Een terminaal zieke glazenwasser gaat op zoek naar een gezin voor z’n zoontje in mooi maar zwaarmoedig drama.
Foto credits: Cinéart
Wanneer de 35-jarige glazenwasser John (een tour de force van James Norton uit Happy Valley ) het nieuws krijgt dat hij terminaal ziek is, dan besluit hij op zoek te gaan naar een gezin voor z’n 4-jarige zoon Michael (Daniel Lamont). John krijgt in zijn zoektocht hulp van een adoptiebureau. Sowieso blijkt het een flinke beproeving om adoptieouders te vinden, en het is wel ‘de belangrijkste beslissing’ van Johns leven. Ondertussen kan hij het niet over zijn hart verkrijgen om Michael in te lichten over zijn ziekte. Omdat hij het gevoel heeft dat Michael straks zielsalleen achterblijft in de leegte.
Norton, die er in de film uitziet als een rasechte arbeider, maakt die treurnis voortdurend invoelbaar. Nowhere Special is een hartverscheurende film. Als filmmaker Uberto Pasolini, die zijn film baseerde op een waargebeurd verhaal, scènes toont van leuke dingen die vader en zoon doen, dan denk je als kijker: dat kan weleens de laatste keer zijn. Pijnlijk zijn ook de momenten waarop John zelf bezig is met z’n aanstaande dood. Hij wil ook als hij er niet meer is een goede vader zijn.
Saillant is dat Michael waarschijnlijk terechtkomt bij rijke(re) mensen. Terwijl John bijna tot aan zijn dood keihard werkt om de rekeningen te kunnen betalen, hebben de echtparen die hij bezoekt het juist goed. Logisch ook: mensen met geld én tijd hebben ruimte in hun levens om een kind te adopteren. Ook dat is een pijnlijke gewaarwording. Pasolini maakt met zijn film inzichtelijk hoe de klassenstrijd in Groot-Brittannië ( Nowhere Special speelt zich af in Noord-Ierland) doorwerkt tot in allerlei facetten.
Onze nieuwsbrief ontvangen? Iedere vrijdag de nieuwste series en films in je inbox! Meld je hier aan.
Nowhere Special is in dat opzicht een pamflet, maar ook vooral een film die emoties oproept. Mooi, maar zwaarmoedig; teder maar confronterend.