In de schaduw loert een capuchondragende spierbonk die vliegensvlug korte metten maakt met een drugslab. De opzwepende soundtrack suist door zijn oren: fijne soul, hiphop en funk verrijken de groene, gele en bruine tinten in elk shot. Dan gaan de oordoppen uit: op de hoek van de straat verkoopt een dealertje een ‘kogelvrij’ middel met een onverwoestbare naam: Luke Cage. De aanvankelijk ongewenst verklaarde superheld is aan het begin van het tweede seizoen uitgeroepen tot een geliefde beschermer van Harlem. Er is zelfs een lokale harddrug naar hem vernoemd en daar is Cage zelf natuurlijk niet blij mee. De geheelonthouders hebben hem daarentegen op het schild gehesen als de zwarte jezus, een gedroomde patroon van de wijk.
Het is maar de vraag hoe lang die euforie gaat duren: sceptici vragen zich af of er niet een stiekem duistere agenda schuilgaat achter de goede daden van Cage. Een van de grootste twijfelaars is Luke’s vader James (de laatste rol van Reg E. Cathey die dit jaar op 59-jarige leeftijd overleed ) die in de eerste aflevering ineens ten tonele verschijnt. De doorgewinterde prediker zal dit seizoen fungeren als een orakel die zijn zoon zal leiden of zal laten afdwalen. James’ intenties zijn nog onduidelijk. Intussen is rechercheur Misty Knight (Simone Missick) enigszins terug op haar oude plaats, zonder de arm die ze in The Defenders verloor, maar met de drive om Mariah (Alfre Woodard) en haar rechterhand en minnaar Shades (Theo Rossi) achter slot en grendel te krijgen. Het illustere duo is namelijk alweer een nieuw plan aan het bekokstoven; een plan dat mogelijk zal leiden tot een grote bendeoorlog.
De kapsalon van weleer is deels omgebouwd tot een fanshop van waaruit Dave Griffith (Jeremiah Craft) een app runt waarop je kan zien waar Luke Cage zich bevindt. Maar de protagonist (Mike Colter met zijn immer zwoele stem) heeft daar helemaal geen behoefte aan: ‘Ik wil niet in de spotlight staan, gratis koffie is al cool genoeg.’ De oneliners zijn de held zonder tenue op het lijf geschreven. En over zijn lijf gesproken: na een moordaanslag blijkt dat de zogenoemde judaskogels niet meer effectief genoeg zijn. Het bad dat in het vorige seizoen Luke Cage’s laatste redmiddel bleek heeft zijn fysieke krachten zelfs nog meer geoptimaliseerd.
Tijdens een clinic op een sportveld mag hij dientengevolge nieuwe records verbreken. En aangezien hij krap bij kas zit, komt een sponsorcontract met Nike goed uit. Dat regelt zijn mentor Bobby Fish (Ron Cehpas Jones) wel even voor hem. Over sponsoren gesproken: flessen Johnny Walker: Black Label verschijnen vaak pontificaal in beeld (dat kan zonder gêne bij Netflix). Maar dat terzijde: Mariah en consorten gaan op zoek naar een krachtigere judaskogel – Cage’s kryptonite – en stuiten op een nieuwe tegenstander genaamd Bushmaster (Mustafa Shakir): een Caraïbische gangster wiens lijf via een onbestemd kruidenmiddeltje ook niet te penetreren blijkt door kogels.
En dan zijn er - zoals showrunner Cheo Hodari Coker heeft beloofd - de geweldige muziekacts in de fijne nachtclub Harlem’s Paradise, waar menig scène plaatsheeft. De afsluiter van de tweede aflevering is bijvoorbeeld Gary Clark Jr. Zo ontstaat er weer een intrigerende, gestileerde symbiose van een vleugje kunst (het schilderij Kronen van Michel Basquiat aan de muur), fijne muziek, zinderende actie en kwaliteitsdrama. Met een nieuwe superheld / antagonist (Mariah heeft een dochter genaamd Tilda, gespeeld door Gabrielle Dennis) en uiteraard Luke’s vriendin Claire (Rosario Dawson), die haar geliefde met hand en tand zal verdedigen. Luke zal op zijn beurt – als je zijn vader mag geloven – af en toe zijn agressie moeten bedwingen, om de strijd te kunnen winnen. Oftewel: hij zal de juiste wolf moeten temmen.