Logo VARAgids
De VARAgids online heeft uitgelichte artikelen, allerlei winacties, podcasts en het tv-overzicht.

Uit de verf gekomen

17-01-2022
  •  
leestijd 5 minuten
  •  
1581 keer bekeken
  •  
Degas Prepr
Door Clementine van Wijngaarden

‘Kunst is zoveel meer dan verf op doek. Het is een fundamenteel aspect van onze beschaving.’ In gesprek met de makers van Project Rembrandt.

Voor de derde keer gaat Project Rembrandt van start. Met meer dan een miljoen wekelijkse kijkers is het een van de succesvolste kunstprogramma’s ooit gemaakt. Dat hadden makers, noch het Rijksmuseum kunnen bevroeden toen ze er in 2019 mee begonnen. Pieter Roelofs, hoofd Schilder- en Beeldhouwkunst van het Rijksmuseum, is al sinds het begin betrokken als jurylid. Dit jaar beoordeelt hij de werken die de amateurkunstschilders voor het project maken voor de eerste keer samen met beeldend kunstenaar Raquel van Haver. Wat is het belangrijkste bij het jureren van amateurs? Gelden er andere regels dan wanneer je werk van professionele kunstenaars beoordeelt? En waarom werkt dit kunstprogramma zo goed?

Dit is de derde keer dat je als jurylid en vanuit het Rijksmuseum meedoet aan Project Rembrandt, Pieter. Kun je je herinneren hoe jullie er bij het Rijksmuseum tegenaan keken toen dit voorstel binnenkwam? En hoe kwamen ze bij jou terecht?

Roelofs: Om eerlijk te zijn, lag het voor het Rijksmuseum buiten de comfortzone. Hoe verhoud je je als museum dat zo meer is gericht op de grote meesters uit het verleden, tot kunst gemaakt door amateurs, door liefhebbers van nu? Meedoen aan dit programma was een stap in het onbekende en tegelijkertijd zagen we het als een kans. Een van de kernmotivaties van het Rijksmuseum is het verbinden van kunst, geschiedenis, wetenschap en het publiek. Kunst is niet voor iedereen vanzelfsprekend. Het is, als grootste museum van Nederland, onze taak om kunst toegankelijk te maken. Ik werk nu 16 jaar voor het Rijksmuseum en dat Project Rembrandt zoveel zou losmaken, dat had ik niet verwacht. Niemand trouwens. Niet alleen door die 1,2 miljoen mensen die wekelijks kijken, maar ook de interactie met de kandidaten, die willen leren en zich ontwikkelen, het is iets heel bijzonders. Na het eerste seizoen maakten we een zomertentoonstelling, waarbij amateurs hun “eigen” Rembrandt mochten insturen. We kregen 9000 inzendingen, de expositie werd de best bezochte Rijksmuseum zomertentoonstelling ooit. Wat betreft mijn inbreng: het lag ook buiten mijn comfortzone, maar door het dicht bij mezelf te houden en mezelf niet uit te vergroten, bleek het me goed te passen. De eerste twee seizoenen vormde ik de jury met kunstenaar Lita Cabellut, nu met Raquel. Ze zijn allebei flamboyant, dat contrast werkt. Het is leuk hoor: als ik door de stad loop en iemand tijdens zijn werk van de steiger roept: ‘Hé man, ik weet niet hoe je heet, maar ik kijk elke week en ben zelf ook gaan schilderen.’

Raquel, kende je het programma en zei je gelijk ja toen ze je vroegen?

Van Haver: Een paar jaar geleden was ik al eens benaderd, maar toen was ik druk en heel eerlijk gezegd ook een tikkeltje sceptisch. Recent werd ik weer gevraagd, we zaten tot over onze oren in covid en ik dacht: misschien goed om zoiets te doen. Het is natuurlijk een manier om kunst te introduceren bij een groot publiek. Dus ik zei ja, we begonnen en binnen de kortste keren was ik verliefd. En dan misschien wel vooral op hoe je dat doet, dat overbrengen van kunst op een groot publiek. Dat vraagt warmte.

