Scifi-film is een kluchtige poging om een ernstig verhaal te vertellen.
Het is 2048 en de wereld gaat gebukt onder klimaatproblemen, oorlogen en overbevolking. Op een NAVO-basis op Gran Canaria – een paradijselijke, comfortrijke enclave – werkt een groep wetenschappers onder leiding van professor Martin Collingwood (Tom Wilkinson) aan een nieuw hoofdstuk in de menselijke evolutie: de homo Titaniens. Ergo: een wezen dat zou kunnen overleven op Titaan, de grootste maan van Saturnus. Een groep soldaten met allerlei specialiteiten is uitverkoren om een eliteteam te vormen dat een metamorfose zal ondergaan, waarop de reis naar het onbekende zal volgen, met luitenant Rick Janssen (Sam Worthington, tevens op Netflix te zien in Manhunt: Unabomber ) voorop.
Worthington speelt een brave borst en oorlogsheld, die met zijn gezin – medisch wetenschapper Abi (Taylor Schilling, bekend als Piper in Orange is the New Black ) en zoon Lucas (Noah Jupe) – verhuist naar een luxueuze villa, gesitueerd in de nabijheid van een groot militair complex, waar de transitie van mens naar übermensch plaats zal vinden. Professor Collingwood spreekt aanvankelijk nog plechtstatig over ‘upgrades van het lichaam’ om ‘te kunnen overleven’, maar al snel resulteren de fantasierijke behandelingen – allerlei injecties, en een curieuze oogoperatie – in het wegsijpelen van al het menselijke uit de testsubjecten. Worthingtons uiterlijk weerspiegelt op den duur dat van een kruising tussen een mens en een reptiel. Praten kan hij dan al lang niet meer.
De bijwerkingen van de transformatie hebben tot gevolg dat de ene na de andere deelnemer aan het experiment komt te overlijden. Relatief onschuldige symptomen als haarverlies en vervelling vormen de opmaat naar heftige bloedingen. De behandeling werkt echter wel: in een idiote scène toont de luitenant aan zijn eega hoe lang hij zijn hand in ijswater kan houden. Ook zien we hem voortdurend zitten op de bodem van hun zwembad, nu zijn longen zodanig zijn gemodificeerd dat hij ook de ijskoude temperaturen op Saturnus zou kunnen weerstaan. Het zijn desalniettemin allemaal gimmicks, en het ziet er bijzonder geestig uit.
The Titan, het speelfilmdebuut van Lennart Ruff, is een kluchtige poging om een ernstig verhaal over de overlevingsdrang van de mensheid te vertellen. Max Hurwitz – die het verhaal van Arash Amel bewerkte tot scenario - speelt schaamteloos leentjebuur bij Alien (1979), Interstellar (2014), Avatar (2009) en Mary Shelley. De laatstgenoemde auteur werd beroemd vanwege haar gotische roman over dokter Frankenstein: de wetenschapper die te boek komt te staan als de schepper van een grotesk wezen. Ook professor Collingwood lijdt aan dergelijke grootsheidswaanzin en wil koste wat kost zijn abjecte plan uitvoeren, terwijl hij oneliners spuwt als ‘zijn jullie gek geworden!’.
Natuurlijk is hij diegene die is verworden tot de dwaas; de krankzinnige in het verhaal. Die boodschap is al na de eerste paar scènes volstrekt evident. Hierop volgen stompzinnige wendingen elkaar in rap tempo op, waarop de vraag rijst: was The Titan oorspronkelijk bedoeld als satire?