Franse astronaut Sarah en haar jonge dochter Stella worstelen met mamma’s moordende training en het vooruitzicht van een jaar zonder elkaar.
Proxima is twee films ineen. De eerste is een minutieus, uiterst realistisch verslag van hoe de Franse astronaut Sarah - Eva Green, vooral bekend als Bond’s fatale liefde Vesper Lynd uit Casino Royale - haar training krijgt bij ruimtevaartorganisatie Esa in Europa en op Sojoez-lanceerbasis Baikonoer in Rusland. Sarah staat aan de vooravond van een heel jaar aan boord van ruimtestation ISS, om te zien hoe de mens zich tijdens zo’n lang verblijf houdt in de ruimte, ter voorbereiding op een missie naar Mars. Wie een in fictievorm vertelde versie van hoe zo’n training in het echt werkt wil zien, moet kijken; de film probeert dicht bij de loodzware waarheid te blijven en werd op locatie gefilmd. We zien hoe Sarah en haar Amerikaanse collega Mike (Matt Dillon) samen met Russische kosmonauten worden afgebeuld tijdens fysieke trainingen en in nagespeelde crisissituaties in het ruimtestation. Hoe zwaar zo’n opleiding is, komt heel goed over door de kalme, documentaire-achtige stijl van regisseur Alice Winocour (Maryland, Augustine).
De tweede film in Proxima gaat over hoe Sarah jongleert met het gegeven dat zij haar jonge dochter Stella langdurig moet stallen bij haar Duitse vader van wie Sarah gescheiden is, en hoe zowel moeder als dochter het vooruitzicht van zo’n lange en gevaarlijke scheiding haten. Zij het dat Stella het een stuk meer haat dan de ambitieuze Sarah. Ze begrijpt niet waarom moeders avontuur in hemelsnaam belangrijker is dan zij.
Dat kinderen én ouders het haten als die laatsten het heelal ingeschoten worden en het kroost geacht wordt op aarde het leven minus ouder domweg te hervatten, was ons al bekend uit andere films. In Interstellar laat Matthew McConaughey’s karakter zijn dochter Murph ontroostbaar achter op aarde om er, na een hoop getijdreis en twintig dimensies verderop, achter te komen dat hij er bij nader inzien ook niet tegen kan. In Ad Astra redt Brad Pitt, emotioneel totaal verknipt na een jeugd zonder zijn ruimtevarende pappa, zijn vader dertig jaar na diens lancering van een kommervol bestaan in een baan rond Neptunes, om van paps te horen te krijgen dat-ie nooit had moeten weggaan. En in de Neil Armstrong biopic First Man eisen zijn jonge zoontjes pre-lancering ook een verklaring: waarom laat Neil zich in een vliegende bom naar een kale grijze rots schieten, in plaats van veilig voor hen te blijven zorgen? In Proxima, een Frans-Duitse coproductie die veel kleiner en meer ingehouden is dan bovenstaande spektakelfilms, zien we dus hetzelfde dilemma.
Sarah en Stella zijn in Proxima samen steengoed: de meeste scènes tussen actrice Eva Green als de moeder en debutant Zélie Boulant als Stella zijn ontroerend zonder sentimenteel te zijn. Ook de trainingsscènes zijn volkomen geloofwaardig, hoewel het trage (en ongetwijfeld realistische) tempo in de loop van de film wel wat vermoeiend wordt. Het is alsof je het zelf - als kijker - meemaakt, maar dat is niet noodzakelijk een pré; enige verdichting van het scenario was wel op zijn plaats geweest. Een spoorloos verdwijnend zijlijntje in het verhaal over de manier waarop Sarah door haar macho-collega’s wordt gekleineerd en genegeerd, komt wat geforceerd over - hoewel regisseur en scriptschrijver Winocour het tijdens haar research wel veelvuldig te horen kreeg van echte vrouwelijke astronauten. Een groter probleem is Sarah’s nogal ongeloofwaardige insubordinatie tegen de strenge quarantine waarin ze op haar Russische basis zit. Als ze merkt dat, door de afstand met de in Duitsland wonende Stella, er al vóór de lancering verwijdering tussen de boze dochter en haar uitgeputte moeder optreedt, begint ze zich in bochten te wringen om haar dochter ondanks de strikte regels fysiek te blijven ontmoeten. Wat ze allemaal uitspookt had haar in werkelijkheid zonder twijfel subiet haar nog niet eens begonnen carrière als astronaut gekost.
Het scenario durft, net als Sarah, niet resoluut te kiezen tussen carrière en moederschap en dat komt wat ongeloofwaardig over en wordt uiteindelijk toch wat sentimenteel uitgewerkt in de finale. Eva Green maakt dat deels goed, die acteert erg goed; let op de subtiele trekkingen in haar gezicht als ze breed lachend voor de camera’s een heel scala aan emoties laat zien: van woede over de lullige opmerkingen van sommige mannen met wie ze traint, tot verdriet over de dochter die al achter de horizon dreigt te verdwijnen voor ze goed en wel omhoog geschoten is. En het ergste moet misschien nog komen, want niet het snijden doet zo'n pijn, maar het afgesneden zijn, zoals bekend. Als kijker hoop je maar voor Stella dat Sarah niet ook nog eens een retourtje Mars moet maken later, hoewel die laatste daar zelf mogelijk anders over denkt.