Het is allemaal ontzettend onderhoudend, mits je Notaro’s lethargische manier van praten kan waarderen.
Het ontroerende en intieme One Mississippi was de afgelopen jaren artistiek gezien één van de interresantste series bij Amazon Prime. Het geesteskindje van komiek Tig Notaro werd echter na twee seizoenen geannuleerd. Bij Netflix kan ze godzijdank nog wel terecht; voor haar nieuwe voorstelling Happy To Be Here. De titel suggereert dat ze simpelweg blij is om hier, op aarde, te zijn. Nadat ze is genezen van kanker, trouwde en twee kinderen kreeg. In haar special verwijst ze in haar eerste grappen echter eerst naar haar verleden.
Tijdens Notaro’s opkomst volgt een luid applaus dat ze snel wegwuift. De comédienne doet uit de doeken dat ze voor het eerst in 10 jaar weer optreedt in Houston, waar de special wordt gefilmd. Voor het publiek lijkt dit gegeven amper iets uit te maken: ze kijken gebiologeerd naar de taferelen op het toneel. Waarop Notaro vertelt dat ze al van jongs af aan zo’n één keer per week wordt aangesproken als man. Het interesseert haar niets meer: ‘Al noem je me stoomtrein’. Maar ze heeft er wel wat op gevonden, als ze weer eens door een mannelijke winkelmedewerker wordt aangesproken met ‘hoe kan ik u helpen meneer?’ Dan antwoordt ze: ‘Graag wat kauwgom, mevrouw.’
Later vertelt Notaro over haar pijnlijke, kortstondige leven als uitzendkracht. Op haar eerste werkdag in een grijs kantoor dacht ze: ‘Dit gaat geen leuke tijd worden.’ Als het publiek daarom lacht, dan pareert ze: ‘Jullie kunnen lachen wat jullie willen.’ Dat is natuurlijk zeer ironisch: daar hebben de gasten immers voor betaald. Haar ietwat stoïcijnse, cynische houding – en het feit dat bij sommige grappen de clou uitblijft - is ook al sinds jaar en dag onderdeel van haar act. Net als het implementeren van (soms) zeer persoonlijke anekdotes. Zoals over haar huwelijk en bepaalde uitspraken van haar vrouw Stephanie: ‘Steken bijen andere bijen?’ Wanneer Notaro over haar echtverbintenis begint, wordt er trouwens luid gejuicht, waarop ze ad rem insteekt: ‘Zijn jullie blij dat ik als vrijgezel van de markt ben?’
Het is allemaal ontzettend onderhoudend, mits je Notaro’s lethargische manier van praten kan waarderen. Voor sommige sceptici zal haar vertelwijze aanvoelen als futloos. En de voorstelling is niet voor niets geschikt voor alle leeftijden. Niettemin weet de komiek de pareltjes uit het leven te vinden en te delen; zoals wanneer haar zoontje Max – een dreumes – naar haar toe strompelt met kattenhaar en andere rotzooi. Notaro: ‘Het is alsof hij dan zegt: “Kan je dit alsjeblieft voor me weggooien?”’ Hierop begint ze een passage over woorden en hun betekenis; mensen uit het publiek mogen haar wel een handgeschreven brief schrijven. Of toch maar niet: ‘Dan bel ik de politie. Ja, niet dé politie, maar The Police. De band. Ik bel Sting-ring-a-ding.’
Die kwinkslagen komen volledig onverwachts, net als de laatste akte van de voorstelling, die bij vlagen aanvoelt als een flauwe klucht. Maar de aanhouder wint: wie blijft kijken / zitten krijgt een verrassing opgediend, zo beweert Notaro. Of toch niet? Of toch wel?