Logo VARAgids
De VARAgids online heeft uitgelichte artikelen, allerlei winacties, podcasts en het tv-overzicht.

Mister Minuut

22-03-2021
  •  
leestijd 5 minuten
  •  
578 keer bekeken
  •  
mister minuut prepr
Door Kees van Unen
In ‘De minuut van Ruud’ maken we kennis met de hersenspinsels en gedachtekronkels van comedian Ruud Smulders. En niet iedereen hoeft het leuk te vinden.
Het is maandagmiddag en uit een doodnormaal huis in een doodnormale Utrechtse woonwijk klinkt hard: ‘Jóóóóduh, jóóóóduh, jóóóóduh!’ Het zal niet de eerste keer zijn dat de buren van Ruud Smulders (33) twijfelen aan de geestesgesteldheid van hun buurman, maar het zit anders. Smulders is niet gek, hij is aan het werk. Drie keer per week verzorgt hij een rubriek bij talkshow De vooravond, ‘De minuut van Ruud’. Dat gaat op tempo, snel gesneden, met zo’n beetje elke twee seconden een nieuwe grap of actueel inhakertje, visueel of in uitgesproken tekst. Vandaag over jodenkoeken die geen jodenkoeken meer mogen heten. Vandaar dus: ‘Jóóóóduh!’Die minuut maakt hij thuis. Eerst bedenken, dan schrijven, dan opnemen en tot slot monteren –allemaal zelf. Wat ooit een eetkamer was, is nu een studio. Een offer is het, vooral voor zijn vriendin, schrijver Anne-Fleur van der Heiden (33). ‘Geven en nemen hè,’ zegt Smulders. ‘Ik neem een eetkamer en daar geef ik verder niet om. Nee hoor, ik realiseer me wat ik van haar vraag. Het is een beetje zoeken natuurlijk. ‘De minuut’ is een kans voor me en bovendien betaalt het ook de huur, maar voor haar is het niet altijd chill. Vooral dat geblèr de hele tijd. En de buren? Gelukkig is onze buurvrouw zelf ook heel luidruchtig, dus daar hoef ik me niet schuldig over te voelen.’Eerlijk is eerlijk: het is een hoop geblèr. In de opneemfase doet Smulders zijn tekst – of kreten soms – achter elkaar door, steeds opnieuw. In de montage plukt hij er later de beste versie uit om te gebruiken, maar de realiteit tijdens het opnemen is er dus eentje van herhalen, herhalen, herhalen. ‘Jóóóóduh!’ klinkt het weer, en dan: ‘Ik denk dat ik hem nu heb.’ Hij loopt naar de camera, klikt het geheugen-kaartje eruit en stopt hem in de computer. Meteen kijken. Toch niet goed. Iets met zijn haar, dat opeens de andere kant op zat. ‘Niks ijdels,’ zegt Smulders, ‘maar het ziet er gek uit als m’n haar tijdens die minuut opeens heel anders valt. Er zijn denk ik weinig mensen die voor hun werk zoveel naar zichzelf moeten kijken als ik, maar ijdelheid krijgt weinig kans. Tuurlijk, er zit weleens een shot tussen waarbij ik denk: hee, best een leuke man om te zien. Maar dan druipt er twee shots later alweer mayonaise uit m’n mond en, ah well. Nou ja, de buit is toch al binnen.’

