Een belangrijke bijrol in de film Alles is familie: het nummer 'Oceaan' van Racoon. Een reconstructie van de totstandkoming.
Kim van Kooten , scenarioschrijfster Alles is familie : ‘Rutmer, het personage van Thijs Römer, maakt in de film een belangrijke ontwikkeling door. Hij probeert een mooi liedje te schrijven. Iets eerlijks en oprechts, dat mensen raakt. Maar het mislukt steeds. Hij komt niet bij zijn gevoel. Omdat ik wilde dat alle personages uiteindelijk lovable waren, moest Rutmer wel iets écht moois neerzetten. Daar moesten we naar op zoek. Ik wist al snel dat het Racoon moest zijn.’
Dennis Huige , Racoon-gitarist: ‘In eerste instantie kregen we via ons management te horen dat Kim van Kooten wilde dat we het titelnummer zouden maken. We hebben afgesproken in Amsterdam.’
Kim : ‘Ik schrijf mijn scenario’s altijd met muziek aan. Bij Alles is liefde had ik “Aanzoek zonder ringen” van Bløf op repeat. Dat zij uiteindelijk met het titelnummer kwamen, was een geschenk. Tijdens het schrijfproces van Alles is familie luisterde ik veel naar Racoon: “Brother” en “Don't give up the fight.”
Bart van der Weide , Racoon-zanger: ‘Op het moment dat we afspraken, waren de filmopnames al begonnen.’
Kim : ‘Dat kwam omdat het in eerste instantie heel simpel leek: in een honderdtwintig pagina's tellend scenario staan ergens op de laatste pagina twee zinnetjes: Het is Rutmer gelukt. We horen een prachtig liedje. Dat liedje was iets wat een jaar later, aan het eind van het montageproces toegevoegd zou kunnen worden. Ik was natuurlijk enorm bezorgd of het wel zou lukken. De geloofwaardigheid van Rutmer stond of viel met dat ene liedje. Met deze klanken in het hoofd zou het publiek de bioscoop verlaten. Hopelijk ontroerd. Dus het moest echt goed zijn. Ik zag best op tegen de afspraak met de jongens. Juist omdat ik me realiseerde dat je dat niet zomaar bij iemand kunt bestellen. “Eén liedje waar je kippenvel van krijgt alstublieft. En een beetje snel graag, we hebben nog meer te doen.” Maar even later zaten we aan een ovale tafel op het productiekantoor van Topkapi.’
Bart : ‘Daar kreeg ik het script aangereikt. Kim vertelde waar het over ging. Wat ze vertelde, klopte helemaal met mijn eigen familiesituatie.’
Dennis : ‘Bart werd meteen gegrepen door haar uitleg. In zijn hoofd was hij er al mee bezig. Hij was drie stappen verder dan wij.’ [blendlebutton] Kim : ‘Ik hoopte dat ze aan me konden merken dat ik echt iets met hun muziek had. Dat het geen marketing-ding was. Ik was zenuwachtig, maar volgens mij klikte het. Ik vond ze sympathiek en bescheiden. Daar word ik week van, mensen die iets heel goed kunnen en er toch bescheiden onder blijven. Extreem charmant is dat.’
Bart : ‘En toen vroeg Kim of we het nummer in het Nederlands konden schrijven.’
Dennis : ‘Okee, dacht ik, dat gaat niet. We zijn altijd een Engelstalige band geweest. Dat willen we zo houden. Maar ja, dan heb je Kim van Kooten tegenover je zitten.’
Bart : ‘Ik zei meteen ja. Ik vind Kim zo gaaf. Haar familie ook. Ik kan geen nee tegen haar zeggen.’
Dennis : ‘Bart en Stefan waren meteen om, Paul en ik waren sceptisch. Maar het was een heel open gesprek. Kim is superaardig, een intelligente lieve vrouw. Het voelde goed. Uiteindelijk was ik binnen vijf minuten om.’
Kim : ‘Wisten ze van te voren niet dat het om een Nederlandstalig nummer ging? Oh, haha, dat moet een communicatiefout zijn geweest. Dan zullen ze wel geschrokken zijn.’
Bart : ‘In de bus naar huis dacht ik: fuck , wat heb ik toegezegd? Ik had een moment van verstandsverbijstering.’
