Documentairemaker Jamie Crawford toont hoe chaos, vernieling en misogynie het festival domineerden.
Woodstock 1999 zou 30 jaar later schatplichtig moeten zijn aan het legendarische festival uit 1969. Winstbejag en toxische masculiniteit gooiden echter roet in het eten. De documentairereeks Trainwreck: Woodstock ’99 legt dit op pijnlijke wijze bloot.
Woodstock 1999 vond plaats op een voormalige militaire luchtbasis in Rome, New York. Een plek met veel asfalt die makkelijk afgebakend kon worden – zodat er, in tegenstelling tot de Woodstock-editie van 1994, geen gratis pottenkijkers konden binnendringen. Maar documentairemaker Jamie Crawford ( See No Evil , 2018) laat in Trainwreck: Woodstock ’99 zien dat de plek, vol asfalt, niet per se memoreerde aan het weelderige groen uit de oorspronkelijke Woodstock ’69. Omdat winstbejag ditmaal een nog grotere rol speelde: concertpromotor John Scher wilde samen met festivalorganisator Michael Lang een bak geld binnenslepen.
Sowieso was de organisatie naïef. Horeca werd uitbesteed, zodat de bezoekers belachelijke bedragen moesten neertellen voor eten en drinken. Een filmploeg liep rond op het festivalterrein en verleidde bezoekers om allerlei seksueel getinte handelingen te verrichten voor de camera. En dan was er de woede, waar de documentaire Woodstock ’99: Peace, Love, and Rage (2021) ook al aan refereert. Die woede – vooral te zien bij mannen - kwam volgens de documentairereeks tot uiting in de muziek (op de vrijdag speelde nu-metal-band Korn voor een uitzinnig publiek) en ontaardde al snel in chaos en vernieling. Culminerend in allerlei incidenten de daaropvolgende dagen.
Crawford koppelt deze gebeurtenissen aan de cultuur van toen: American Pie (1999) was net uit en toonde de beleving van seks vanuit het perspectief van jonge mannen; in Fight Club (1999) vochten mannen om hun eer. Dus riepen festivalbezoekers op de eerste dag al naar zangeres Sheryl Crow dat ze ‘haar tieten moest laten zien' en was agressief gedrag eerder regel dan uitzondering. Maar wat moeten we ermee? Je zou de conclusie kunnen trekken dat een festival dat streeft naar ‘peace and love’ per definitie niet georganiseerd zou moeten worden door inhalige geldwolven. En je zou kunnen stellen dat de metal op Woodstock ’99 niet verenigbaar is met ‘peace and love’.
Onze nieuwsbrief ontvangen? Iedere vrijdag de nieuwste series en films in je inbox! Meld je hier aan.
Dat laatste is overigens quatsch. En misschien ook wel exemplarisch voor hoe Crawford meerdere boosdoeners probeert aan te wijzen. Omdat metalfestivals doorgaans bekendstaan – op de muziek na, welteverstaan – als oases van rust. Buiten kijf staat dat deze Woodstock-editie nog steeds buitengewoon intrigeert, en dat documentairemakers er nog steeds hun handen aan willen branden. Op zoek naar een verklaring voor dit enigma.
Trainwreck: Woodstock '99, vanaf 3 augustus 2022 op Netflix