Een deur verder – in de huiskamer – zit die buit, geflankeerd door drie poezen. Even zijn ze in de traditionele manvrouwverhouding geschoten, vertelt ze. Zij het koken, het huis, al die dingen. Smulders alle ballen op zijn werk. Dat bestond vorig jaar een paar weken achter elkaar uit grappen verzinnen voor Dit was het nieuws én die minuut. Twee dagtaken: tropenweken waren het. Vroeg opstaan, de kranten lezen en een onderwerp voor de minuut kiezen, schrijven en maken. Dan was de deadline om 16.00 uur en sloeg hij om 16.15 de krant opnieuw open, nu voor Dit was het nieuws. Smulders werd een soort grapjesfabriek. En dat zeven weken achter elkaar, zes dagen per week. Smulders: ‘Na week vier of vijf begon ik mezelf af te vragen: vind ik wel zoveel? En aan het einde van die periode zag ik helemaal niet meer wat leuk was. Fysiek en mentaal hield ik me wel staande, maar ik was volledig grappenmoe.’En toch, het lukte. ‘Omdat we thuis even als team werkten. Daarom vooral. Maar ook omdat ik het leuk vind. Dat moet ik altijd uitleggen, er zijn zoveel mensen die hun werk niet leuk vinden. Dan vraag ik altijd: wat is je hobby? Fietsen? Oké, je zou vast het liefst op maandag ook een stuk gaan fietsen maar dan moet je werken, toch? Nou, ik mag altijd fietsen. En ook al word ik er soms moe van, het blijft fantastisch dat ik dat mag.’

Iets rustiger heeft Smulders het nu. En het is de vrijheid die hij bij De vooravond krijgt die het zo fijn maakt. Niemand van de redactie weet wat hij om 16.00 uur die dag precies opstuurt om vervolgens drie uur later op primetime uitgezonden te worden. ‘Het is geen nachtradio hè,’ zegt Smulders, ‘er kijken echt heel veel mensen. Daarom vind ik het zo speciaal dat ik mag doen waar ik zin in heb. Nog steeds denk ik tijdens het schrijven en spelen heel vaak: oh, oh, oh, dit gaan mensen gewoon zíén vanavond.’ En dat terwijl de humor van Smulders toch vrij specifiek is. Het gaat snel, het is bizar en echt een kwestie van smaak. ‘Ik snap heel goed dat mensen mij niet altijd snappen,’ zegt hij. ‘Het had bij De vooravond ook even tijd nodig. De eerste maand begreep ik dat er veel kritiek was – zelf kijk ik nooit op sociale media – maar daarna merkte ik dat er opeens nieuwe volgers begonnen te komen op mijn kanalen. Fidan Ekiz (een van de presentatoren van De vooravond, red.) vertelde me laatst: “Ik vond het eerst écht niet leuk, maar opeens snapte ik het: we kijken gewoon een minuut in het hoofd van Ruud.” Toen ging ze het waarderen. Het is ook elke keer weer anders, mijn meningen staan niet vast, de vorm ook niet. Die vrijheid vraagt veel van de kijker, dat snap ik. Maar ik zou het zelf niet anders willen. Van inperking word ik ellendig. Ik pin mezelf nergens op vast. Ik maak video’s, ik acteer, ik maak grappen, ik schrijf, ik rap: kortom, ik maak gewoon dingen. En meestal precies waar ik zelf zin in heb.’ Dat is een verworvenheid, beseft hij zelf ook. Vijftien jaar lang kwam hij niet of nauwelijks rond van wat hij maakte. Smulders: ‘Toch heb ik nooit getwijfeld. Hoewel, één keertje. Toen had ik nog een bijbaan in de bediening bij het Rijksmuseum en ik zag het opeens niet meer gebeuren allemaal. Financieel was het penibel en ik zag geen perspectief. Toen ben ik bij mijn bedrijfsleider gaan vragen of ik niet wat meer verantwoordelijkheid kon krijgen daar. Op weg naar huis voelde ik mijn droom in duigen vallen. De volgende ochtend zag ik online een vacature: ze zochten een grappig persoon die kon acteren voor een tv-programma met een verborgen camera. Ik had haast dus ik mailde alleen: ik ben wie je zoekt, bel maar. Superasociaal maar ze belden. Het lukte, en zo werd ik vier seizoenen lang het gezicht van Hufterproof. Zie je wel: nóóit twijfelen.’

Lees verder in VARAgids 13 vanaf bladzijde 18.

Meer over:

#artikelen
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Ontvang elke werkdag de beste kijktips met de Avondeditie-nieuwsbrief