Hij wilde geen migrant in Nederland zijn en dus ging Thomas Erdbrink terug naar Iran, het land dat hem verbiedt er te werken. Maar ook in buurland Afghanistan liggen de verhalen op straat.
Vanmorgen ben je met je vrouw vanuit Teheran op Schiphol aangekomen, woon je nu in Leiden of in Iran?
Haha, dat weet ik eigenlijk niet. Ik heb twintig jaar in Teheran gewoond, maar vanaf 2019 mocht ik daar niet meer werken. Ik ging naar Nederland, huurde een prachtige woonboot op de Kromme Waal en mijn vrouw kwam vaak langs. Zij werkt als internationaal foto- graaf, dus ze is vaak op pad. Ik werkte voor The New York Times als correspondent Noord-Europa, met vijf mensen onder me. Ik woonde er niet, maar ik sliep vaak in het fraaie Rival Hotel
in Stockholm, in het bezit van Benny van ABBA. Ik vond het helemaal niks, en dat lag niet aan wat er in Noord-Europa wel of niet gebeurt, maar ik was gewoon te eenzaam, daar. Na een tijdje dacht ik: ik leef niet om eenzaam te zijn. En dus heb ik mijn baan opgezegd om terug naar mijn vrouw in Iran te gaan.
Je mag daar dus nog wel komen?
Werken mag ik er niet meer, maar wonen wel omdat ik met een Iraanse ben getrouwd. In het begin was dat ook best lastig, er worden genoeg buitenlanders gearresteerd in Iran, maar dat was voor mij ondergeschikt aan het leven dat ik had achtergelaten. Ik wilde in Nederland geen migrant zijn, want ik kan hier moeilijk aarden. Veel is ook anders dan ik van vroeger gewend was. Ik ging me afvragen: wat is belangrijk in het leven? Het antwoord is: mijn vrouw, mijn schoonfamilie, de mensen die ik ken. We wonen
in Teheran met een kat en twee honden. Nu wisselen we Iran en Nederland af. De laatste maanden heb ik heel veel in Afghanistan gezeten.
Ja, hoe kwam dat zo?
Ik zat als huisman in Iran, met kennis van de islam en hoe onderdrukkende systemen opereren, maar ik kon daar niets mee doen, want ik mag in Iran niet met mijn schrijfblokje de straat op om mensen te interviewen. Vanuit Teheran zag ik de machtsgreep van de Taliban in Afghanistan en ik dacht: dit
is als het begin van de Iraanse revolutie in 1979. De nieuwe machthebbers hebben de macht nog niet volledig in handen, altijd een interessante periode.
In de regio zagen veel mensen wel in dat het niet fijn zou zijn als de Taliban weer aan de macht zouden komen, maar ze hadden ook gezien dat de Amerikanen geen vrede konden brengen. En natuurlijk wantrouwden veel van mijn vrienden na hun eigen ervaringen in Teheran de zogenaamd vernieuwde Taliban 2.0. Terecht, zoals inmiddels is gebleken, maar ik dacht wel dat er een interessante overgangsperiode zou zijn waarin de Taliban nog geen grip op de bevolking zouden hebben. Interessant genoeg om er bijvoorbeeld een documentaireserie te maken. Ik had op dat moment geen werk en zin om weer aan de slag te gaan. En laten we eerlijk zijn, het is ook gewoon een verhaal wat we hier in Nederland moeten horen.
Hoe pak je zoiets dan aan?
Eerst belde ik regisseur Roel van Broekhoven, met wie ik veel programma’s heb gemaakt. Hij is 72 en geen oorlogsverslaggever, dus ik moest hem echt overtuigen dat er in Afghanistan een bijzonder verhaal te halen valt. Hij vertrouwde me en ging mee in mijn enthousiasme. Het scheelde dat de Afghaanse taal grote overlap heeft met Farsi, de taal van Iran die ik goed spreek. En ik ken heel veel Afghanen in Teheran, want Iran is met Pakistan het eerste land waar Afghanen heen vluchten.
Ik las het persbericht en dacht: dit is een Netflix-serie in real life. Jij ging ernaartoe tijdens de onrust van alle veranderingen, om te praten met de bevolking, maar ook met Talibanstrijders. Welk verhalen zag je voor je?
De internationale wereld had zich kortstondig met Afghanistan beziggehouden, maar dat verdween toen de Amerikanen waren vertrokken. Afghanistan werd een vergeten verhaal, zo een waarvan mensen na een jaar zeggen: hoe is het daar nu eigenlijk? Dat was een van de redenen om ernaartoe te gaan, samen met de restricties voor vrouwen. Toen ik de beslis- sing had genomen, maakte ik me natuurlijk een voorstelling van het land en de omstandigheden. Uit ervaring weet ik inmiddels dat het bij revoluties en schermutselingen in de ene straat oorlog kan zijn, terwijl in de andere straat iedereen op het terras cappuccino drinkt. Het is maar welke kant je laat zien.
Lees verder op blz. 11 van VARAgids 3.
Ontvang elke werkdag de beste kijktips met de Avondeditie-nieuwsbrief