Wat is het geheim van voetbalvlogger Soufiane Touzani?
20-02-2017
•
leestijd 5 minuten
•
216 keer bekeken
•
Voor zijn camera laten profvoetballers hun schild zakken. Wat is het geheim van voetbalvlogger Soufiane Touzani (30)? ‘Ik ben een van de boys.’
Het begon met een korrelig internetfilmpje, inmiddels ruim 100 miljoen keer bekeken. Een jonge Soufiane Touzani. Een bal. Het jaar 2002. De beelden van de duizelingwekkende, vernieuwende voetbaltrucs verspreidden zich als een hardnekkig computervirus en trokken de aandacht van topvoetballers – de tiener kon dingen die zij niet voor mogelijk hielden. Het duurde niet lang of hij wentelde zich in de wereld van het mondiale topvoetbal. Thierry Henry kwam zich bij een bezoek aan Robin van Persie aan hem voorstellen. Alsof hij hem niet kende. Touzani, opgegroeid in Rotterdam, product van de YouTube-generatie, vertoonde zijn kunsten in de ArenA en San Siro, hield hoog met Ronaldinho en stond model voor computerspel FIFA Street. Het talent zat hem niet alleen in zijn voeten, ontdekte hij in 2010 tijdens een optreden als gastpresentator bij Zapp Sport. Daar moest hij eens wat mee doen. Voetbalvlogs, werd het plan. Dollen met profs op een eigen YouTube-kanaal. Lukas Podolski beet als eerste, na een voetbalflirt op Instagram, zoals Touzani het noemt. Anderen volgden. Met Tonny Vilhena, Abdelhak Nouri, Hakim Ziyech, Quincy Promes of Donny van de Beek is het lachen, gieren, brullen, muziek luisteren, chillen, rappen en nietsvermoedende voorbijgangers panneren (vertaling: door de benen spelen). Touzani, de bal als ijsbreker, treft de voetballers in hun natuurlijke habitat, spontaan, ongeremd en zonder argwaan. Met Tiki Taka Touzani vertaalt hij de formule, een zeldzaam kijkje in de clichévrije zone, naar de televisie.
Waarom voelen voetballers zich zo bij je op hun gemak? Ze hebben mijn filmpjes gezien. Kennen mijn bedoelingen. Ik heb deze week een vlog gemaakt met Steven Bergwijn en Bart Ramselaar, waarin ik ze vraag of ze ooit een overval hebben gepleegd. Normaal gesproken schrikken voetballers zich rot van zo’n vraag, maar nu weten ze dat het tot wat leuks leidt – een panna-overval, in dit geval. Ik kan er vrij in knallen. Ben een van de boys. Ik zou aan Nigel de Jong kunnen vragen wat hij van Danny Blind vindt, maar dat is niet mijn insteek. Ik wil geen journalistiek bedrijven.
Wat is dan je insteek? Ik wil lol maken, hoewel Tiki Taka Touzani wel wat inhoudelijker is dan mijn vlogs. Die bestaan soms alleen uit onderbroekenlol. Dit is iets serieuzer. Uiteindelijk is het doel dat de jongens zich laten zien zoals we ze nog niet gezien hebben. Het is belangrijk dat er kritische journalisten en ongezouten meningen zijn, maar ik denk dat het in deze tijd, waarin alles meer dan vroeger wordt uitvergroot, ook goed is dat er een podium is waarop een voetballer kan laten zien wie hij echt is.
Het doet denken aan Harry Vermeegen. De regenjas? Ja, die vergelijking snap ik. Het verschil is dat ik iets met de bal kan, iets meer één van de jongens ben.
Het lijkt soms alsof jullie jaren bevriend zijn. Sommigen zijn ook echt vrienden, maar Bergwijn en Ramselaar had ik bijvoorbeeld nog nooit ontmoet. Ik moet zeggen dat je na het maken van zo’n vlog wel een soort band hebt, maar echte vriendschap gaat wat verder.
