Ook het tweede seizoen van de Ierse Downton Abbey is gemaakt met weinig durf, maar niettemin onderhoudend.
Jimmy Mahon (Brian Gleeson) is levend en wel. Nadat hij in het vorige seizoen in de nasleep van de Paasopstand in 1916 aan de dood wist te ontsnappen omdat zijn straf – vanwege verzet tegen de Britse bezetters van Ierland – werd omgezet tot levenslang, werd hem een jaar later amnestie verleend. Als pure goodwill natuurlijk, maar het heeft zijn vastberadenheid niet geschaad: in de openingsscène van het tweede seizoen van Rebellion zien we hoe hij met z’n IRA-kameraden een politieofficier in de val lokt op een landweggetje en vervolgens in een vuurgevecht geraakt met een groep dienders.
Het is november 1920, de Ierse partitie is nabij. In mei van het volgende jaar zal die tweedeling – tussen Noord-Ierland en de rest van Ierland – de opmaat vormen naar de bloederige Ierse Onafhankelijkheidsoorlog. Die op zijn beurt weer de opmaat zou zijn naar ‘The Troubles’ van het tweede deel van de twintigste eeuw; de onlusten tussen de katholieke IRA en de protestantse Ulster Defense Force en de Britten. Die hadden destijds ‘het grootste leger ter wereld’, zo stipuleert een personage. Het is een bekend koloniaal riedeltje; Brittania rules the waves. De geschiedenis leert ons dat de underdog óók kan winnen.
Rebellion zit vol met dat soort plechtigheden. Het scenario is eerder een aaneenschakeling van diepzinnige oneliners, dan een menselijke uitwisseling van woorden. Dat neemt niet weg dat je dit keurige kostuumdrama ook in het tweede seizoen kan betitelen als de Ierse Downton Abbey. Saillant is trouwens dat dit helemaal geen tweede seizoen is: alleen Jimmy en Harry Butler komen terug in de verhaallijn, en in Ierland heet deze enigszins op zichzelf staande miniserie Resistance, na Rebellion dus. Dat is een beetje spijtig: vorig seizoen was juist zo onderhoudend met de onverschrokken May, Elizabeth en Frances.
Nu moeten we het onder meer doen met Ursula (Simone Kirby), wier zoon in een katholiek (de rol van de kerk is zeer schimmig) weeshuis bivakkeert. Dankzij een donatie van een rijke Amerikaanse familie – die Ursula’s zoon wil adopteren – dreigt ze haar kind nooit meer te zien. Dús heeft ze een onomwonden motivatie om daar wat aan te doen. Lieden van de ondergrondse komen hierachter en willen haar helpen, in ruil voor informatie die zij binnenkrijgt van haar werkgever: niemand minder dan generaal Winter. De plot zit boordevol dergelijke toevalligheden die je maar voor lief moet nemen. En volgens Ierse critici is de show ook anachronistisch en in sommige gevallen historisch onjuist.
Het eerste seizoen van Rebellion werd in Ierland wisselend ontvangen. Het scenario van Colin Teevan – hij kleurt netjes binnen de lijntjes - leunt op gefictionaliseerde personages, en niet op diegenen die door de Ieren worden beschouwd als volkshelden. Niettemin keken ze er en masse naar op de Ierse televisie en dat zal nu ook wel het geval zijn (het eerste seizoen kwam eerst uit in Ierland). Hoewel een film als The Wind That Shakes The Barley (2006), van grootmeester Ken Loach, een stuk vuiger en belangwekkender is als het gaat om de verbeelding van de Ierse geschiedenis, heeft Teevan met Resistance – of Rebellion seizoen 2? – een mogelijke franchise te pakken met het grootste deel van de twintigste eeuw nog in het vooruitzicht.