Dennis : ‘We hadden bij die vergadering een memorecorder bij ons. Daar stond een halve opname van een Engelstalig liedje op: “Ocean Blue”. Dat paste qua sfeer.’
Kim : ‘Het klonk meteen goed. Alleen een gitaar en de stem van Bart. Het nummer was klein, melancholisch, lief.’
Dennis : ‘Toen was het snel beklonken.’
Bart : ‘In de bus terug ben ik gaan schrijven en schrijven. Thuis aangekomen had ik vijftien coupletten. Omdat ik vlak ervoor rotnieuws over mijn oudste zus had gehad, stond ik al op ontploffen. Ik treed er niet over in detail, maar ik hoorde dat ze erg ziek was. Het is een persoonlijke tekst geworden. Officieel voor het personage, maar geschreven voor mezelf.’
Dennis : ‘We wilden het nummer al opnemen voor Liverpool Rain , maar kregen het niet voor elkaar.’
Bart : ‘Het gitaartje was er al, maar ik kwam er met de tekst niet uit. Er was geen goed refrein, geen goede zanglijntjes. In het Nederlands ging het lopen.’
Dennis : ‘We mailden Kim dat we teveel coupletten hadden, maar niet wisten wat eruit moest. Zij heeft de eindredactie gedaan.’
Kim : ‘Het kiezen vond ik vreselijk. Alle zinnen waren even mooi. Uiteindelijk hebben we de zinnen die het meest rauw en Zeeuws waren geschrapt. Zoals een zin over een sloot die gedregd moest worden. Dat paste minder bij Rutmer, die uit de Randstad komt.’
Dennis : ‘We speelden het nummer voor het eerst in onze oefenruimte in Goes, een kraakpand dat nu gesloopt is. Het was heel vreemd om Bart in het Nederlands te horen zingen. Hij moest ook nog doen alsof Rutmer het liedje zong. Die heeft geen harde R. Bart wel. Het klonk echt nep.’
Kim : ‘Ik vermoedde al dat het niet zou lukken. Dat het te geforceerd zou worden. Maar Bart was zo sportief om het te proberen. Het werd er niet beter van. Bart moest het gewoon zingen met zijn eigen stem en toon.’
Bart : ‘Maar ik wist niet hoe. Als ik praat, pas ik me ontzettend aan. Met een Drent praat ik Drents, met een Rotterdammer Rotterdams, Haags met een Hagenees. Een zin als “er is verrekte veel te zeggen” kan je op honderd manieren zingen. Na een aantal pogingen zei de producer uiteindelijk: die pakken we. Nu zing je zoals ik je hoor praten.’
Kim : ‘Ik heb de allereerste versie van het nummer nog in mijn telefoon staan. Bart stuurde me een berichtje vanuit de kleedkamer. Ik hoorde eerst een galm, wat getokkel en de waarschuwing dat het krakkemikkig zou klinken. Daarna kwam “Oceaan”. Ik begon meteen te huilen. Zo mooi als die versie heb ik het daarna nooit meer gehoord. Ook al is “Oceaan” altijd bloedstollend mooi. Maar in de oerversie zat een rauw randje, dat gaat recht door je ziel. Ik heb het die avond wel zestig keer teruggeluisterd.’
Dennis : ‘We konden het nummer opnemen. De strijkers hebben we in de Londense studio van Mark Knopfler gedaan: British Grove Studio.’
Bart : ‘De dirigent was Andrew Powell. Dat is een baas. Hij heeft ook Liverpool Rain met ons gedaan.’
Dennis : ‘De oorspronkelijke versie was te klinisch, maar deze keer klonk de opname live. Nu had het nummer wél magie.’
Bart : ‘We zaten met de hele band bij de eerste filmscreening. Er was nog geen mastering gedaan. Het liedje lag er plompverloren in. Ik verstond de helft van de spelers niet. Ik schrok me helemaal kapot.’
Kim : ‘Dat was in Pand Noord in Amsterdam. Volgens mij was ze verteld dat het geluid ruk was, maar ze konden er nog niet doorheen luisteren. Ik herinner me wel dat ze achter me zaten en vaak hardop moesten lachen. Dat maakte me zo trots.’
