Op epische en ietwat overambitieuze wijze beëindigen de makers televisiereeks.
Foto credits: Netflix
Er wordt bruut gevochten, er is sprake van gewiekste achterkamertjespolitiek en noeste acteurs kijken woest in de camera. The Last Kingdom: Seven Kings Must Die is precies wat je van een slotfilm die een televisie-epos moet beëindigen kan verwachten. Kan, niet mag. Mag is te veel gevraagd: een slot in de vorm van een speelfilm is vrijwel altijd een warmhartige geste van de maker naar de kijker. Dat is bij deze Netflix-titel ook onmiskenbaar het geval. The Last Kingdom: Seven Kings Must Die is in die zin allesbehalve perfect. Dat begint al bij alle informatie die scenarist Martha Hillier in de film heeft geperst.
Hilliers schrijfwerk leunt net als de vorige seizoenen van The Last Kingdom naarstig op historische feiten die knap worden gecombineerd met intriges en gekonkel. Het resultaat is dat je flink moet opletten om geen relevante wendingen te missen. In de kern draait de film om de nasleep van de dood van koning Edward in 924. Er ontstaat een machtsvacuüm en het is aan Uhtred (Alexander Dreymon) om ervoor te zorgen dat rivaliserende partijen weer worden bijeengebracht in een verenigd Engeland. Dat is een gebeurtenis die normaal moeiteloos in een seizoen kan worden gegoten maar nu in twee uur wordt uitgediept.
Onze nieuwsbrief ontvangen? Iedere vrijdag de nieuwste series en films in je inbox! Meld je hier aan.
Ondanks de bovengenoemde manco’s verdient The Last Kingdom: Seven Kings Must Die niettemin het predicaat ‘waardig einde’. Als kijker denk je ook: hoor eens, de geschiedenis houdt hier toch niet op? Maar aan alles komt een einde. Zo’n slotfilm is in die zin een eigenaardige stuiptrekking waarmee de makers ook zeggen: er had meer in gezeten. Veel fans zullen echter toch dankbaar zijn voor dit einde.
The Last Kingdom: Seven Kings Must Die, vanaf 14 april 2023 op Netflix