Sterke komedievrouwen domineren de VOD-aanbieders. Tig Notaro schittert in haar semi-autobiografische tragikomedie One Mississippi bij Amazon, en Maria Bamford etaleert haar eigenzinnige, manische blik op het leven in Lady Dynamite bij Netflix. De laatstgenoemde comédienne heeft er in haar voorstellingen nooit een geheim van gemaakt dat ze lijdt aan een bipolaire stoornis. Sterker nog: deze aandoening fungeert dikwijls als de katalysator van haar grappen.
Lady Dynamite is – ook in dit tweede seizoen – een achtbaan van een serie, waarin Bamford van de hak op de tak springt, zoals we van haar gewend zijn. Haar komisch materiaal rommelt nog steeds aan alle kanten, maar gelukkig heeft ze haar geliefde Scott (Ólafur Darri Ólafsson) nog aan haar zijde. Een van haar manische buien kan immers subiet een einde maken aan een relatie, vooral als ze tijdelijk stopt met haar medicatie. In de eerste aflevering slaat ze Scotts advies in de wind wanneer ze besluit een wasbeer (die bivakkeert in de nabijheid van haar huis) bij te voeden. Eerst heeft ze de kijker al wakker geschud door naakt voor hem te ouwehoeren in de slaapkamer, nadat ze uit de douche is gestapt. De inzet is in ieder geval duidelijk: het tweede seizoen moet – met dergelijke gewaagde scènes – nóg bespottelijker worden.
Daar slagen de showrunners Pam Brady en Mitch Hurwitz helaas maar deels in. Nog meer dan in het eerste seizoen wordt er geschakeld tussen het heden, het verleden (Bamfords jeugd in Deluth, Minnesota) en de toekomst (Bamford die contractueel verplicht is met een lage stem te spreken, terwijl ze in een verachtelijke sitcom speelt). Vooral de belichting van haar jongere jaren is kleurloos, ondanks de felle kleuren. Hoewel het de kostuumafdeling de kans geeft om de paarse en roze meisjesachtige kleding die in zwang was in de jaren tachtig uit de kast te trekken, is Bamford gefictionaliseerde voorgeschiedenis niet altijd even interessant: lusteloos delibereren over modeltreinen en taartbakken is slaapverwekkend.
Naast de ietwat lethargische levenslessen uit Deluth hebben de makers – die volledig de vrije hand lijken te hebben – de absurditeiten evenwel niet uit het oog verloren. Daarin schuilt de kracht van de serie: zoals komisch duizendpoot Jud Appatow die Bamford relatieadvies geeft, een scène die ineens in het Spaans nagesynchroniseerd wordt en Scott die slow-motion kiekeboe speelt. Met fijne cartooneske tussentitels, de pratende mopshonden, een spaarzaam musicalnummer, en verwijzingen naar komedieserie Happy Days worden alle registers opengetrokken. De kers op de taarts is tegen het einde van het seizoen wederom een idiote verhaalwending: vorig seizoen ging het om kindsoldaten in Sudan die T-shirts van Bamford droegen; nu is het een minstens zo exotische en bespottelijke ommezwaai.