Aardige thriller met zinderende – en goed geschreven – scènes.
Na het ontluisterende einde van het eerste seizoen , waarin de kindermoordenaar uit het in de Ardennen gelegen Vielsart werd ontmaskerd, slaan (oud-)agente Chloé Muller (Stéphanie Blanchoud) en psychopaat Guy Béranger (Angelo Bison) twee jaar later opnieuw de handen ineen. Muller is nog steeds bezeten door de verdwijning van haar zus, en wordt door de ouders van een vermist meisje aangespoord om de zaak te heropenen. Hiervoor moet ze wel weer aangenomen worden bij de politie, waar ze ontslag heeft genomen. Béranger wil zich graag buiten de abdij begeven, en heeft Muller nodig om hiervoor toestemming te krijgen.
Dus gaan de Waalse Hannibal Lecter en Clarice Starling op zoek naar ‘De Speelgoedmaker’, die wellicht de locatie weet van de sekte die we in het eerste seizoen al zagen. De makers verleggen nu de focus naar de profeet – een herder die op Raspoetin lijkt – die met z’n ‘schapen’ diep in de Ardense wouden resideert. Over filmreferenties gesproken: een gesloten gemeenschap, woonachtig in het bos: dat lijkt wel de plot van The Village (2004). En in die gemeenschap worden de meiden en dames gestraft als ze proberen te vluchten, met een roede – Kill List (2011) anyone?
Net als in het eerste seizoen zijn aspecten van het scenario geenszins authentiek. Er wordt gretig leentjebuur gespeeld bij Amerikaanse, Britse en Scandinavische tegenhangers. Maar wat de makers wel in de smiezen hebben is de symboliek: Public Enemy draait om lijden en vergiffenis – echte typisch katholieke noties. Dat zien we terug in de kruizen, in de abdij en zelfs in de kapsalon: wanneer Béranger voor het eerst het dorp in wandelt, begeleid door een wezelachtige monnik, wil hij zijn lange lokken laten knippen en opteert hij voor een scheerbeurt. Deze wens ontaardt uiteindelijk in een zinderende scène – mét een scherp scheermes, uiteraard.
Je zou kunnen stellen dat Public Enemy op microniveau – acteurs, dialoog – niet onder doet voor Europese en Amerikaanse thrillers; maar dat het op macroniveau – grote thema’s – soms een beetje uitgekauwd aanvoelt. Maar dan is er gelukkig ook de humor. Een voormalige kindermoordenaar – Béranger dus – die nu de boekhouding doet voor de abdij en de abt adviseert om ‘renovatiesubsidie’ aan te vragen. Of de lokale dienders die steevast worden uitgebeeld als minkukels, zoals tijdens het vangen van een poedel. Want de reis naar ‘De Speelgoedmaker’ hoeft niet alleen treurig en doorspekt met misère te zijn.