Komiek Russell Peters schittert als rechercheur-voor-een-dag in Mumbai.
Komiek Russell Peters wordt door zijn boezemvriend en vakgenoot Chris Rock omschreven als ‘de beroemdste persoon waar niemand ooit van heeft gehoord’. Ondanks het feit dat de in Canada geboren zoon van Indiase emigranten concerthallen uitverkoopt met zijn multiculturele humor. Die relatieve onbekendheid, hoewel Peters tientallen miljoenen dollars per jaar binnenhengelt, is misschien wel te wijten aan die etnische invalshoeken van zijn grappen: daarmee trekt hij vooral minderheden, en verschijnt hij maar moeilijk op de radar van het overwegend witte journaille.
Niettemin zit de kracht van Peters’ werk in de wijze waarop hij geen enkele oosterse curiositeit onbesproken laat. Denk het ridiculiseren van dialecten. Humor dient voor hem vooral als een vorm van overbrugging: van oost naar west. Zelf staat hij, gezien zijn achtergrond, ook met een voet in Canada en met een voet in India. Die wetenschap speelt een prominente rol in The Indian Detective, waarin Peters Doug D’Mello vertolkt: een onbeholpen politieagent uit Toronto die tijdens een schorsing voor het eerst in 5 jaar zijn vader in Mumbai bezoekt, en daar stuit op een moordmysterie.
Al snel blijkt dat de vierdelige tragikomedie (geschreven door Frank Spotniz en Smita Bhide) naadloos aansluit op Peters’ komische stijl. Het personage van de gezette veertiger, met zijn immer bijdehante blik, manifesteert zich als een gefaalde diender die in het land van zijn voorouders juist schittert als rechercheur-voor-een-dag. Zijn taak: jurist Priyah (Mishqah Parthiephal) assisteren bij een overhoor, na de onverwachte dood van een swami; een spiritueel leider.
Aan dit steeds verder ontvouwende intrige ligt een gebeurtenis in Canada ten grondslag: Doug en zijn partner Robyn (Christina Cole), op wie hij een oogje heeft, proberen een drugskoerier te onderscheppen bij de Amerikaanse grens. De aanhouding blijkt echter loos alarm, en leidt ertoe dat Doug voor straf vier weken thuis komt te zitten. Daar zien we hem vergezeld door bier en afhaaleten, terwijl hij staart naar een curlingwedstrijd op televisie. Totdat hij zich dus ontpopt als de Indiase detective in Mumbai, of eigenlijk in Kaapstad.
Veel shots van de miljoenenstad zijn gefilmd op locatie, maar de meeste scènes met dialoog werden geschoten in Zuid-Afrika, het geboorteland van acteurs als Parthiephal. Dat zal wel gerelateerd zijn aan een zeker belastingvoordeel, en is tegelijkertijd ook wel overduidelijk: sommige duistere straten zien er net iets te westers uit, waardoor het contrast tussen Toronto en Mumbai (en dus tussen oosters en westerse leefwijzen) minder pregnant is.
En wie denkt India beter te kunnen leren kennen via deze serie, komt ook thuis van een koude kermis. Thema’s als armoede, persoonlijke hygiëne, sloppenwijken, uithuwelijking, het hindoegeloof en wijdverbreide corruptie komen slechts vluchtig aan bod. The Indian Detective is vooral een luchtig, onderhoudend vehikel voor Peters met af en toe een dramatisch moment. Acteurs als William Shatner en Hamza Haq – gecast als de bad guys – lenen zich uitstekend voor de minder komische uitstapjes die het verhaal ook nodig heeft.
Voor de geestigere scènes werd de befaamde acteur Anupham Ker ingevlogen: hij speelt Dougs toupet dragende vader Stanley. Zoonlief vraagt hem tijdens de eerste rendez-vous naar zijn eigenaardige pruik: ‘Did you have to pay for that thing?’ Met zo’n onderonsje wordt de fijne dynamiek tussen de Bollywoodster en de komiek onderschreven. En dan is er nog het personage van acteur Meren Reddy: de nijdige politie-inspecteur Abishek Devo, die uiterst cynisch reageert tijdens een ongevraagde les geografie (Doug legt uit dat zijn woonplaats in Canada ligt): ‘Oh ja? En ik maar denken dat Toronto in Finland ligt.’