© Netflix
Documentairemaker Laura McGann volgt een vrijduiker en haar begeleider in spannende maar gemankeerde documentaire.
Veel sporten vragen veel van de atleet. Grote offers, met soms onomkeerbare gevolgen. Vrijduiken, daarentegen, is puur fatalisme. In The Deepest Breath portretteert documentairemaker Laura McGann de Italiaanse vrijduiker Alessia Zecchini en haar begeleider Steve Keenan. Zecchini wil wereldrecords verbreken en Keenan probeert haar tot het uiterste te drijven. De film ziet er van meet af aan onheilspellend uit. Met een touw dat is gespannen van een vlot dat tientallen meters de zee ingaat. Het is de bedoeling dat de vrijduiker langs dit touw naar beneden zakt, in een onderwaterwereld die steeds donkerder wordt.
Totdat er vrijwel niets meer valt te zien. Je zou deze tak van sport kunnen omschrijven als een levensgevaarlijke vorm van koorddansen. Zo is te zien hoe sommige vrijduikers bewusteloos weer bovenkomen. Waarna ze snel beademd moeten worden. Gaandeweg rijst de vraag: waarom zou je dit doen? Want McGann schetst een sportwereld waarin het noodlot altijd om de hoek loert; waarin al doden zijn gevallen. Maar types als Keenan denken toch dat ze de risico's kunnen beperken, hoewel dat er voor een leek dus niet zo uitziet. Het is in die zin moeilijk om sympathie op te brengen voor het vrijduiken.
© Netflix
Ja, je begrijpt de drang om zo diep mogelijk te gaan. Maar is dat verlangen wel gezond? McGann focust zich echter niet op deze vraagstukken maar maakt een soort sensationele narratief rondom Zecchini en Keenan; een verhaal dat natuurlijk alleen maar fout kan aflopen. De film is ondanks de misère wel een reclamespot voor de sport. Hoewel het twijfelachtig is dat veel kijkers eraan zullen beginnen.
The Deepest Breath, vanaf woensdag 19 juli 2023 bij Netflix
Ontvang elke werkdag de beste kijktips met de Avondeditie-nieuwsbrief