Showrunner Ryan Murphy predikt een lege boodschap.
De verbeelding van de jaren tachtig is in zwang, getuige televisieseries als GLOW en Stranger Things. Dat scenaristen hun verhaalwereld volop situeren in dit kleurrijke decennium is niet uitsluitend een esthetische overweging: er zijn veel politieke thema’s die doorklinken in het heden, en derhalve aandacht verdienen. Zoals de positie van transgender personen in New York, dertig jaar geleden. In Pose volgt de camera een groep flamboyante mensen van kleur, die zijn verbannen door hun families: gezamenlijk vormen ze een immer dansende posse. De bende heet ‘Het Huis van de Overvloed’ en de vileine Elektra (Dominique Jackson) staat aan het hoofd.
Overdag hebben de leden een kleinburgerlijke betrekking of verdienen ze hun geld met sekswerk; ’s nachts transformeren ze zich tot bewegende mannequins die in barokke danszalen de strijd met elkaar aangaan. Er wordt hevig geswingd op Kate Bush, 10CC en Whitney Houston tijdens zo’n tragisch toonbeeld van segregatie: voor types als Blanca (MJ Rodriguez) – zwart en transgender - zijn reguliere nachtclubs verboden terrein. In de pilotaflevering wil de jonge trans vrouw – bij wie hiv is gediagnosticeerd – zich afscheiden van Elektra’s gang, om als laatste daad in haar korte leven een groep jongeren – veelal daklozen – bij elkaar te brengen in een nieuw gezelschap.
Sekswerker Angel (Indya Moore) voegt zich bij het nieuwe ‘Huis Evangelista’ – vernoemd naar het supermodel – evenals aspirerend danser Damon (Ryan Jamaal Swain). Blanca ontpopt zich in korte tijd tot een moederfiguur: in haar huis wordt geen drugs gebruikt en geen prostitutie gebezigd. Via Angel leren we Stan (Evan Peters) kennen: een man met een gezin (Kate Mara speelt zijn vrouw) én een voorliefde voor transgenders. Op deze manier worden de ‘onderwereld’ (de perikelen van Blanca en consorten) en de ‘bovenwereld’ (de Donald Trump-achtige proleten hoog in hun wolkenkrabbers) vakkundig met elkaar verbonden. Met een aardige doorsnede van New York (in 1987) tot gevolg.
Die link wordt niet voor niets gelegd: Pose draait om het showen; het schaamteloos tonen van decadentie. Stans baas (een rol van James van der Beek) heeft een duur horloge, snuift cocaïne en rijdt in een Mercedes 350. Het is volgens hem in dit tijdperk geoorloofd om te pronken met je spullen, zoals Elektra en haar discipelen dat ook doen. Daarin ontmoeten arm en rijk en wit en zwart elkaar. Het is een behoorlijk lege boodschap, die showrunner Ryan Murphy (de alleskunner van FX - en straks Netflix - bekend van American Horror Story en Feud ) hier predikt: de Amerikaanse droom is oppervlakkig, materialistisch en verdorven. Onder het vernis zit geen diepere laag.
Murphy’s werk verandert steeds meer in barok. Veel pracht en praal, maar weinig substantie. En dan ook nog eens vol opzichtigheden en clichés in het scenario: de vlug pratende, witte, hebzuchtige kapitalisten; wellustige mensen van kleur met danstalent. De alom geroemde showrunner had zich beter in kunnen denken hoe een tweede seizoen van The Deuce – gesitueerd in het New York van de jaren zeventig – eruit zou zien. Dan was de conclusie allicht geweest: hier waag ik me niet aan.