Op een doordeweekse avond bezocht Marcel van Roosmalen een vestiging van Kentucky Fried Chicken en proefde er de lekkerste kipvleugeltjes ooit. Maar het bezoek riep ook vragen op.
Kentucky Fried Chicken, kortweg KFC, is een fastfoodrestaurant. ‘Een soort McDonald’s, maar dan met alleen maar plofkip op het menu’ schatte ik het bedrijf bij voorbaat in, maar misschien deed ik ze daarmee ontzettend tekort. Op de eigen website deed KFC alvast alsof de consument gek en goedgelovig is met een stukje storytelling over founding father Harland Sanders, een man met een bril en een baardje uit Indiana die is verworden tot het logo van het bedrijf.
‘Het verhaal begint op 9 september 1890, de dag dat Harland geboren wordt in Henryville, Indiana. De eerste periode van zijn leven gaat hij van baan naar baan (stoombootkapitein, spoorwegbrandweerman en zelfs als boer) en reist hij heel Amerika door. Wanneer Harland 40 is, koopt hij een motel in Kentucky en begint met het verkopen van zijn southern style chicken. Het restaurant doet het zo goed, dat hij wordt benoemd als ‘Kentucky Colonel’ voor zijn bijdrage aan de maatschappij.
[blendlebutton]
Eindelijk! De Colonel vindt in 1939 de perfecte mix van 11 specerijen en kruiden (topgeheim) die wij vandaag nog steeds gebruiken. In 1950 trekt de Colonel voor het eerst het beroemde witte pak aan. Denk je dat hij daarna ooit nog iets anders aan heeft gehad? Nee. In de winter had hij een wollen pak, in de zomer een luchtigere van katoen! In 1972 opent de eerste KFC in Nederland, Rotterdam om precies te zijn. Inmiddels heeft KFC 52 restaurants in Nederland waar ongeveer 2.200 mensen werken. Is dit het? Nee! Wij hebben de ambitie om nog veel meer restaurants te openen!’
In werkelijkheid is het bedrijf al jaren onderdeel van Yum! Brands, dat met onder meer KFC, Pizza Hut en Taco Bell het grootste fastfoodbedrijf ter wereld is. KFC is de grootste fried chicken-keten ter wereld en heeft een dubieuze reputatie. Dierenrechtenorganisatie PETA, Greenpeace, Wakker Dier, Pamela Anderson, Paul McCartney en de dalai lama vinden allemaal dat de leveranciers van KFC-kippen onethisch behandelen door ze in te kleine ruimtes te houden, onhygiënisch te behandelen, stervende dieren met antibiotica in leven te houden en ze levend te koken. Op het internet circuleren video’s waarop Pamela Anderson beelden laat zien van de kippenboerderijen van KFC-leveranciers. Op de website ‘Kentucky Fried Cruelty’ wordt ‘Colonel Sanders’ neergezet als een kippenmishandelaar. Op video’s is te zien dat kippen in elkaar worden geslagen, uit elkaar worden getrokken en tegen de muur worden gegooid. Greenpeace beweert dat KFC stukken regenwoud kapot maakt met hun restaurants en Wakker Dier riep KFC in 2015 uit tot ‘Liegebeest’ van Nederland. ‘KFC werd genomineerd vanwege uitspraken op hun website. Onder het mom ‘Don’t worry, Eat Happy’ kakelde de plofkipgigant dat je je ‘geen zorgen hoeft te maken’, omdat zij zorgen voor ‘goede kwaliteit kip’.
In Nederland verweerde KFC zich met een poster waarop KFC stelde er ‘streng op te letten dat de kippen op een goede manier worden gedood’. In Groot-Brittannië nodigde KFC de BBC uit om te komen kijken hoe het achter de schermen toe gaat bij KFC. In de documentaireserie The Billion Dollar Chicken worden allerlei werknemers gevolgd – ‘van schoonmakers tot kippenhouders’ –, worden ‘locaties geïnspecteerd en krijgen leidinggevenden kritische vragen voorgelegd’. De documentaire riep op haar beurt weer vragen op. Critici stelden onder andere dat het twijfelachtig was of KFC wel alles liet zien en dat het sinds Breaking Bad toch wel bewezen was dat kippen-restaurants niet te vertrouwen zijn.
Met deze informatie in het achterhoofd reisde ik voor een korte, oppervlakkige inspectie naar het dichtstbijzijnde KFC-restaurant, die tegenover een vestiging van McDonald’s aan de Dappermarkt in Amsterdam-Oost bleek te zijn. Ik arriveerde om zes uur ’s avonds. Achter de rood-witte counter stond Destiny, een donker meisje met zwoele lippen waarop ze paarse lippenstift had gesmeerd. Ze stond er samen met ‘de kok’, een jongen die schuin achter haar druk was met schoonmaakmiddelen en een rol keukenpapier, helemaal alleen voor. In het echt heette ze overigens geen Destiny, maar ik besloot tijdens het schrijven dat ik haar naam maar moest veranderen omdat ze anders haar baantje niet zeker was. Ik bestelde een dubbele espresso.
