‘Simplicity takes a lot of work’, zegt cinematografe Agnes Godard in Living the Light, de documentaire die Claire Pijman maakte over de vorig jaar overleden cameraman Robby Müller (1940-2018).
De Nederlandse cameraman was (en is) een begrip onder generaties filmmakers en filmkijkers. Zijn gebruik van (bestaand) licht, zijn wijde kaders, zijn oog voor detail en voor het moment. Toen hij in de jaren zeventig begon, was het allemaal nieuw en als je films als Paris, Texas, im Lauf der Zeit, Down by Law en Barfly ziet, dan valt dertig, veertig jaar later nog altijd de vernieuwing op en zie je hoe Müllers camerawerk van invloed is geweest op de filmgeschiedenis in de laatste twee decennia van de vorige eeuw – en eigenlijk nog steeds is.
Meer dan in eenvoud kenmerkt zijn werk zich door een gevoel van eenzaamheid. Pijman, zelf ook cinematografe, kende Müller persoonlijk en kreeg toegang tot zijn privé-archief. Daarin stuitte ze op allerlei eigenlijk weinig verheffende homemovies, vooral van de hotelkamers waarin hij op zijn vele producties woonde. Twee van die filmpjes zijn onvergetelijk: in de ene filmt hij zichzelf terwijl hij vanaf een hotelbed in New York tegen zijn moeder praat over wat hij zoal doet op zijn vrije dagen (‘Ik denk dat ik zondag even de stad in ga met mijn grote camera’), in de ander filmt hij zijn ouders als ze een wandeling maken en ze, net als hij, oog blijken te hebben voor elk bloemetje dat ze onderweg tegenkomen.
Maar het zijn vooral de fragmenten uit de vele speelfilms, die laten zien wie hij was en wat hem zo’n bijzondere director cinematographer maakte.
Living The Light - Robby Müller draait vanaf 20 september in de bioscoop