Bart : ‘We vonden het meteen een erg goede film. Gelukkig maar. Je weet niet of het succesvol wordt of dat je de plank hebt misgeslagen. Al had ik persoonlijk de twee belangrijkste doelen al bereikt: mijn zus Anne én Kim vonden het mooi.’
Kim : ‘Ik had duizend keer liever gehad dat Bart deze tekst niet had hoeven schrijven, dat hij er geen reden voor had gehad. Maar de reden was er en het viel toevallig samen met wat ik zocht. Dat die twee dingen zo samenvielen is magisch.’
Dennis : ‘Ik was erg zenuwachtig over de release. Dat heb ik altijd, maar nu ging het ook nog om het eerste Nederlandstalige nummer van ons.’
Bart : ‘Ik wil die meningen nooit weten. Je weet dat sommigen het kut vinden dat Racoon Nederlandstalig is. Dat anderen moeten wennen. Wat voor mij telde: de charts gingen goed, de radio pikte hem op.’
Dennis : ‘We dachten: het nummer ontploft of er gebeurt niets. Uiteindelijk duurde het even. Dat past bij ons. Hij bleef maar groeien. Net als bij “Love you more”. De mensen begrepen ook dat het een eenmalig iets was. We hadden ons nodeloos zorgen gemaakt.’
Bart : ‘In goed overleg hebben we hem in de set van de theatertour gestopt.’
Dennis : ‘Het was toch de single. We dachten, dan gaat hij over een half jaar weer van de setlist. De film is dan voorbij, dan is het nummer ook weg.’
Bart : ‘Het was live wat onwennig. Ik legde het publiek uit dat ik niet wist hoe je de R of G moest uitspreken.’
Dennis : ‘Uiteindelijk paste het Nederlandstalige nummer naadloos in wat we al doen.’
Bart : ‘En Nederlandstalig zingen went. Eng genoeg wel.’
Bart : ‘Bij de festivals kwam ik erachter hoe groot “Oceaan” écht is. Ik zette de eerste noot in en het publiek nam het van me over. Ik had het niet zien aankomen.’
Dennis : ‘“Oceaan” kwam echt belachelijk hoog binnen in de Top 2000. Ik had ’m ergens tussen de honderd en tweehonderd verwacht. Het bleek 33.’
Arjan de Ruiter , Manager Muziek NPO Radio 2: ‘Ik had het ook niet verwacht. Van actuele platen kan je de eeuwigheidswaarde nog niet inschatten. Het scheelt natuurlijk dat het een afwijkend nummer is: de enige keer dat Racoon iets Nederlandstaligs doet. Men heeft de film ook net gezien.’
Bart : ‘“Oceaan” doet wat met mensen. Het wordt op bruiloften en begrafenissen gedraaid. Ik schrijf over wat me aan het hart gaat. Daar kunnen mensen zich mee identificeren.’
Arjan de Ruiter : ‘Het nummer gaat over grote emoties. Het wordt aan een haakje als geboorte, huwelijk, overlijden gehangen. Door de Nederlandse tekst worden ook méér mensen aangesproken. Het is en blijft onze denk- en spreektaal. De Top 2000-luisteraar houdt van de betere Nederlanse pophit. Bløf en De Dijk doen het altijd goed.’
Bart : ‘Ondertussen heeft het publiek “Oceaan” gebombardeerd tot grootste Racoon-hit.’
Dennis : ‘In het begin hadden we iets van: tja. Vijftien jaar bezig in het Engels, en dan is de enige Nederlandstalige nummer je grootste hit. We moesten er ook om lachen.’
Bart : ‘En het blijft een feit dat er hart en ziel in zit.’
Kim : ‘In vergelijking met “Alles is liefde” is “Oceaan” een veel kleiner nummer. Maar ik was niet verbaasd toen het een hit werd. “Ik ben een eikel, maar ik leer”: die zin zou iedereen toch minstens twee keer per dag tegen zichzelf moeten zeggen? Het geeft een kick dat zoiets kleins en kwetsbaars een land kan veroveren. Ik wil dit nummer nooit meer kwijt en luister het nog vaak. De bootlegversie, that is. Ha.’
Alles is familie, zaterdag 30 juli, NPO1, 21:20 uur [/blendlebutton]