs erg platte serie geworden die nergens echt hilarisch wordt, maar die – mede dankzij een onweerstaanbare jaren 80-soundtrack – niettemin lekker wegkijkt. Ze schuurt hierbij tegen een aantal illustere voorbeelden aan. Het wereldje van grove en goedgebekte Engelse lads doet aan het werk van Guy Ritchie denken, maar White Gold mist de visuele flair daarvan. Ook hebben we eerder verkopers gezien die over lijken gaan (‘Always Be Closing!’), maar White Gold mist het vlijmscherpe van bijvoorbeeld Glengarry Glen Ross en The Wolf of Wall Street, of het hilarische van Tin Men.
Een personage hoeft niet innemend te zijn om te fascineren. De zich eveneens regelmatig tot de kijker richtende Frank Underwood uit House of Cards is hier een uitstekend voorbeeld van. Maar Vincent Swan, zoals gespeeld door Westwick, blijft hangen in één modus: die van arrogante klootzak met dito kop en uitstraling. Dat maakt hem tot een interessant personage, waar je echter vrij snel op uitgekeken bent.