Regisseuse Nicole Holofcener laat de rijke blanke Amerikaanse man diep vallen in haar nieuwste productie, en hij vindt het niet erg.
Let op, bevat een spoiler
In Westport, een middenstandswijk in Connecticut (de titel van de film is in de VS een bijnaam voor deze staat), komt Anders Hill (Ben Mendelsohn) om in de middelmatigheid van zijn vrijstaande villa met vijf slaapkamers, goed betaalde baan ('iets met financiën'), knappe vrouw Helene (Edie Falco) en 27-jarige zoon Presto (Thomas Mann) die maar niet volwassen wil worden. Hij besluit figuurlijk uit het leven te stappen en scheidt van zijn vrouw, verhuist naar een appartement (het Amerikaanse 'condo living') om daar zijn ogenschijnlijk ideale vrijgezellenbestaan op te bouwen. Anders eindigt zo in het grijze gebied tussen het leven van een werkende man en die van een gepensioneerde. Regisseuse Nicole Holofcener toont hoe vrijheid, of juist een gebrek daaraan, rare dingen met een man kan doen.
Bijvoorbeeld het geschenk geven van een gestolen bibliotheekboek. Over Japanse erotiek. Aan Charlie (Charlie Tahan), de tienerzoon van vrienden van je ex-vrouw. Die in het ziekenhuis ligt vanwege drugsmisbruik. Waar je, de avond ervoor, tijdens het kerstdiner, zelf bij was. En aan meedeed. Omdat de volwassen gasten je na de scheiding hebben uitgekotst. De welgestelde blanke man valt diep – verfrissend genoeg omdat hij hiervoor kiést.
Films over de Amerikaanse middenklasse zijn vaak doordrenkt met stereotypen: strak gemaaide tuinen, vers geverfde huizen, twee auto's, dito kinderen. Achter gesloten deuren is het een bolwerk van intriges en affaires. Holofceners producties staan bekend om deze setting , maar onderscheiden zich door de knap opgebouwde karakters (Friends with Money , Enough Said). Voorstadse malaise met een twist, om het beestje een naam te geven. Zo ook The Land of Steady Habits, gebaseerd op de gelijknamige novelle van Ted Thompson, die op het eerste gezicht aandoet als wéér een film over de midlifecrisis van een rijke Amerikaan, maar verrast omdat de hoofdpersoon helemaal geen crisis heeft. Hij wíl simpelweg niet gelukkig zijn. En dat lukt hem aardig.
Anders legt deze levensvisie uit aan een vriend die zijn afwijkende gedrag (lees: het oppikken en mee naar huis nemen van vrouwen uit de lokale woonwinkel, om vervolgens in bed niet te kunnen presteren) probeert bij te sturen: 'In het leven denk je jezelf als een spin in een web onmisbaar te maken. Alle draden die je spant zijn afhankelijk van jou. Maar in werkelijkheid ben jij niet degene die de draden in handen heeft, maar is dat het web. Het past zich aan. Als jij uit dat web stapt, komt een nieuwe spin gewoon op jouw plek te zitten.'
Door uit zijn web te stappen hoopt Anders op bevrijding, maar hij blijft net zo ongeïnteresseerd en gedesillusioneerd als voorheen. Zijn nieuwe huis, de vrouwen en het stiekeme drugsgebruik doen hem niet opleven. De escapades van Anders geven het verhaal een komische insteek, maar pijn en melancholie blijven de boventoon voeren. Het verdriet komt tot een dieptepunt wanneer de aan drugs verslingerde Charlie, met wie Anders een vriendschap opbouwt, dood in een bos wordt gevonden. Anders' band met Charlie staat symbool voor zijn eigen aftakeling, die krachtiger zou zijn geweest als Charlies karakter meer was uitgediept – het enige punt waar Holofcener op tekort schiet.
Daarentegen bewonderingswaardig is hoe een saai en afgevlakt karakter als dat van Anders niet verveelt. Nergens in zijn doen en laten is ook maar enige vorm van pure emotie te traceren. Anders is net zo makkelijk een eikel (wanneer hij het zelfhulpboek op het nachtkastje van zijn onenightstand belachelijk maakt) als een teddybeer (wanneer hij zijn voortuin drapeert in achterlijke kerstdecoratie, zodat hij iets te doen heeft met zijn zoon). Daarmee bewijst Holofcener dat het goed mogelijk is een fijne film te maken over een compleet oninteressant persoon.
The Land of Steady Habits, vanaf 14 september 2018 op Netflix