Eind jaren 80 was de hiphop van Ice Cube agressief en baanbrekend. Later werd de artiest milder en liet hij, ook als acteur, zien hoe het anders kon in South Central Los Angeles.
2012: Trayvon Martin wordt doodgeschoten door een blanke burgerwacht. 2015: Dylann Roof stapt een Afro-Amerikaanse kerk binnen en berooft negen mensen van het leven. Nog altijd kunnen de spanningen tussen de zwarte en witte bevolking in de VS hoog oplopen. Ook de aanslag in Charlottesville van afgelopen zomer is te herleiden naar het slavenverleden van Amerika.
Eind jaren 80 en begin jaren 90 bereikten de spanningen regelmatig kookpunten. De zwarte gemeenschap leefde in getto’s en jongeren groeiden op te midden van crack-epidemieën en bendeoorlogen. Een van deze jongeren was O’Shea Jackson – inderdaad, een Ierse voornaam. Maar O’Shea was black and proud of it.
Zijn jeugd bracht hij door in South Central Los Angeles, waar armoede en corruptie aan de orde van de dag waren. Oneens met hoe de zwarte gemeenschap behandeld werd door de blanke autoriteiten, besloot hij zich te verzetten door middel van muziek. O’Shea werd de ijskoude en bikkelharde rapper Ice Cube.
Hiphop was in die tijd al kritisch, maar nog niet eerder zo rebels als de gangster-rap van Ice Cube en zijn formatie N.W.A. (Niggaz With Attitude) aan het eind van de jaren 80 – alleen de naam was al aanstootgevend, voor zowel de witte als de zwarte gemeenschap. Waar kritische hiphop de vreedzame Martin Luther King als inspiratie nam, kozen Ice Cube en z’n groep voor de militante mindstate van Malcolm X. De slaventerm Niggaz With Attitude werd omgevormd tot krachtterm. N.W.A. bestond uit vijf jongens uit de achterstandswijken van Los Angeles die geen blad voor de mond namen. Ice Cube was verantwoordelijk voor bijna alle teksten van de groep.
‘Fuck the police, coming straight from the underground. A young nigga got it bad, cause i’m brown. And not the other color so police think, they have the authority to kill a minority,’ rapte hij in de eerste zinnen van het omstreden nummer ‘Fuck the police’. Toen N.W.A. tijdens een concert in Detroit het nummer ten gehore bracht, stormde de helft van het politiecorps het podium op om de niggaz with attitude te lijf te gaan met wapenstokken. Zo werd het gedachtegoed van Ice Cube ironisch genoeg bevestigd. Ice Cube bleef niet lang lid van N.W.A. Zoals veel ruzies in de muziekindustrie draaien om geld, was dat bij Ice Cube niet anders. Toen Jerry Heller, de manager van N.W.A., Ice Cube te lang liet wachten op een verschuldigd bedrag, besloot hij het met behulp van een honkbalknuppel zelf op te halen. Deze straatmentaliteit loopt als een rode draad door Ice Cube’s carrière. Overigens investeerde hij het geld dat hij op deze manier ontfutselde niet in stereotype gouden sieraden, maar in een studie architectuur. Daarnaast bleef hij in hoog tempo muziek onder zijn eigen naam uitbrengen.
In 1991 ontmoette Ice Cube de jonge regisseur en scenarioschrijver John Singleton, die stage liep bij The Arsenio Hall Show. Een van de rollen voor zijn eerste film schreef Singleton vervolgens voor Ice Cube. Titel: Boyz n the Hood, naar een van de populairste nummers die Ice Cube ooit schreef. Ice Cube vertolkte de rol van Doughboy, een jongen die in de jaren 80 opgroeit in South Central Los Angeles. Hij speelde dus praktisch zichzelf. Ice Cube greep deze mogelijkheid aan om nu via cinema te laten zien hoe het is om als Afro-Amerikaan op te groeien in de armoedige en gewelddadige zwarte wijken van de VS en met name voor welke keuzes en moeilijkheden jongeren staan. Stond de witte elite bij zijn muziek nog vooraan om de rapper te veroordelen en te betichten van oproepen tot geweld, de film werd door dezelfde elite omarmd en kreeg twee Oscar-nominaties. In 2002 werd Boyz n the Hood zelfs opgenomen in het National Film Registry vanwege de hoge culturele waarde.
Met film had Ice Cube een positieve manier gevonden om mensen van buiten de kansarme wijken op de hoogte brengen van de situatie. De kritische noot bleef, maar de boodschap werd anders verpakt. Was het album Straight Outta Compton (1988) nog een schokkende representatie van het geweld in Los Angeles, Boyz n The Hood was veel meer een kijkje in het alledaagse leven van jongeren die voortdurend met geweld te maken hadden. Een jaar na de film Boyz n The Hood bracht Ice Cube z’n grootste solo-hit uit. ‘It was a good day’ (1992) beschrijft dezelfde situatie, maar nu is er hoop. Opgroeien in South Central Los Angeles betekent niet per definitie een verloren toekomst.
Al snel volgde nieuw succes op filmgebied, dit keer met een film waarin Ice Cube niet alleen de hoofdrol speelde, maar waarvoor hij ook het scenario schreef. Net als Boyz n the Hood valt Friday (1995) binnen het subgenre hood-films en speelt het zich wederom af in South Central Los Angeles. Toch onderscheidde Friday zich van andere hood-films, want geheel tegen de wetten van het genre in, was Friday een comedy. Wederom vond Ice Cube een nieuwe manier om de problematiek van de achterstandswijken bespreekbaar te maken, namelijk met humor – gezien de thematiek een zeer gewaagde keuze. Maar het werkte: Ice Cube wist zowel de onwetende blanke gemeenschap als de bewuste zwarte gemeenschap te vermaken met een kroniek van everyday life in the ghetto. Inmiddels heeft Friday een cultstatus bereikt binnen de urban community.
Hiphop is anno 2017 een van de populairste muziekgenres. Rappers als Sevn Alias, Broederliefde, Boef, Jonna Fraser en Ronnie Flex zijn voor een groot deel van de Nederlandse jeugd de sterren van nu. Als deze jongens en meisjes al weten wie Ice Cube is, zullen ze in eerste instantie denken aan film. Maar voor hiphopliefhebbers van de oudere generatie is Ice Cube een van de grondleggers van het genre, de eerste rapper die het aandurfde het leven in de getto’s zonder concessies bespreekbaar te maken, lang voor hij op het witte doek verscheen.
Thijs Molenberg is redacteur bij 101Barz Three Kings (met Ice Cube), zaterdag 30 september, Veronica, 20:00