Laura Linney keert terug naar haar rol van Mary Ann in Tales of the City (naar de boeken van Armistead Maupin en de originele serie uit de jaren negentig). Maar de tijden zijn veranderd.
In 1994, toen Tales of the City voor het eerst in Amerika op tv verscheen, was de serie baanbrekend. Het was gebaseerd op de boeken van Armistead Maupin en gaf een openhartige kijk in de levens van een hechte LGBTQ-gemeenschap in San Francisco, midden jaren zeventig. Toch haalde zender PBS de serie na zes afleveringen in Amerika van de buis, naar verluidt door conservatieve druk. Later zouden er nog wel twee miniseries volgen, waarvan de laatste eindigde in 2001. De boeken kabbelden wel rustig door.
Nu keren we terug. Net als in de eerste serie liften we mee met Mary Ann Singleton (de grote doorbraak voor Laura Linney, Ozark , The Big C), die in 1975 als ingenue introk als kamerhuurder in het huis van eigenaresse Anna Madrigal (Olympia Dukakis). Het is jaren geleden sinds ze voor het laatst voet zette in San Francisco, en in Barbary Lane (nummer 28). Voor de 90 ste verjaardag van Anna maakt ze een uitzondering. Maar behalve Anna en haar beste maatje Michael ‘Mouse’ Tolliver (in de series gespeeld door Marcus D’Amico en Paul Hopkins, nu door Murray Bartlett, van Looking ) is niemand echt blij om Mary Ann weer te zien. Zeker haar ex Brian (net als in het allereerste seizoen gespeeld door Paul Gross, Due South) niet, die ze 23 jaar geleden met hun geadopteerde dochtertje Shawna (nu als volwassen vrouw gespeeld door Elliot Page, Juno, The Umbrella Academy ) achterliet, om aan haar tv-carrière te gaan werken.
Er is een hoop gebeurd tussen de vorige en de huidige serie. Heb je de originele series en de boeken niet gevolgd? Geen nood. Met een beetje oplettendheid en aandacht vul je als kijker snel de gaten in. Bovendien zijn de belangrijke dingen niet veranderd. Anna biedt nog steeds een veilige haven aan iedereen die dat kan gebruiken, zoals een onuitstaanbare tweeling (Christopher Larkin, Ashley Park) en het stel Margot (May Hong) en Jake (Garcia). Ook Mouse is nog steeds een trouwe bewoner, tot verwondering van zijn jonge vriendje Ben (Charlie Barnett, Russian Doll ), die zich niet kan voorstellen dat een middelbare man nog nooit op zichzelf heeft gewoond.
Zelfs DeDe (Barbara Garrick, naast Linney en Dukakis de enige andere acteur die in alle vier de series zit), een lesbische erfgename met een kast van een huis en een loyale bediende (Dickie Hearts), maakt haar opwachting.
Al snel bieden de eerste verwikkelingen zich aan. Zo worstelen zowel Margot als Jake met de implicaties van Jakes recente transitie van vrouw naar man. Margot mist de tijd dat ze nog ‘gewoon’ een lesbisch stel waren, terwijl Jake zich afvraagt of hij eigenlijk niet toch meer op mannen valt. Mary Ann is verontwaardigd wanneer ze ontdekt dat noch haar ex noch de rest van de gemeenschap Shawna ooit heeft verteld dat ze geadopteerd is. ‘Ze denkt dat ik haar biologische moeder ben.’ Maar eigenlijk is dat, zo wijst onder andere haar huidige echtgenoot (Michael Park, As the World Turns) haar terecht terecht, meer een technisch detail. Zeker in een serie die draait om een grote, samengestelde familie, met Anna als matriarch. Zelf gebaard of niet, Mary Ann was Shawna’s moeder, tot ze voor haar carrière koos.
De serie staat ook stil bij het feit dat het nu andere tijden zijn. Zoals tijdens een schrijnend etentje met Michael en Ben bij Michaels oude vlam Harrison (Matthew Risch) en een groep oudere vrienden, die allemaal nog de tijd hebben meegemaakt waarin de diagnose dat je drager van het aidsvirus was, zo goed als gelijk stond aan een doodsvonnis (Mouse is zelf ook drager). Wanneer Ben valt over het feit dat ze transseksuelen laatdunkend ‘travo’s’ noemen, worden de heren giftig. Wat weet zo’n jong kereltje nu immers van misrepresentatie en onderdrukking? Hun kortzichtige en patroniserende reactie doet denken aan een scène in Pose , waarin de transseksuele Blanca met geweld (en hoongelach) uit een beroemde homobar wordt gezet, want een homobar is voor mannen, niet voor manwijven.
Tales of the City heeft een aantal belangrijke pre’s. Er is het terugzien van oude bekenden en een cast die voor het grootst mogelijke deel bestaat uit acteurs die zichzelf ook tot de 'queer community' rekenen. Aflevering acht geeft een mooie en hartverscheurende blik in het vroegere leven van Anna, toen ze als jonge, transseksuele vrouw (Jen Richards) voor het eerst in San Francisco neerstreek.
Maar Tales of the City heeft ook wel wat duidelijke makkes. Zo werkt de serie het minst wanneer de soapy aspecten de overhand nemen (ook al het minste onderdeel van de eerdere series), zoals wanneer Anna door een anoniem persoon gechanteerd wordt en Mary Ann en Shawna op onderzoek uitgaan. Het feit dat Mary Ann nog steeds het meest zouteloze personage in de serie is helpt ook niet echt mee. Het is moeilijk te geloven dat ex Brian nog steeds niet over haar heen is, en in de 23 jaar sinds hun scheiding nog nooit iemand anders heeft gehad. (Kom op, het is de Canadese Mountie uit Due South!).
Maar het belangrijkste is eigenlijk de timing. In de jaren negentig was de serie een voorloper. Nu zijn er meer, en als we heel eerlijk zijn, betere alternatieven. Van series waarin LGBTQ-personages vast onderdeel zijn van de cast, zoals Black Lightning , One Day at a Time , Steven Universe en Dear White People , tot series waarin het echt draait om de LGBTQ-gemeenschap, van Looking en Transparent tot RuPaul’s Drag Race. Voor fans van de eerdere boeken en series valt er genoeg te genieten en de serie kijkt lekker weg. Maar ben je echt op zoek naar een aangrijpend en hartverwarmend portret van een zelfgekozen, queer, familie? Dan kan je beter Pose (ook bij Netflix) opnieuw kijken.
Tales of the City S01, vanaf 7 juni 2019 op Netflix