Is er een bepaald type voetballer dat je uitkiest? Straat en stad lijken een rode draad te vormen. Het zijn pleintjesvoetballers. Jongens zoals jij. Daar heb ik meer affiniteit mee, dat klopt. Ik ben begonnen met jongens die ik goed ken: Tonny Vilhena en Anwar El Ghazi. Zij komen net als ik uit de stad en staan bekend om hun techniek. Maar de derde speler met wie ik een vlog maakte was Tom Beugelsdijk. Ik dacht dat hij niks met de straat had en alleen maar in de stamkroeg zat met Nederlandse jongens, maar hij praat gewoon straattaal. Ik ben voor Tiki Taka Touzani ook bij Siem en Luuk de Jong geweest. En Jorrit Hendrix. Je verwacht het misschien niet meteen, maar die heeft veel trucjes in huis.
Voetballers houden zich in interviews vaak op de vlakte. Begrijp je die voorzichtigheid? De vraagstelling rond een wedstrijd of training is anders dan bij mij. Het gaat vaak over het team. Ik praat niet over de opstelling van komende zondag. Ik ben bezig met het individu. Het blijft ook gewoon hartstikke moeilijk, die interviews. Het zijn jongens van rond de twintig. Journalisten zijn meestal ouder. Als je eenmaal iets gezegd hebt, kun je niet meer terug. Ik snap dat ze voorzichtig zijn. Aan de andere kant: als je je opstelt zoals je bent, kun je volgens mij niet falen. Kijk naar Nathan Rutjes en Tom Beugelsdijk. Die gooien alles op tafel en komen daarmee weg. Je moet het jezelf ook niet te moeilijk maken.
Maak je afspraken met voetballers voordat je gaat filmen? Eigenlijk niet. Ik heb ook nog nooit meegemaakt dat iemand vroeg of ik het filmpje even wilde opsturen. Ik bewandel altijd de officiële weg. Vind het netjes om de perschefs te laten weten wat ik ongeveer van plan ben.
Verlies je met een overstap naar televisie aan spontaniteit? Er kijken nu een camera- en geluidsman mee. Hoe je het ok wendt of keert: die jongens weten dat ze gefilmd worden. Maar op sommige momenten ben je zo met elkaar bezig dat ze de camera vergeten. Ik denk dat het nog altijd heel dicht bij de realiteit blijft.
Tiki Taka Touzani staat geprogrammeerd na de maandaguitzending van Voetbal Inside. Het kantinepubliek dat blijft hangen, krijgt rappende voetballers voorgeschoteld. Gaat dat werken? Als je voetballiefhebber bent, is het programma interessant voor je. Maar het kan ook zijn dat mensen denken: die jongens kunnen zich beter bezighouden met voetballen dan met dit soort onzin. Vind ik ook prima. Als ik iets maak, mag het twee kanten op: of je geeft het een 1 voor de moeite, of je vindt het geweldig.
Je hebt een uitzending met Kasper Dolberg gemaakt. Geen toonbeeld van uitbundigheid. Heb je hem kunnen ontdooien? We hebben het gehad over zijn overstap van de Deense natuur naar Amsterdam, hoe hij al snel een golden boy werd genoemd. Ik stond er versteld van hoe snel hij trucjes kon aanleren. We hebben muziek geluisterd. Ik liet hem Nederlandse hiphop horen, hij zette een Deens nummer op. Zware gangsterrap, met een rapper die klinkt alsof hij iemand wil vermoorden. Verwacht je niet. Ik heb het idee dat mensen na de uitzending zullen denken: nu ken ik deze jongen.
Welke voetballer wil je nog graag opzoeken? In 2004 mocht ik optreden voor de aftrap van de Johan Cruijff Schaal tussen Ajax en FC Utrecht. Later heb ik daar met veel pijn en moeite een bandje van weten te vinden. Ik was benieuwd hoe Zlatan naar me keek. Ik zag dat hij een gezicht trok van: pfff, wanneer gaan we beginnen? In zijn biografie las ik dat het een heel belangrijke wedstrijd voor hem was. En dan staat er zo’n gozer tien minuten hoog te houden. Naar dat moment wil ik hem vragen. En ik wil kijken wie een grotere neus heeft. Hij of ik.
De vlogs en video’s van Soufiane Touzani zijn te zien op zijn YouTube-kanaal: Touzani TV.