Zoek je iets om je zoet te houden tot het laatste seizoen van Game of Thrones? Nightflyers – naar een kort verhaal van George R.R. Martin – is niet de oplossing.
De opening: een ruimteschip zweeft stuurloos door de ruimte. Eén overlevende (Gretchen Mol) stuurt een laatste bericht richting aarde. ‘Dit is geen noodoproep, dit is een waarschuwing: ga niet aan boord van de Nightflyer!’
Het is een intrigerende boodschap die doet denken aan die uit Alien (of Event Horizon, aan jou de keuze), waar het signaal dat de crew van de Nostromo opving uiteindelijk ook niet ‘red ons’ maar eerder ‘red jezelf’ bleek te zijn.
Het is niet de enige verwijzing naar eerdere scifi/horrorklassiekers. Je vindt referenties aan 2001: A Space Odyssey in het ronddraaiende gedeelte van het ruimteschip waar wetenschapper Melantha Jhirl (Jodie Turner-Smith) dagelijks haar rondje rent, en in het raam van het schip dat lijkt op het cameraoog van HAL. De manier waarop computer-ingenieur Lommie (Maya Eshet) zichzelf direct aansluit op het mainframe van het schip doet denken aan Call ( Winona Ryder ) in Alien: Resurrection. Expeditieleider Karl D’Branin (Eoin Macken, Merlin, The Night Shift) wordt geplaagd door visioenen van zijn overleden dochter in een rood regenjasje, net als Donald Sutherland in Don’t Look Now. En zelfs acteur Angus Sampson (die in Nightflyers de nukkige bioloog Rowan speelt) lijkt, met een klein beetje fantasie, op een kruising tussen Peter Jackson en Jack Torrance /Jack Nicholson in The Shining.
Eén van de meer originele toevoegingen – die ook rechtstreeks uit het korte verhaal van George R.R. Martin ( Game of Thrones ) afkomstig is – is het Roy Eris-personage (gespeeld door David Ajala, Falling Waters, Jupiter Ascending), de teruggetrokken gezagvoerder van het schip, die zich alleen als hologram laat zien.
Na de dramatische opening springt de serie terug naar een paar maanden eerder, naar het begin van de noodlottige tocht. D’Branin en zijn crew zijn op zoek naar een enigmatisch buitenaards ras, dat, zo hopen ze, de aarde aan een nieuwe, ongelimiteerde energiebron kan helpen. Maar al snel blijkt er iets niet helemaal pluis op de Nightflyer. Controlepanelen raken defect en diverse leden van de bemanning worden geplaagd door hallucinaties.
Alle vingers wijzen naar de onvoorspelbare Thale (Sam Strike, Eastenders), een ‘empaat’, meegenomen in de hoop dat hij met de aliens zal kunnen communiceren. Maar dokter Agatha Matheson (Mol, Boardwalk Empire, The Thirteenth Floor) vermoedt dat er meer aan de hand is.
De centrale opzet is oké, en volgt daarbij ook redelijk trouw het verhaal van Martin: de zoektocht naar een mysterieus buitenaards wezen, een kluizenaar als kapitein, en de onverklaarbare gebeurtenissen op het schip. Het korte verhaal had een bepaald soort simpele elegantie, zelfs al werd je wel een beetje moe van één van de crewleden die maar bleef zeggen dat zij ‘het nieuwe en vernieuwde model’ – lees: genetisch gemanipuleerd – is.
Maar van simpel en elegant heeft showrunner Jeff Buhler (de aanstaande remake van Pet Sematary, The Prodigy, The Midnight Meat Train) nog nooit gehoord. Natuurlijk hoeft het wiel niet per se opnieuw uitgevonden te worden voor een spookhuis-in-de-ruimteformat. En natuurlijk moet een serie, wanneer die gebaseerd is op een kort verhaal, hier en daar worden opgevuld. Maar het grootste gedeelte van de eerste twee afleveringen van de serie voelt precies zoals dat: opvulling, lawaaiige opvulling. Buhler zet de toerenteller meteen op maximaal. Leden van de bemanning worden door de cockpit gesmeten, verbrand, verdronken en achternagezeten door een moordlustige robotspin. Dat dit je als kijker allemaal weinig doet komt door het feit dat de serie is volgepropt met eendimensionale karakters, waarbij je van de meeste, zelfs wanneer je het begin niet gezien zou hebben, al direct met honderd procent zekerheid had kunnen voorspellen dat ze het einde toch niet zouden halen.
Misschien hadden we als kijker ook naar Agatha’s waarschuwing moeten luisteren.