Of het erg is als ze eet terwijl we zoomen, vraagt ze. Het is ochtend bij haar in Suriname, hier is het halverwege de middag. Nee, natuurlijk is dat niet erg. Ik ben al blij dat ze tijd voor me heeft en de verbinding goed werkt. Ze neemt een hap van haar yoghurt, al zal haar ontbijt tijdens ons gesprek niet op komen. Te veel vragen, te veel te vertellen.
Nina Jurna. ‘Onze vrouw in Latijns-Amerika’, voeg ik in gedachten aan haar naam toe wanneer ik haar op het NOS-Journaal zie of een artikel van haar lees in NRC Handelsblad. De cor- respondent met bijna vijfentwintig jaar ervaring aan de andere kant van de grote plas. De eerste elf jaar deed ze verslag vanuit Paramaribo, sinds 2011 is Rio de Janeiro haar standplaats. ‘Mensen denken bij de Cariben en Midden- en Zuid-Amerika
aan gezellige tropische eilanden en andere kleurrijke oorden, wat ook zo is, maar er zit een groter verhaal achter. Overal zijn nieuwe samenlevingen ontstaan doordat groepen mensen na vijfhonderd jaar kolonisatie, slavernij en migratie zijn gebleven. Dat is wat we willen laten zien.’
Jurna vertelt over haar nieuwste grote klus: een zevendelige documentaireserie waarin ze ‘hemels- breed tienduizend kilometer’ reist van de zwartste deelstaat van Brazilië naar de New Yorkse wijk Little Caribbean. Wat verbindt al die landen en culturen? Het is de centrale vraag in Van Bahia tot Brooklyn, Caribische verhalen.
Je serie wordt uitgezonden in het jaar dat de slavernij in Nederland honderdvijftig jaar geleden werd afgeschaft. Dat kan geen toeval zijn.
Toch wel. We waren al veel eerder met opnames begonnen, maar door de pandemie hebben we twee jaar vertraging opgelopen. Het is een mooi toeval geworden dat we in dit jubileumjaar uitzenden.
Het is heel goed dat er in Nederland eindelijk aandacht is voor het slavernijverleden en ook dat er excuses zijn gemaakt, maar in Nederland zélf was geen slavernij. Hier wel. In deze regio bleven de slaafgemaakten, die uit Afrika waren gehaald, wonen nadat de slavernij was afgeschaft. De contractarbeiders uit India en andere Aziatische landen die daarna hiernaartoe kwamen, bleven. De witte Europeanen bleven. En dan is er ook nog de oorspronkelijke inheemse bevolking. Al deze groepen mensen moesten na alles wat er gebeurd was nieuwe samenlevingen vormen. De erfenis van dat verleden vind je constant terug.
Ik heb twee afleveringen mogen zien, die over Brazilië en Trinidad. Het viel me op dat ook daar discussies zijn over het gebruik van de termen ‘slaafgemaakten’ of ‘slaven’.
Het is heel apart dat er in al die plekken ontwikkelingen zijn die je ook in Nederland en Europa terugziet. In Jamaica bijvoorbeeld. Dan denken we aan Bob Marley, rastafari, maar het land valt officieel nog steeds onder de Britse kroon. En daar is discussie over. Dat speelt in Nederland ook nog steeds. Daarom is het goed dat koning Willem-Alexander het slavernijverleden van zijn eigen familie laat onderzoeken.
Toch zijn er ook veel verschillen.
Natuurlijk. Ook tussen de landen in Latijns-Amerika zelf. In Trinidad zijn bijvoorbeeld de handen van het standbeeld van Columbus afgehakt, terwijl de ontdekkingsreiziger in de Dominicaanse Republiek nog altijd een held is. Het is het land waar hij in 1492 als eerste aankwam en de ruïnes van het huis van zijn zoon staan er nog. Ik zie daar niet snel een standbeeld van Columbus worden omgetrokken.
Zijn de nieuwsitems die je maakt nog altijd te herleiden naar dit koloniale verleden?
Heel vaak wel. In de basis van veel conflicten in deze regio spelen de koloniale machtsstructuren nog steeds een rol. De grote protesten die we de afgelopen jaren in Chili en Peru hebben gehad, hebben ermee te maken. In Chili zijn nog steeds rijke families met veel macht van wie de voorouders in de tijd van de kolonisatie ook rijk en machtig waren. Daarom was het vorig jaar zo historisch dat er in Colombia voor het eerst een linkse regering was verkozen, met ook een zwarte vrouw als vicepresident, Francia Márquez die milieuactivist is.
Lees verder op blz. 10 van VARAgids 22.
Ontvang elke werkdag de beste kijktips met de Avondeditie-nieuwsbrief