Kristen Bell en Ted Danson bewijzen dat het hiernamaals heel vermakelijk kan zijn.
Het is nogal een concept om een komedieserie omheen te bouwen, de hemel. Of zoals de bewoners het daar zelf liever noemen, The Good Place. Het is er niet zoals de grote godsdiensten het verkopen, die hebben allemaal slechts zo’n vijf procent goed gegokt, maar het is er akelig paradijselijk. Er zijn huizen als paleizen, vloeken kan er niet en je voelt je er standaard alsof je net twee otters zag die pootjes vasthouden.
Het is een vermakelijk uitgangspunt, maar hoe hou je dat grappig en spannend? Simpel, door er iemand heen te sturen die er eigenlijk niet hoort. In dit geval is dat Eleanor Shellstrop (Kristen Bell), een egocentrische slechtzak die door een foutje in het goedheids-logaritme per ongeluk wordt toegelaten. Als ze in een audiofragment hoort hoe het er in The Bad Place aan toegaat, besluit ze zich stil te houden. Alleen haar toegewezen soulmate Chidi (William Jackson Harper) neemt ze in vertrouwen.
Bell spat van het scherm zoals tijdens haar Veronica Mars -tijd en heeft zichtbaar lol in het neerzetten van haar vileine personage dat zich in moet houden om niet op te vallen. Haar wisselwerking met Jackson Harper voelt natuurlijk en levert in de eerste paar afleveringen al een boel leuke momenten op. Troefkaart is Ted Danson, die ondanks zijn uitstapjes naar series als CSI in hart en nieren een komiek blijft. De Cheers -veteraan is op dreef als de kinderlijk enthousiaste Michael, een soort hemelmanager die tevens architect van de buurt is.
Het sterkste aan de serie is dat de humor alom aanwezig is. Een grap schuilt niet alleen in de dialogen en onverwachte uitspraken, maar ook in absurde situaties, slapstickachtige CGI en ridicule decors. Daarbij komt dat iedere aflevering met een verrassende cliffhanger eindigt, waardoor je het liefst direct door zou kijken. Het maakt The Good Place naast charmant, slim en verfrissend ook nog eens verslavend.