Margriet van der Linden zoekt in landen als China, Rusland en Libanon antwoord op de vraag: ‘How to be gay?’
Hoe is het om homoseksueel te zijn? Met die vraag reist journaliste en presentatrice Margriet van der Linden af naar landen als China, Rusland en Libanon. Landen met een autoritair regime, met strikte opvattingen over mannelijkheid en vrouwelijkheid, met een verantwoordelijkheidsgevoel naar familie, met een zwijgcultuur. Kortom, landen waar de homoseksueel nauwelijks een positie heeft. In de zesdelige serie How to be gay maakt Van der Linden het perspectief van jonge mensen die afwijken van het hetero normatief voelbaar. Dat uit zich niet in voor de hand liggende uiteenzettingen over het kommer en kwel van de homogemeenschap, maar in ontroerende, hartverwarmende en verbindende verhalen, waar Van der Linden de ideale gesprekspartner voor is.
Opgegroeid in een streng gereformeerd milieu kent Van der Linden de worsteling die jonge gays ervaren met hun seksuele geaardheid. Na de verschijning van haar semi-autobiografische roman De liefde niet uit 2015 – over een jong meisje in een christelijke omgeving – werd Van der Linden overspoeld met berichten, waarin mensen persoonlijke ervaringen met haar deelden. Het was de aanleiding voor een serie met het perspectief van de homoseksueel als kern. ‘Ik ben een verhalenverteller. Ik wilde mijn ervaring breder trekken, in perspectief plaatsen en meenemen in de wereld.’
De aftrap van How to be gay speelt zich af in China. In de Chinese cultuur voert familie de boventoon: kinderen voelen zich enorm verantwoordelijk voor hun ouders en willen het geluk van hun ouders allesbehalve verstoren. Samen met honderden homoseksuelen stapt Van der Linden aan boord van een lhbt-cruise. Een zeetocht van enkele dagen waarin zowel hartverwarmende als dramatische taferelen plaatsvinden. Zo zijn er jonge homo’s en lesbiennes die het vaste land van China verlaten om elkaar buiten de landsgrenzen, op het water, het ja-woord te geven. Ook zijn er gays die hun ouders onder valse voorwendselen hebben meegenomen om uit de kast komen. Niet een-op-een in een kajuit, maar in de spotlight van een gigantische zaal met honderden mensen om hen heen. Dit zorgt voor kippenvelmomenten, waarin een moeder vol trots de hand van daar dochter vasthoudt en haar een voorspoedig leven wenst. In een interview even later vertelt de dochter op het dek van het schip dat ze rekening moest houden met haar moeder. Ze kwam tenslotte van het platteland en heeft niet veel van de wereld gezien. Het laat zien hoe sterk het verantwoordelijkheidsgevoel van de kinderen naar hun ouders toe is. Dat dit ook een schaduwzijde heeft, blijkt na de coming-out van een jongen genaamd Chenguang, dat ‘ochtendgloren’ betekent. Zijn moeder – de vaders zijn minder in beeld – reageert allerminst positief en dreigt zich van het schip af te gooien.
Van der Linden kent het gevoel van verantwoordelijk naar ouders die kinderen ervaren: ‘Dit is altijd hoe het gaat,’ zegt Van der Linden. ‘Natuurlijk is het een grote shock voor de familie, dat weet ik, maar het laat ook zien hoe erg wij altijd bezig zijn met de ander. Op de boot overviel mij dat en ik werd er pissig van. Die moeder wil zelfmoord plegen door haar zoons coming-out. Niet alleen op een boot in China, de gedachte van kinderen dat zij verantwoordelijk zijn voor het geluk van hun ouders is overal aanwezig. Het gaat ook altijd om: en die ouders?’ Haar eigen ervaringen en emoties omtrent seksuele identiteit zijn voelbaar in de gesprekken. Door Van der Lindens voorzichtige manier van aanpak en grote mate van inlevingsvermogen wordt er een band gecreëerd met haar gesprekspartners. Ze stopt als iemand zich niet op zijn gemak voelt. Door die oprechtheid wordt één ding duidelijk: dit gaat niet om vermaak, maar om een menselijk gesprek. ‘Ik weet wat ze voelen: het leven van mijn familie wordt minder leuk als ik mijn mond open trek. Hun geluk hangt van mijn stap af.’
Van der Linden benoemt de zwijgcultuur die heerst in de landen die ze bezoekt. Dit wordt pijnlijk duidelijk als ze op bezoek gaat bij de moeder van haar homoseksuele tolk Runze, in de veronderstelling dat er een documentaire wordt gemaakt over gezinswaarden. Van ook maar enig besef dat haar zoon gay is – hij heeft zelfs een vriend – is geen sprake. Als Van der Linden vraagt of ze veel met haar zoon praat is het antwoord van de moeder: ‘We praten veel. Over dat hij een vrouw moet vinden.’ Ook in Libanon, waar de zwijgcultuur tekenend is voor homo’s, willen ouders niet inzien dat de toekomst van hun zoon niet met een vrouw ingevuld zal worden. Zo spreekt Van der Linden een Libanese jongen. Door zijn flamboyante verschijning springt zijn seksuele geaardheid in het oog, maar zijn ouders hebben geen idee. ‘Als je er daar niet over praat, dan bestaat het simpelweg niet. Hoe gay je ook bent, er wordt niet over gesproken. Ik heb daardoor meer begrip gekregen voor mensen die ervoor hebben gekozen om te zwijgen. Je komt erachter hoe zwaar de consequenties zijn.’
Naast China en Libanon reist Van der Linden af naar Rusland, waar het leven van homoseksuelen in grote mate wordt beperkt door de anti-homopropagandawet. ‘Ik voelde hoe het is om in een land rond te lopen waar geweld tegen homo’s min of meer legitiem is. Hoe dat je gevoel van vrijheid aantast. Heel beangstigend, maar daarom waren we er! Ik was er niet om de confrontatie op te zoeken, maar om de situatie voelbaar te maken.’
How to be gay belooft een geslaagde serie te worden waarin zowel verschillen als gelijkenissen van jonge mensen uit de lhbt-gemeenschap worden geschetst. ‘Ik ben heel blij met de intimiteit die is ontstaan. Als je met de beste bedoelingen met elkaar het gesprek in gaat en het hebt over de essentie van zaken, dan kom je zeer dicht tot elkaar. Over de hele wereld heb ik gedacht: daar loopt mijn familie. Het geeft verbondenheid en daar ben ik blij om.’
How to be gay, vrijdag 23 november, NPO 2, 21:05 uur
Margriet van der Linden kijkt in zes landen hoe ze daar omgaan met homoseksualiteit.