Op de laatste avond van 2021 maakt Peter Pannekoek zijn debuut als oudejaarsconferancier. En dat is topsport, zo weet hij: ‘Het is het enige dat nu in mijn hoofd zit.’
Hoe werd je gevraagd of je dit jaar de Oudejaarsconference wilde doen? Dat is niet zo’n glamoureus verhaal. Er werd een lijntje gelegd van de NPO en BNNVARA naar mijn management met de vraag of ik interesse zou hebben. Het was niet dat Gaston ineens voor mijn deur stond met een grote cadeaubox en bloemen.
Stond je toch te juichen? Ik was mega vereerd, maar ik heb er wel even over nagedacht. Ik vroeg me af: is dit het juiste moment? Maar eigenlijk was ik er redelijk snel uit dat ik het graag wilde doen. De Oudejaars is een belachelijk mooie traditie. Je ziet wereldwijd bijna nergens dat een land het jaar afsluit met humor. Daarna zijn we gereinigd, en kunnen we door.
Had de twijfel met je carrièreplanning te maken? Meer met mijn tourplanning. Daarbij is de Oudejaars ‘de culturele vorm van het bondscoachschap’, iedereen heeft er een mening over. Dus daar moet je ook niet blind voor zijn. Maar ik hou juist van uitdagingen waarbij er veel op het spel staat. Ik ben gek op koorddansen.
Ben je vanaf dat moment het nieuws op een andere manier gaan volgen? In plaats van twee krantenabonnementen, heb ik alle krantenabonnementen dit jaar. Gelukkig heb ik niet te klagen over de hoeveelheid gebeurtenissen en ophef, ik had met gemak een bingeserie van zes afleveringen van de Oudejaars kunnen maken. Wat ik ingewikkeld vond was dat ik in februari geen idee had hoe urgent het onderwerp corona in december nog zou zijn. Voor hetzelfde geld deed het er dan niet meer toe. Er is sowieso veel in- en uit gegaan. En ik ben erachter gekomen dat over de politiek schrijven dit jaar geen enkel nut had. Elke week kon ik het weggooien. Had ik net iets over de ene formateur geschreven, was de volgende alweer opgestapt of ontslagen, dat was echt ongelooflijk dit jaar.
Volg je met samengeknepen billen het nieuws in de hoop dat er niets substantieels gebeurt? Nee, ik sta tot 30 december nog volledig open om te kijken of er nog iets in moet. Je moet jezelf alleen niet laten bedriegen door het menselijke brein dat de neiging heeft om hetgeen er nu gebeurt het allerbelangrijkste te vinden. In de zomer dacht ik dat de overstroming in Limburg misschien het hele thema van de Oudejaars kon worden, nu sta je daar niet eens meer bij stil. De avondklok is voor ons gevoel echt niet meer dit jaar, de Capitool-bestorming lijkt drie jaar geleden. Ik heb met mijn voorgangers Theo Maassen, Jan Jaap van der Wal, en Claudia de Breij gesproken, en die zeiden eigenlijk allemaal los van elkaar: pas in september krijgt het jaar vorm, dus leg je niet te snel vast wat betreft de lijn van je voorstelling. En daar hebben ze gelijk in gehad.
Heb je mentale breakdowns gehad? Momenten waarop je dacht: het wordt helemaal niks! Dat niet. Waar ik van baalde is dat de onzekerheid over de coronamaatregelen. Cabaret is gebaat bij een volle zaal, en ik ben een goede paniekzaaier in mijn hoofd, dus ik heb het hele jaar allemaal verschillende noodplannen bedacht. Dat kost de helft van je energie. Maar van de onzekerheid tijdens het maakproces ben ik nooit een tegenstander geweest. Daardoor ontstaan juist de beste dingen, je moet twijfelen bij alles wat je maakt. Hugo de Jonge komt over als een man die nooit twijfelt, en dat vind ik nou juist zijn probleem. Dat je denkproces constant in ontwikkeling is, vind ik het allermooiste van het vak. Ik heb het idee dat er een cabaretgod is, die je moet aanbidden en waarvoor je offers moet maken. Als je dat niet doet, krijg je niks.
Heb je tijdens het schrijven nog bepaalde rituelen? Ik geloof heel erg dat je jezelf moet verwennen tijdens het schrijven in plaats van aan zelfkastijding te doen. Je hebt ook mensen die ervan overtuigd zijn dat ze eerst moeten lijden en daarna pas wat mogen eten. Of zichzelf pas mogen belonen als ze die dag drie pagina’s hebben geschreven. Die werkwijze is voor mij sowieso al lastig omdat ik over het algemeen een nachtschrijver ben. Ik heb het ochtendschrijven een tijdje geprobeerd omdat sommige mensen daar heilig in geloven. Dus wakker worden, computer zonder internet aanzetten, telefoon uit, en beginnen met schrijven. Ik vond het de hel. Er kwam niks uit. Ik moet eerst de hele dag dingen hebben meegemaakt. Ik moet mezelf eerst verwennen. Ik ga eerst lekker naar de film, daarna pak ik een museum, en bestel ik eten wat ik lekker vind, zoals sushi. Pas als ik de hele dag indrukken heb opgedaan en lief voor mezelf ben geweest ga ik schrijven. Dat is mijn ritueel. En ik doe het thuis. Ik snap niet hoe mensen in cafés kunnen schrijven met omgevingsgeluid, daar ben ik te ADHD-erig voor. Verder heb ik allemaal gedocumenteerde mapjes op mijn computer. Ik spreek al mijn gedachten in op mijn telefoon, en die ga ik later uittikken en aanpassen. Dat inspreken doe ik de hele dag door. Ik heb ook overal memorecorders liggen, in de auto, naast mijn bed.
Hij klikt een opname aan. De stem van Peter Pannekoek klinkt: ’Vrouwen met van die lange nep-nagels, dan straal je uit dat je geen werk hebt.’
Hoe kwam je erop het zo te doen? Ik geloof heel erg in spreektaal op het podium. In het begin maakte ik de fout dingen die me opvielen in een notitieboekje te schrijven. Maar tijdens het schrijven begon ik mezelf al intelligenter te maken. De woorden werden wat duurder, je krijgt een neiging tot mooischrijverij, zoals je ook geregeld in romans ziet gebeuren, waarin schrijvers etaleren hoe groot hun vocabulaire is. Terwijl je het juist echt moet voelen op het podium. Dus ik kwam erachter dat ik mijn gedachten onmiddellijk moest inspreken, want dan kan ik ze niet mooier maken dan ze zijn.
Zit je dan niet voortdurend met een derde oog je leven te leven? Alleen maar ja. Ik sta de hele tijd aan. Mijn vrienden zijn er inmiddels aan gewend, maar in het begin vonden die dat heel weird. Ik ben nu zo monomaan obsessief met mijn werk bezig, dat ik mezelf niet eens meer excuseer als ik me tijdens een gesprek omdraai en iets tegen de dictafoon mompel. In het begin dachten mensen nog: wat heb ik in godsnaam gezegd wat hem nu triggert! Maar nu kijken ze er al niet meer van op.
Ik heb het ook bij droevige situaties, dat vind ik soms wel een gevaar. Cabaret is ook een schild.
Lees verder in VARAgids 51/52 vanaf bladzijde 8.
Meer over:
artikelenOntvang elke werkdag de beste kijktips met de Avondeditie-nieuwsbrief