‘Jammer dan,’ zei Destiny, ze had het Douwe Egberts-apparaat uitgezet en dat ging ook echt niet meer aan want de kok was er ook al met de keukenrol overheen geweest. We hadden een kort praatje over haar werk, dat ze best wel zwaar vond. Er was geen bedrijfsleider aanwezig. Over het bedrijf zelf wist ze niets, behalve ‘lekker kippetje, toch?’, zelfs dat er aan de overkant van de straat een vestiging van McDonald’s zat was nieuws voor haar. Ze liep er voor naar het raam en zei dat ik gelijk had. ‘Echt waar!’ zei ze hele tijd. ‘Echt waar!’
Ik bestelde een cola en ging aan een van de rode zitjes zitten, die nog een beetje plakkerig waren van de vorige klanten. De kleinste cola was bijna een halve liter, toen ik het op had moest ik naar het toilet, maar dat ging niet omdat je om naar het toilet te kunnen vijftig eurocent in de deur moest gooien. Ik gooide vijftig cent in de deur, de deur ging niet open.
Terug naar de counter, waar inmiddels een rij stond. Destiny: ‘Wel achteraan gaan staan.’ De jongens voor me bestelden een ‘family Bucket hot wings’, dat was een plastic emmer vol kippenvleugels. Ik vroeg: ‘Eten jullie vaak kippenvleugels?’ Het was een rare vraag en dat wist ik zelf ook wel. Destiny zei dat het probleem met de toiletdeur vaker voorkwam, eigenlijk iedere keer als er iemand moest. Ze ging me voor met een handvol muntjes, die ze een voor een in de deur gooide, net zolang totdat er een klik te horen was. ‘En nou kun je…,’ zei ze toen we het muntje hoorden vallen. Het was het goorste toilet dat ik ooit in een fastfoodrestaurant had gezien. Er was gerookt, niet doorgespoeld en overal lag pis, ook in de wasbak. Terug in het restaurant keek ik daarna toch anders aan tegen (1) de kok, een jongen die nog steeds met papieren doeken stond te wrijven en (2) vooral tegen de posters waarop – in het Engels – stond dat alle gerechten door hem in deze vestiging vers werden bereid. Ging hij ook naar het toilet? Waste hij zijn handen goed? En hoe dan, want ook over de wasbak en de kraan was gepist.
Destiny zei dat de toiletten inderdaad vies waren, maar dat niemand zich daaraan stoorde. ‘Vieze marktmensen. Ze komen de hele dag binnen om even snel hun ding te doen, daarom hebben wij dat systeem met een muntje in de deur…’ Het was wel zo dat het toilet ’s morgen schoner was dan ’s middags. ‘En ’s middags schoner dan ’s avonds.’ Ik vroeg wat het lekkerste was dat ik kon bestellen. ‘Hot wings.’ Ik vroeg me hardop af of ik dat wel wilde, zes hot wings. Zij: ‘Neem dan vier chicken wings! Of drie. Drie voor twee euro.’ Ik bestelde drie hot wings. Destiny schepte ze uit een grote glazen bak, die een paar keer per dag werd aangevuld. Ik ging zitten naast de jongens met de family bucket. Ze aten de ene wing na de andere, spraken met volle mond en veegden de vettigheid weg met een ‘afveegdoekje’ van de stapel die ze gekregen hadden. Ik kreeg mijn drie wings met 17 afveegdoekjes, dat was precies genoeg, want uit een hot wing, hoe klein ook, kruipt tijdens het bijten nogal wat vet tevoorschijn. Eerlijkheidshalve moet ik wel bekennen dat ik nog nooit zulke lekkere stukken kip gegeten had. Dat lag vooral aan het krokante korstje dat de kok er dus omheen had gedaan, met of zonder blote handen. Destiny: ‘Ik denk wel met blote handen, hoor!’ Zeg, dat nou niet, dacht ik, ze smaakten net zo lekker. We keken alle twee naar de kok, nog steeds bezig met een poetsdoek. ‘Ik ga hem niet storen om te vragen hoe hij ze maakt,’ zei Destiny. ‘Het recept is trouwens ook geheim.’ De jongens die een family bucket hadden gegeten, wilden nog een family bucket. Destiny zei dat zoiets regelmatig voorkwam. Ik verliet de vestiging met veel vragen. RTL Z, 31 januari, 20:30 uur