Logo VARAgids
Alles over tv, series, films en podcasts

Uit rood geboren

04-11-2024
  •  
leestijd 5 minuten
  •  
VARAgids: Greet en Harry Staas uit Den Haag

Greet en Harry Staas uit Den Haag

© Frank Ruiter

In de aanloop naar het honderdjarig bestaan van de VARA spreken we iedere maand met oudere VARAgids-lezers over opgroeien in een rood nest. Start: Greet en Harry Staas uit Den Haag.

'We dachten dat de fotograaf met je mee zou komen,’ grapt Harry Staas (82) wanneer we hem een compliment maken over zijn kledingkeuze. Hij draagt een groen vest op een overhemd in een bijpassende, net iets lichtere tint. Zijn vrouw Greet (87), gestoken in een fleurige blouse, zet koffie. We zitten aan de eettafel in hun woonkamer in Bezuidenhout, de wijk ten noorden van het Haagse centraal station. Nadat hij een taartje heeft aangeboden, overhandigt Harry een briefje. Dat heeft hij getikt uit naam van zijn kleindochter: ze wil de journalistiek in en had graag bij het interview met opa en oma gezeten, maar kreeg geen vrij van school. Opa heeft haar vragen voor de verslaggever netjes genoteerd. Greet glimlacht. ‘Hij is een organisatieman.’ Harry knikt. ‘Ik heb 25 jaar in het bestuur van de vakbond gezeten.’

Harry – eigenlijk Henri, ‘maar dat is net of iemand een hete aardappel in z’n keel heeft’ – is van 1942. Hij groeide op in Spoorwijk, een arbeiderswijk in het zuiden van de stad. Hij komt uit een samengesteld gezin: twee zussen van vaderskant, één van moederskant, zijn ouders kregen naast hem nog twee meisjes. Zijn vader werkte in de jaren na de Tweede Wereldoorlog als broodbezorger bij de bekende Haagse bakkerij B. Hus. Greet werd in 1937 in Voorburg geboren en verhuisde op haar derde naar Bezuidenhout. Als dochter van een drukker sliep ze in met het geluid van een draaiende drukpers. Ze woonden achter de winkel, met zijn zessen: vader en moeder, drie kinderen en oma in één kamer met een keuken en één slaapkamer. Het was een rood nest, vertelt Greet, en dat kwam vooral door haar moeder. Vader stelde zich neutraler op – ook om potentiële klanten niet af te schrikken. ‘We mochten niet in een uniform van de AJC over straat lopen. Dat vond hij niet prettig.’ Ze heeft het over de Arbeiders Jeugd Centrale, de socialistische jeugdbeweging waarvan ze lid was. De jongeren kampeerden samen, wandelden, deden aan toneel. Haar broer zat er ook bij. Greet stroomde in bij de Trekvogels, de leeftijdsgroep tussen twaalf en zestien jaar, tussen de Zwaluwen (jonger) en de Rode Wachten (ouder) in. Voor de overstap naar de volgende groep dienden de kinderen een examen af te leggen over prominente figuren uit de beweging, zoals Pieter Jelles Troelstra, de man die in 1918 vergeefs de revolutie uitriep. Daarnaast zong Greet bij De Kleine Stem, de kinderafdeling van arbeiderszangkoor De Stem des Volks, waarvan haar moeder lid was (en waarvoor ze zelf later decennialang zou zingen). Ook deze vereniging gold als een begrip binnen de socialistische zuil: uitzendingen van VARA-radio begonnen steevast met het strijdlied ‘Morgenrood’, gezongen door de Amsterdamse tak van De Stem.

