Ons beeld van dikke mensen werd de afgelopen jaren genuanceerder, maar door de coronacrisis lijken we terug bij af.
Ik heb een eetstoornis en daarbij een genetisch defect (het zogeheten MC4-receptordefect), waardoor ik mijn hele leven dik ben. Ik krijg goede medische en psychische begeleiding, maar toch raakt deze coronaperiode me. Vlak na de eerste negatieve verwensingen aan het adres van mensen met overgewicht in de media durfde ik dagen niet naar buiten; bang voor de blikken van anderen. ‘Kijk, daar loopt weer zo’n dikkerd die de ic’s bezet gaat houden.’ Bij ieder hoestje of ander mogelijk coronasymptoom word ik angstig: wat als ik echt ziek ben straks en ik niet goed geholpen word? Ik heb constant crashdieetgedachten, sla maaltijden over, terwijl ik in behandeling ben voor mijn eetstoornis en rationeel weet dat (extreem) diëten mij geen goed gaat doen.
De afgelopen maand heb ik me ernstig verbaasd over de stroom aan vetfobische uitingen, toen in verschillende nieuwsberichten naar buiten kwam dat ongeveer tweederde van de coronapatiënten op de intensive care overgewicht heeft. Op sociale media werden de vreselijkste verwensingen gemaakt naar dikke mensen en ook opiniemakers deden een duit in het zakje. Zwaarlijvigen zouden bedden bezet houden, terwijl het hun eigen schuld is dat ze daar liggen. ‘Die dikkerds houden het ic-bed van mijn zieke moeder bezet’, ‘Dus boven een BMI van 35 geen opnames’ – zulke teksten deden doodleuk de ronde.
Pijnlijk. Allereerst omdat dit soort gedachten dikke mensen neerzetten als tweederangs- burgers die het niet waard zijn onvoorwaardelijke gezondheidszorg te krijgen, zoals de rest van Nederland. Daarbij gaan afzen- ders uit van het simplistische idee dat overgewicht of obesitas enkel het gevolg is van een ongezonde leefstijl.
Een scène uit een gedateerde Amerikaanse realityserie dringt zich op: mensen, gezeten op een bank, die alleen te zien zijn als ze liters frisdrank drinken en grote zakken chips eten en uit hun huis getakeld moeten worden omdat ze te dik zijn om zelfstandig te kunnen lopen. Een stereotype beeld dat het idee bevestigt van dikke mensen als luie, ongedisciplineerde, onverzorgde veelvraten.