We zitten aan het water en bestellen een biertje. Stien steekt een sigaret op, ik doe met haar mee.
Waar kijk je het meest naar uit?
Naar die drie minuten op het podium, daar verheug ik me nu al op. Ik vind heel veel dingen eng, maar hier sta ik wel fearless in. Oogcontact op straat durf ik niet, maar dit wel.
Naar het Songfestival kijken driehonderd miljoen mensen, zie je dit dan ook als je hoogtepunt?
Dit is het grootste wat ik ooit ga doen, maar alles daarna wordt ook heel vet. Ik heb ook niet echt de ambitie om bijvoorbeeld in de Ziggo Dome te staan. Stel dat ik nu in het buitenland doorbreek, dan speel ik liever in de Paradiso’s van Europa dan in stadions. Ik ben namelijk geen popster. Ik ben er niet om te entertainen. Dat hoor ik wel eens, de entertainmentindustrie, nou... daar zit ik niet in, haha! Ik ben niet gekomen om te entertainen, ik wil gewoon een beetje magie maken. Voor mij begint het altijd met de liedjes. En als ik daarin mezelf kan ontwikkelen, dan is dát steeds weer het grootste wat ik doe in mijn hoofd.
En hoe beginnen die liedjes dan?
Ik schrijf gewoon gedurende de dagen wel eens een zin op en daar komt dan vaak een liedje uit. Wat voor zinnen? Ik heb eergisteren opgeschreven ‘Naast een jongen slapen is wel erg fijn.’ Gewoon alleen ernaast slapen, gewoon lekker zo een jongen. En misschien wordt dat dan ooit wel een liedje.
Je sliep naast een jongen.
Ik sliep naast een jongen en toen dacht ik: oh dat is wel écht chill, ik zou graag een oproepbare slaapjongen willen hebben. Dat ik af en toe gewoon even naast een lieve leuke jongen kan slapen. Ik heb deze week ook de zin ‘Soms overvalt de angst me ineens dat het allemaal te groot is voor me’ opgeschreven, en dan bedoel ik echt de materie van de wereld. Gewoon echt alle materie. Hoe gebouwen zijn gebouwd of hoe dit biertje is gemaakt.
Hoe zorg je dat het allemaal niet te groot voor je wordt?
Ik zie alles als een even grote overwinning. Elke plaat, elk liedje, elk album, nominatie of prijs, omdat ik het altijd zoek in kleine dingen. Gewoon thuis zijn. De was doen, boodschappen doen, mijn koelkast vullen ofzo. Dat vind ik even leuk als de rest, naar zulke dingen moet ik altijd teruggaan. Met m’n vrienden chillen bijvoorbeeld. En dan kunnen dingen je ook niet zo snel gek maken ofzo.
Aan wie laat jij je liedje als eerste horen?
Wende en Wouter (Wende Snijders en S10’s creative director Wouter van Ransbeek, red.).
Wat betekenen zij voor jou?
Zij zijn familie voor mij. In het begin van de coronatijd gingen we samen eten in hun huis, dat was gewoon heel fijn. Toen hebben we een zielenband gesloten. We appen elkaar elke dag: ‘hey jij bent de allerliefste en leukste van de hele wereld en ik hou van jou.’ Heel erg bijzonder.
Wat haal je uit die relatie?
Ik voel me heel erg veilig bij hen, heel erg gezien – en zij ook door mij. We hebben een basis gecreëerd in het leven en we komen altijd bij elkaar terug. Zulke mensen wilde ik heel graag om mij heen in het leven. Mensen die het beste voor mij willen, dat ik het beste uit mezelf haal. Op het gebied van muziek, maar ook in het leven.
Is dat altijd zo geweest?
Nee, zeker niet. Ik heb op een dag ook besloten om weg te gaan van de plek waar alle narigheid was, ik heb de stad Hoorn echt achter me gelaten. Allemaal ingewikkelde dingen. In die tijd ben ik veel verhuisd, tot ik een huurhuis vond in de Jordaan en sindsdien ben ik thuis helemaal veilig en helemaal chill. Ooit wil ik daar een huis kopen.
Een huis in de Jordaan! Waarom daar?
Ik voel me hier thuis en ik heb leuke buren. Ik ben zo vaak verhuisd dat ik veel waarde hecht aan mijn eigen plekje. Verhuizen geeft veel chaos, altijd weer nieuwe mensen ‘hoi’ zeggen en ook altijd weer ‘doei’ zeggen. Het is best eenzaam om zo alleen te wonen op een plek waarvan je weet dat je er niet kan blijven. Voor mij is een huis hebben het belangrijkste dat ik tot nu toe heb bereikt.
Hoe heeft dit alles jou persoonlijk in de afgelopen jaren veranderd? Ik heb best veel nare dingen meegemaakt, maar ik weiger mensen daarom niet te vertrouwen. Ik wil juist mensen toelaten. Als ik met iemand een band aanga, of een vriendschappelijke relatie, dan ben ik heel erg open. Kom maar bij mij en dan kan ik misschien af en toe ook bij jou, maar het mag ook altijd bij mij.
Je begon al op je zestiende met muziek maken. We zijn vijf jaar verder, ben je als artiest veranderd?
Zeker, vroeger deed ik maar wat. Ik ga nu anders te werk, je moet wel een beetje doorgroeien en ik wil shit ontdekken. Ik keek vorig jaar naar het Songfestival en dacht: dit wil ik ook. Ik had zin om iets heel geks te doen, ik wist ook niet wat ik anders moest doen met corona.
Lees verder in de VARAgids 19 vanaf bladzijde 8.
Meer over:
artikelenOntvang elke werkdag de beste kijktips met de Avondeditie-nieuwsbrief