Harry, elders in Den Haag, had geen tijd voor dit soort clubs. ‘Dat kon niet. Ik moest mijn vader helpen met het bezorgen van de krant.’ Omdat het salaris van de bakkerij niet overhield, werkte Harry’s vader ook nog voor de Arbeiderspers. Bij de uitgeverij van sociaal-democratisch Nederland werden onder meer de socialistische avondkrant Het Vrije Volk gedrukt én de VARAgids . Die bezorgde zijn vader alle dagen lopend – hij kon niet fietsen – en na school diende Harry hem bij te staan. ‘Misschien meer gedwongen dan vrijwillig, maar zo gingen die dingen. Ik kende hele wijken uit mijn hoofd.’ Hij was misschien geen lid van rode jeugdclubs, maar socialistische sympathieën hadden ze thuis wel degelijk, vertelt Harry. ‘In tijden van verkiezingen reed ik als knulletje rond op een kinderfietsje met borden aan de zijkant waarop stond: Partij van de Arbeid, Lijst 1, Stem Drees.’

‘Dat soort dingen deden wij niet,’ zegt Greet. ‘We gingen wel altijd op 1 mei, de Dag van de Arbeid, naar de Troelstra-herdenking in het Westbroekpark. Als kinderen waren wij dan vrij van school, hoewel het geen landelijke feestdag was. Nog steeds niet.’ Harry: ‘Ik ben nog nooit van mijn leven op 1 mei naar school geweest. We kregen een briefje mee en de school gaf zonder meer toestemming dat we er op die dag niet waren. Dat was heel gewoon. Zoals de katholieken hun specifieke vrije dagen hadden, zo hadden de socialisten 1 mei.’ Greet herinnert zich de gezangen in het Westbroekpark. ‘Wat christenen hebben met psalmen, dat hebben wij met strijdliederen. Als mensen ‘Morgenrood’ gaan zingen, dan krijg ik rillingen.’ Harry lepelt de eerste regels op: ‘Morgenrood, uw heilig gloeien/ heeft ons steeds den dag gebracht…’ Het doet hun beiden nog wat als ze de socialistische strijdliederen van vroeger horen, zegt hij. ‘Ik ben 25 jaar vakbondsbestuurder geweest bij de Algemene Nederlandse Grafische Bond. Het lied van de grafici heette ‘Op naar het licht’.’ Weet hij nog hoe het gaat? ‘“Aaneengereid! Hoog opgericht!” En dan weet ik het even niet meer.’

Langzaam begint het te kriebelen. Wanneer gaan in dit verhaal deze twee jonge mensen, die zich allebei in de socialistische kringen van naoorlogs Den Haag bewegen, elkaar ontmoeten? Nou, in 1963. Hij werkte bij een drukkerij, zij bij een kinderdagverblijf.

En het moest ervan komen, want de dwarsverbanden waren talrijk – ga maar na. Hun moeders zongen beiden bij De Stem des Volks. Harry’s zus was bevriend met Greets collega op het kinderdagverblijf. Harry zelf raakte bevriend met Greets broer, die hij ontmoette na een reis van De Stem naar Oostenrijk. Hij kreeg zelfs enige tijd verkering met Greets zus. En dan hadden de twee gezinnen ook nog eens ieder een volkstuintje op hetzelfde volkstuinencomplex, naast elkaar. De vonk zou onvermijdelijk overslaan. Harry: ‘Ik heb ’r een keer meegenomen achter op de motor, naar natuurgebied De Beer op het eiland Rozenburg.’ In 1965 trouwden ze.

Ze gingen wonen in Bezuidenhout, ze namen Het Vrije Volk en de VARAgids. Nu zijn ze bijna zestig jaar abonnee. Hebben Greet en Harry hun twee dochters als goede socialisten opgevoed? Dat klinkt wat al te streng, antwoordt Harry. ‘Maar in de linkse hoek zijn we wel blijven hangen.’ Het draait erom dat je wat voor de ander overhebt, zegt Greet. ‘Een van onze dochters moest ooit voor school iets over zichzelf schrijven. Ze begon zo: “Ik kom uit een rood nest en ik heb geleerd om mensen te helpen.”’ Dat vond ik mooi neergezet.’

Dit artikel komt uit VARAgids 44, 2024. Meer lezen? Ga naar varagids.nl/100jaar.

Meer over:

varagids
Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Ontvang elke werkdag de beste kijktips met de Avondeditie-nieuwsbrief

BNNVARA LogoWij zijn voor