Metalband Mötley Cruë snuift erop los in de pijnlijke verfilming van hun hoogtijdagen.
Bassist Nikki Sixx leurde 16 jaar rond met het idee dat hij de geschiedenis van zijn band Mötley Cruë, opgetekend in het boek The Dirt (2001), zou willen verfilmen. Onlangs vertelde hij in een interview dat menig filmstudio wilde dat hij qua expliciete content concessies zou doen, maar de film moest volgens hem compromisloos zijn. Netflix bleek uiteindelijk wel bereid: er was geen bezwaar tegen de verbeelding van alle hedonistische verhandelingen van Sixx, drummer Tommy Lee, gitarist Mick Mars en zanger Vince Neil. Dus zien we in de eerste akte – feitelijk een tietenparade – al hoe een vrouw na een befbeurt flink begint te squirten tijdens een feestje.
In de jaren tachtig was Mötley Cruë mateloos populair. De 'hair metalband' (ja, het kapsel als handelsmerk) wist in tegenstelling tot veel andere muziekgezelschappen in de metalwereld ook een vrouwelijke schare fans te verleiden met hun rechttoe rechtaan nummers over seks, drugs en rock-‘n-roll. Sixx wilde met deze film het creatieve proces laten zien dat ten grondslag lag aan hits als Girls, Girls, Girls. Maar laten we wel wezen: Mötley Cruë was geen The Doors of Pink Floyd. Zodoende zien we in de film vooral kwajongensstreken, hotelkamers die worden verwoest, groupies die worden geneukt en vrouwen die in hun gezicht worden geslagen.
Het is eigenlijk best markant: door de ontstaansgeschiedenis van de band – de leden gespeeld door een Australiër (Daniel Webber speelt Vince Neil), een Amerikaanse rapper (Machine Gun Kelly speelt Tommy Lee), en twee Britten (Douglas Booth speelt Nikki Sixx en Iwan Rheon speelt Mick Mars) – te visualiseren ontstaat een beeld van een bende van misogyne, drugsverslaafde mannen. Niet van een band met een illuster en vermaard muzikaal nalatenschap. Sixx wilde dat de film een soortgelijk effect zou sorteren als bijvoorbeeld Walk The Line (2005) – de biopic over Johnny Cash. Cash was echter een begenadigd artiest én geëngageerd mens, iets dat ook weerklinkt in zijn liedjes. Engagement was bij Mötley Cruë daarentegen non-existent. Lust prevaleert.
Dus blijven de kwajongensstreken over. Regisseur Jeff Tremaine – bekend van de Jackass-films – is dan ook de uitgelezen filmmaker voor deze klus. Hij heeft zijn eigen makkers al die stunts al eens zien uithalen, en nu mogen echte acteurs ze nog eens herhalen. Tremaine zet daarnaast een overtuigend tijdsbeeld neer van de jaren tachtig. De film begint met de getroebleerde jeugd van Sixx en het perfecte gezin van Tommy Lee, en belandt vervolgens op de in Los Angeles gelegen Sunset Strip, in 1981. Waar alles begon; waar ‘the lifestyle’, zoals Sixx deze steevast noemt, werd geboren, culminerend in een heroïneverslaving die duizend dollar per dag opeiste.
Het Sixx-personage introduceert heroïne in de film als zijn grote liefde; zijn muze. Logischerwijs gaat de band ten onder aan alle drugsverslavingen en schuinsmarcheerderij. Gezinnen worden uiteengereten en de vierjarige dochter van Neil overlijdt aan de gevolgen van kanker – dit is één van de meest ontroerende momenten uit de film. Scenarist Rich Wilkes laat de perikelen uit het boek vakkundig terugkomen in de drie akten: met bijrollen voor een pis likkende Ozzy Osbourne (Tony Cavalero), en Heather Locklear (Rebekah Graf). Actrice Locklear maakte in die tijd furore op televisie en had een kortstondig huwelijk met Tommy Lee, die zichzelf omschrijft als ‘de hopeloze romanticus’.
The Dirt is een pijnlijk overzicht van een band die ooit ontstond uit het verlangen van Sixx om een groot publiek te trekken. Het was een onoprechte wens, die niettemin wel in vervulling ging. Daar ging een hoop ellende mee gepaard. Eigenlijk hebben de muzikanten niets om trots op te zijn. Zo stapte een dronken Neil ooit met collega-muzikant Nicholas Dingley (Hanoi Rocks) in de auto en crashte – waarop Dingley kwam te overlijden. Ook werd Neil meermaals opgepakt voor vrouwenmishandeling. Alle bandleden hebben wel iets wanstaltigs op hun kerfstok. Misschien is The Dirt bedoeld als het toonbeeld van stoerheid, maar het eindresultaat is juist het tegenovergestelde.