The Punisher keert terug met gewelddadig, maar onderhoudend escapisme.
Frank Castle. Een antiheld die worstelde met trauma en balanceerde op de flinterdunne grens tussen burgerlijke heldendaden en criminaliteit. Frank (Jon Bernthal), oftewel The Punisher, had tegen het einde van het eerste seizoen iedereen die verantwoordelijk was voor de dood van zijn gezin vermoord of uitgeschakeld, waardoor zijn wraakboog ogenschijnlijk werd beëindigd. Showrunner Steve Lightfoot ( Hannibal ) trapt het tweede seizoen af met een roadtrip. Het is een slimme zet, want het verplaatst de personages buiten de narratieve grenzen van het grimmige New York.
In de eerste afleveringen leeft Frank een geïsoleerd bestaan en reist hij door het Amerikaanse Middenwesten. Hij stopt voor een drankje in een bar langs de weg, ontmoet daar een charmante bardame, en begint een affaire. Haar bar is toevallig het toneel van een aanval op de jonge Amy Bendix (Giorgia Whigham, de dochter van acteur Shea Whigham), een jeugddelinquent die opgejaagd wordt door huursoldaten onder leiding van de mysterieuze christenfundamentalist John Pilgrim (Josh Stewart, sluipschutter Solotov in Shooter ). Franks besluit om Amy te redden vloeit voort uit zijn oprechte verlangen om iemand in gevaar te helpen, maar het is tevens een handige manier om zijn eigen bloeddorst te verzadigen. Samen met Amy slaat hij op de vlucht, en raakt hij verwikkeld in een complot.
De vraag die in de eerste afleveringen opdoemt is of Frank zichzelf kan herdefiniëren: wie is hij en wat wil hij nu eigenlijk in het leven? In het eerste seizoen zat hij immers vast in de identiteit van een door wraak gedreven burgerwacht. Het trauma van zijn familie blijft hij bij zich dragen, zoals hij in de eerste aflevering al aangeeft: ‘Er zijn tijden waarin het aanvoelt alsof het gisteren was. En soms voelt het als een miljoen jaar geleden.’
Het geweld in The Punisher is gegrond en realistisch – zeker als je het vergelijkt met Marvel-series zoals Daredevil. Bernthals emotionele en stille waardigheid helpt hem geloofwaardigheid te geven, zelfs met melodramatische dialogen. Het zijn mooie actiescènes, gelet op de strakke choreografie, natuurlijke effecten en de compositie van de shots. Iedere vechtscène – van de bar tot het politiestation – toont de creativiteit van de choreografen, om te laten zien wat Frank in zijn mars heeft (nog binnen de grenzen van de geloofwaardigheid).
Net zoals iedere Marvel-serie op Netflix worstelt The Punisher met het tempo en de voortgang van het plot. Soms wordt het verhaal afgeremd net op het moment dat het interessant wordt. In de eerste afleveringen zijn dat (vooral) de scènes rondom het herstel van Billy Russo (Ben Barnes). Franks beslissing om het leven van zijn voormalige vriend (maar nu vijand) Russo te sparen tijdens het eerste seizoen werkt door. Billy zit nu midden in een revalidatieproces, en er zijn al hints dat hij zich zal ontwikkelen als Jigsaw (Franks grote vijand in de strips). Hopelijk toont de rest van het seizoen meer hoe de twee mannen eigenlijk een reflectie van elkaar zijn.
Hoewel Franks persoonlijke zoektocht naar gerechtigheid lijkt te zijn afgerond, blijft de antiheld buiten de grenzen van de wet vechten voor gerechtigheid. The Punisher is een bloederige en wilde rit, en een paar uur gewelddadig escapisme.
The Punisher S01, vanaf 18 januari 2019 op Netflix