Vrijdag 7 januari 2022, 13.00 uur. Locatie: Winterberg, Duitsland. Evenement: wereldbeker skeleton en bobsleeën, bij de startpositie van de eerste run van Kimberley Bos, op dat moment eerste in het skeletonklassement om de wereldbeker. Voor Vincent Kortbeek, officieel technisch directeur, verantwoordelijk voor topsport en talentontwikkeling bij bobsleeën, skeleton en rodelen, zijn dit spannende tijden, want een WB-zege ligt in de aanloop naar de Spelen op de loer. De gehele dag is hij in de weer met atleten – bij de start, dan weer bij de finish, overlegt met de andere leden van de staf, regelt ondertussen zo’n beetje alles op het gebied van ondersteuning en faciliteiten en is aanspreekpunt voor de officials. Tussen de heats van skeleton en bobsleeën door is er tijd voor reflectie.
Kortbeek: ‘Ik focus me nu geheel op de wereldbeker en Peking maar we zijn ook bezig met de toekomst, om ook over vier jaar met nog meer atleten kans op deelname te maken er serieus te presteren. Bij het rodelen hebben we twee atletes met een Kroatisch paspoort. Ze sleeën op een Nederlandse licentie, maar kunnen niet uitkomen op de Spelen. Voor bob- sleeën en skeleton geldt, en dat laten we nu met Kimberley ook zien, dat we niet onder hoeven te doen voor andere landen. Veel landen hebben eigen banen. Wij niet. Wij kunnen net als andere landen ook vanaf begin oktober tot en met maart op veel banen een afdaling maken. Maar hier in Winterberg kost een afdaling buiten de wedstrijdweken om, zo’n tachtig euro per keer. Dat is veel geld. En het materiaal dat kost ook veel geld. Als je dat wilt testen, moet je meerdere sleeën hebben, dus meerdere piloten, en al die mensen moeten hier ergens verblijven. Reken maar uit: per afdalingsrun vier of vijf sleeën waar je tachtig euro voor moet betalen, en dat doe je vijf tot acht keer op een dag. Dat tikt aardig aan. Landen met een eigen baan hebben die kosten niet. De kosten van het testen, de ontwikkeling, de productie, en de mislukkingen die je in een ontwikkeltraject hebt, moeten door iemand gedragen worden. Wij hebben nu – zeker met skeleton –goed materiaal, maar die slee is in verhouding een stukje goedkoper dan een bobslee. Nog steeds geen goedkoop ding, hoor. Met vijftienduizend euro heb je een topslee. Een van Kimberleys coaches, Kristan Bromley, is ook sleebouwer en hij heeft deze volledig gefinetuned voor haar.
14.30 uur. Met een sterke tijd van 57.88 weet Kimberley Bos de eerste run te winnen: ‘Het ging fantastisch. Ik maakte voor mijn gevoel geen enkele fout'.
Kortbeek: ‘We zien potentie in Kimberley met haar talent voor sturen, maar ze moet ook ervaring opdoen, meters maken. Ze moet, en dat geldt ook voor bobpiloot Ivo de Bruin, snelheid weten te vinden. Je moet gevoel voor sturen hebben op hoge snelheid en dat onder letterlijke druk. De slee wil uit de baan. De druk die de slee krijgt, moet je gebruiken. Als je niks doet, zeker bij een skeleton, zie je ze met enorme golfbewegingen door een bocht gaan. Dat kan snelheid opleveren, omdat je dan niet aan het sturen bent want als je stuurt, maak je weerstand met je ijzers. Dan schraapt-ie eigenlijk wat meer over het ijs. Dus wat je wilt, is dat je in de bochten die golfbeweging enigszins onder controle hebt, en zoveel stuurt
dat je soms zelfs in een vlakke lijn er doorheen gaat. Waardoor je soms minder meters maakt en met meer snelheid uit de bocht komt. Hetzelfde geldt voor bob- sleeën. Daar is het ook zo dat op het moment dat je niks doet, je slee gaat wel omhoog in die bocht, maar ergens wil hij ook weer een keer naar beneden. Doe je dat aan het einde van de bocht, of vijf meter verder? Dan moet je dus de druk mee hebben genomen in die bocht om net die vijf meter verder uit te komen. Dat is een kwestie van timing.’
‘Een aantal sleutelposities in deze sport moet je namelijk voor elkaar hebben. De baancoach, degene die daadwerkelijk weet hoe ze door een baan moeten sturen, is belangrijk. En de startcoach, die zich richt op de explosieve start, bij bobslee zijn dat de remmers.’
‘De mentale begeleiding moet kalmte en rust inbouwen bij de atleten om te zorgen dat ze zichzelf niet gek laten maken van tevoren over een moeilijke baan. Nu is die begeleiding voldoende in de Nederlandse equipe, maar dat blijft een punt van aandacht, zeker als je kijkt waar we nog kunnen winnen ten opzichte van onze concurrerende landen. Een goede begeleidingsstaf betekent voldoende begeleiding langs de baan, het coachen van de start, het fysieke gebeuren, en de paramedische begeleiding. Je hoeft niet altijd een mental coach langs de baan te hebben staan, maar wel mensen die weten wat ze moeten doen om een atleet tot rust te krijgen.’
Lees verder in VARAgids 7 vanaf bladzijde 30.
Meer over:
artikelenOntvang elke werkdag de beste kijktips met de Avondeditie-nieuwsbrief