Zijn reizen naar Antarctica worden vaak een jaar lang voorbereid en wanneer hij daar aangekomen is, z’n eerste nacht in het onderzoeksstation heeft doorgebracht en zijn ontbijt opheeft, smeert hij zijn gezicht in met een zonnebrandcrème factor 50 of 100, om pas daarna, dik ingepakt, het vriezende ‘veld in te gaan’ voor zijn wetenschappelijk onderzoek. En dat terwijl poolonderzoeker en ecoloog aan de Vrije Universiteit Stef Bokhorst (43) ‘een hekel heeft’ aan koude vingers.
Het is het continent van de ijskoude vlakten, extreme droogte en gierende wind. Bokhorst moest tijdens een expeditie vanaf een schip drie, vier meter naar beneden in een zodiac springen, zo’n rubberen bootje, terwijl de golven om hem heen sloegen. En op een ochtend werd hij een keer weggeblazen toen hij de deur van het Rothera Research Station opende. ‘Het kan er hard waaien – en hard waaien op Antarctica betekent windstoten van 120 tot 150 kilo- meter per uur. Ik werd letterlijk van mijn voeten geblazen.’ Wat doe je dan? ‘Dan grijp je naar de deur, worstel je je naar binnen en wacht tot de wind gaat liggen. Je verliest één of meer dagen van je toch al schaarse onderzoekstijd. Daar moet je mee om kunnen gaan.’
Lees verder op blz. 18 van VARAgids 13.
Ontvang elke werkdag de beste kijktips met de Avondeditie-nieuwsbrief