Een stel kids wordt in 1968 geterroriseerd door een dode leeftijdsgenoot, in deze boekverfilming die vooral op jongeren is gericht. De film Midsommar is deze week een ijzingwekkend volwassen alternatief.
In de jaren tachtig schreef Alvin Schwartz een aantal boeken voor jongeren waarin hij bekende en minder bekende oude spookverhalen die je huiverend bij het kampvuur vertelt weer opdiste, prachtig geïllustreerd en uitgebracht onder de titel Scary Stories to Tell in the Dark. De boeken werden door Amerikaanse middelbare scholieren destijds verslonden, vooral nadat ze verboden werden door conservatieve schoolbesturen.
Producent en scenarist Guillermo Del Toro ( The Shape of Water ) en regisseur André Øvredal (regisseur van Trollhunter en het fascinerende snijtafel-epos The Autopsy of Jane Doe ) brengen die verhalen nu in de bioscoop tot leven, in een raamvertelling waarin een groepje kinderen onder leiding van de nerdy maar dappere Stella in een spookhuis de geest van leeftijdsgenootje Sarah ontmoet. Dit zeer kwaadaardige wezen geeft haar ongevraagd een boek mee dat is gevuld met scary stories uit het verleden. De helft van de pagina’s is echter leeg en op die bladzijden schrijft Sarah ‘live’ een serie nieuwe verhalen die op de levens van Stella en haar vrienden Augie en Chuck zijn gebaseerd. Zij beleven die verhalen vervolgens in hun echte leven en dat loopt vaak niet goed af. De sfeer uit 1968 is prima getroffen, de art direction is uitstekend en de invloed van Stranger Things is overduidelijk:
Toch kan het solide acteerwerk de film niet helemaal redden; de laatste helft zakt het tempo en het verhaal een beetje in en toont de film zijn ware ‘young adult’ aard als het verhaal voor genreliefhebbers net wat te broederlijk en lief wordt voor een horrorfilm.
Wie het tegenovergestelde zoekt, kan terecht bij de krankzinnige film Midsommar, de tweede van Ari Aster, de nieuwe koning van de psychologische horror. Daarin speelt Florence Pugh ( The Little Drummer Girl ) een jonge vrouw wier ouders en zus zijn omgekomen, en die in diepe rouw met haar eikel van een vriendje afreist naar Zweden, waar zij en haar Amerikaanse reisgenoten worden verslonden door de folk-horrortradities van de lokale bevolking. Alles speelt zich af in de eeuwige en schrille zonneschijn van de midzomernacht, en de gebeurtenissen zijn zo bizar en subtiel verontrustend (soms niet zo subtiel trouwens) dat Midsommar met geen enkele andere recente film is te vergelijken, behalve qua sfeer met de eerste van deze regisseur, het uitstekende Hereditary , dat onlangs werd toegevoegd op Netflix. Het is van belang van tevoren niet teveel te weten, maar de trailer geeft net genoeg weg om de sfeer te kunnen beoordelen:
Midsommar is net als Scary Stories niet geschikt voor iedereen, maar de absurd dreigende sfeer en de intens acterende Pugh - net zo intens als Toni Collette deed als rouwende moeder in Hereditary - maken er een film van die je in elk geval nooit vergeet; vooral de scènes waarin Aster het horrorcliché van de sexploitatie van vrouwelijk naakt onbarmhartig omkeert en een mannelijke acteur opscheept met de rol van slachtoffer van extreme - maar niet expliciet gewelddadige - aanranding, is zo erg dat je ervan in de lach schiet. Midsommar is een unieke combinatie van ongrijpbare horror en zeer absurde zwarte humor, die beslist vier sterren waard is.
Scary Stories en Midsommar draaien vanaf 8 augustus in de bioscoop.