Is er iets veranderd sinds de uitzending van Mijn dochter de vlogger?
06-04-2020
•
leestijd 2 minuten
•
138 keer bekeken
•
DOOR KEES VAN UNEN
Na de uitzending van Mijn dochter de vlogger, bleef de vraag hangen of de overheid moet ingrijpen bij ouders die hun kinderen op YouTube zetten. Een half jaar later vragen we ons af: is er iets veranderd?
Jaydie (3) gaat regenboogslijm maken. Ze houdt de Poopsie Cutie Tooties Surprise omhoog naar de camera. Achter die camera, haar moeder Patricia: ‘En met de andere hand je duimpje omhoog.’ Jaydie doet het, met van gretigheid haar voortandjes op haar onderlip. ‘Denk aan je kin.’ Weg voortanden, daar verschijnt een soort lach. ‘Gezicht! Yes, iets lager. Perfect. Even zo houden.’ Batterij van de camera leeg. Nog een keer dus. En daarna nog een keer, want er klonken vrachtwagens op de achtergrond. Patricia heeft een slok Redbull nodig, zegt ze. Ze krijgt het warm. Langzaam raakt het geduld van Jaydie op.
Het is maar één van de scènes uit Mijn dochter de vlogger die de kijker in verbijstering achterlaat. In oktober vorig jaar werd de documentaire van Joep van Osch en Doortje Smithuijsen uitgezonden. Voor veel kijkers was het een eerste kennismaking met de wereld van kindervloggers; een enorme wereld, een intrigerende wereld, een schurende wereld. Eentje die veel vragen oproept – daarover zo meer.
Eerst nog even over die documentaire, voor wie hem nog niet zag of er niks over las. Kinder- vloggers dus, minderjarigen die het fenomeen bloot, tot schrik van velen. Te beginnen op Twitter, de thermometer van het gemoed der samenleving. ‘Ach, ach, wat triest die kinderen. Slachtoffer van een stel ambitieuze ouders die zelf ooit droomden aandacht te krijgen en hun verloren droom op hun dochters botvieren’, aldus Carola Boek. ‘Narcistische ouders kweken narcistische kin- deren’, vindt Anne-Marie van der Gouw. En Romy: ‘Er groeit een hele generatie kinderen op die compleet gefixeerd is op materialistische zaken, uiterlijk vertoon en likes. De ouders uit deze docu- mentaire gaan hierin mee alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Ik word hier heel boos en verdrietig van.’