SNL-presentator Michael Che is in zijn Netflix-special cynisch (en geestig) over discriminatie.
Vorige week verscheen de Netflix-special van Colin Quinn , een komiek met een ietwat gedateerde blik op racisme. Quinn maakte in de jaren negentig furore als presentator bij Weekend Update, het satirische nieuwsprogramma dat onderdeel uitmaakt van Saturday Night Live. Het is volstrekt begrijpelijk dat de twintig jaar jongere Michael Che (1983) nu deze functie bekleedt. Met Michael Che Matters, een fris eigentijds uur stand-up komedie, zit de komiek net als bij SNL dichter op de actualiteiten dan zijn voorganger. Op komisch-cynische wijze belicht hij – vanuit zijn achtergrond als zwarte man – hoe racisme juist nog steeds een groot pijnpunt is.
De geboren New Yorker is bijna onherkenbaar wanneer hij het podium betreedt: zonder maatpak, gekleed in een trui met fonkelwitte sneakers. Hij begint de avond met een voor hem kenmerkende Weekend Update-achtige grap over daklozen, de enige stadsgenoten die hem zonder represailles het N-woord mogen noemen. Want, zoals Che uitlegt: ‘Racisme moet je verdienen.’
En wie over discriminatie begint, kan het onderwerp politiegeweld natuurlijk niet uit de weg gaan, aldus Che: ‘Zwarte mannen en politieagenten gaan moeilijk samen. Ik weet niet of je het nieuws van de laatste 400 jaar hebt gezien?’ Halverwege verlegt Che zijn focus naar andere onderwerpen, van lesbische porno tot Donald Trump. Zonder zijn hoofdthema uit het oog te verliezen: die link is nooit ver weg, net als de relatie van de grappen tot zijn eigen persoonlijke leven. Voor Michael Che is zelfspot eerder regel dan uitzondering. Het helpt hem uit te leggen hoezeer discriminatie ook voor hem voortdurend onderhevig is aan verandering.
Michael Che Matters, vanaf 25 november bij Netflix