Je zegt dat je eerst sceptisch was. Wat bedoel je dan? Ik kom uit de kunstwereld hè. De kunstwereld werkt op een heel ander tempo, is extreem gelaagd en complex en zeker niet in één beeld te vatten. Ik vroeg mij af hoe een programma als deze dan ook schilderen kon representeren.

Ik grapte al tegen iemand toen ik hoorde dat jij het nieuwe jurylid zou worden, dat je de Anouk van het Project Rembrandt zou zijn. Je bent professioneel kunstenaar in een wereld waarin mensen elkaar gewend zijn de maat te nemen. Zie je iets van jouw scherpte terug in het programma?

Van Haver: Ik ben niet gemeen geweest, toch, Pieter?

Roelofs: Niet gemeen, wel duidelijk.

Wat is het verschil?

Van Haver: Ik ben er niet om iemand af te kraken of om te kwetsen. Maar als ik denk: dit kan écht niet, dan laat ik het weten. Ik geef onder andere les op de Rietveld Academie, op de Universiteit in Kumasi in Ghana geef ik lezingen en op verschillende plekken in de wereld workshops. Natuurlijk is er een verschil in het werken met professionele kunstenaars en met amateurschilders. Al is het maar omdat je mensen zo kort ziet, dan kun je geen sparringstrijd aangaan. Dat gezegd hebbende, moet ik toegeven dat ik erg onder de indruk was van wat kandidaten lieten zien.

Wat zijn de criteria op basis waarop jullie beoordelen wie het grootste talent is?

Roelofs: Techniek en vertellingskracht vind ik heel belangrijk: hoe bouw je een schilderij op. Hoe is het kader gekozen, het lichtgebruik, kleur, beweging. En is iemand van daaruit in staat en soms tegen de kering in, iets te maken dat verrassender is dan een mainstream werk? We zijn niet op zoek naar de nieuwe Rembrandt, maar naar een werk dat puur in deze context in staat is om te prikkelen en eigenzinnig is. Ik ben elke keer weer verbluft hoe hoog het niveau is. Het gekke is ook dat we halverwege denken: komt het wel, komt het niet… En dan opeens is het er. Voor talent is een soort incubatietijd nodig. We hebben ook een paar keer gehad dat kandidaten in de eerste twee rondes nog heel weinig lieten zien maar dat dat je toch denkt: daar zit iets en dat die leerlingen dan naar de laatste vier doorstoten. Daar zie je dan weer hoe belangrijk het aspect van de instructies en begeleiding van coaches is.

In het vorige seizoen gebeurde er iets interessants: de finale ging tussen twee kandidaten Alfredo en Wolf, waarbij Alfredo duidelijk de publiekslieveling was. Jullie kozen voor Wolf. Daar kwam toen veel kritiek op. Kun je hier iets over zeggen, Pieter?

Alfredo had enorme gunfactor en hij maakte een enorme transformatie door. Hij werkte in een TBS-kliniek, maar in het halfjaar dat hij bij ons was, ging hij een opleiding docent beeldende vorming doen, kreeg een andere baan, werd vader. In aflevering 2 had hij iets gemaakt, dat kon echt niet. Maar we zagen iets in hem, we wilden hem aan boord houden. Hij revancheerde zich enorm, kwam in de finale en zijn eindwerk was absoluut krachtig. Bij Wolf zag je vanaf dag één talent. Hij was een soort straatvoetballer die alles met de bal kon. In zijn eindwerk kwam zoveel samen. Uiteindelijk gaat het om dat eindresultaat. Het programma moet altijd fair play blijven, de beste moet winnen. Wat we onszelf wel hebben aangetrokken is dat de reacties zo scherp waren en dat het ons uiteindelijk misschien toch niet goed lukte om aan iedereen uit te leggen waarom we voor Wolf kozen.

Lees verder in VARAgids 4 vanaf bladzijde 24. 

Meer over:

#artikelen
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Ontvang elke werkdag de beste kijktips met de Avondeditie-nieuwsbrief