Het zijn de kampioensweken in het Europese voetbal, en dus drukke tijden voor Joep Schreuder (56). Zondagmiddag is hij een dag lang in De Kuip, waar Feyenoord op de drempel van de landstitel staat. Later gaat hij voor een reportage op bezoek bij Frenkie de Jong in Barcelona. ‘Zijn zaakwaarnemer is Ali,’ zegt Schreuder. ‘Die komt uit Breda. Rijdt hier gewoon rond op zijn scooter.’ Het schept een band.
Breda is ook zijn stad. Ruim twee decennia werkt Schreuder als verslaggever voor nos sport in Hilversum, maar altijd is hij in Brabant blijven wonen, wat uitstapjes naar Barcelona, zijn ‘tweede thuis’, daargelaten. ‘Hilversum is een andere wereld,’ zegt hij. ‘Het is goed om af en toe afstand te nemen.’ Op het Mediapark waar de redactie huist, is hij niet vaak. Liever is hij op pad. Op een zeldzame vrije middag kijkt Schreuder uit op zijn dakterras. Het regent. Hij steekt een sigaret op en wijst naar de top van de Grote Kerk, waar hij als 18-jarige rondleidingen gaf aan dagjesmensen. Nu gidst hij kijkers van Studio sport op zondagmiddagen met reportages en interviews door de krochten van het voetbal. Het grootste deel van zijn werk vindt buiten beeld plaats, in parkeergarages, hotellobby’s, op nieuwjaarsrecepties of langs trainingsvelden. Contacten leggen en onderhouden. Op de koffie bij een coach, zonder camera, want wie weet wat het oplevert. In zijn nieuwe boek Ter plekke, een bundel anekdotes, biedt hij een blik achter de schermen.
Hij voelt zich prettig in de ‘voetballerij’. Het beeld van een gesloten wereld vol krampachtige pr-machines en lichtgeraakte karakters herkent hij niet. Toch wordt zijn werk er niet makkelijker op, zegt Schreuder. Ernstig: ‘Ik maak me zorgen over welke kant het opgaat met de voetbalverslaggeving.’
Wat zit je dwars?
Ik ben bang dat we het contact met de voetbalwereld een beetje kwijt aan het raken zijn. In het voetbal wordt er te veel óver in plaats van mét mensen gepraat. We zitten te veel binnen.
Waar doel je op? Praatpro- gramma’s? Podcasts?
Dat soort dingen, ja. Iedereen mag een mening hebben over voetbal, maar ik laat dat liever aan oud-spelers of trainers. Niet aan journalisten. Ik kan een voorbeeld geven. Ik was op bezoek in Nijmegen bij n.e.c.-doelman Jasper Cillessen. Hij was in een vrolijke bui en zei dat hij de eerste keeper van het Nederlands elftal op het wk in Qatar zou gaan worden. Nou, toen werd hij door analisten echt afgemaakt, hè?
Daar heb jij vervolgens last van?
Nou, ik denk niet dat Cillessen mij nog snel een interview geeft. Nog zo een: Roger Schmidt, twee jaar trainer van psv. Iedereen had een mening over hem, maar er zijn bijna geen journalisten die de moeite nemen om koffie met hem te gaan drinken.
Misschien heeft niet iedereen die toegang?
Dat wordt vaak als excuus gebruikt om het niet eens te proberen. Je moet er gewoon voor gaan. Soms levert het wat op, zoals met Mourinho. Rond de ontmoeting tussen Feyenoord en AS Roma in de Europa League raakt Schreuder verwikkeld in een onderonsje met Roma-coach José Mourinho. Bij elke training van de Italianen laat de verslaggever zich zien, bij de persconferentie in Rotterdam krijgt hij de microfoon als ver- tegenwoordiger van de Nederlandse pers. Het vraaggesprek leidt tot irritatie bij Mourinho – Feyenoord moet niet zo zeuren over het voorgaande verlies in de finale van de Conference League, vindt de Portugees.
Als Schreuder voor de return in Rome is, besluit hij voor de pers- conferentie van Feyenoord nog even naar de training van Roma te gaan, 40 kilometer verderop. ‘Dan zie je hem denken: daar heb je hem weer.’ Nadat zijn club Feyenoord heeft uitgeschakeld, stapt een triomfantelijke Mourinho bij de persconferentie op Schreuder af. Uit zijn zak haalt hij een sleutelhanger met daaraan een miniatuurversie van de Conference League-beker. Een cadeau voor Schreuder, die wordt belaagd door Italiaanse journalisten. ‘Zo’n moment heeft dus een verhaal,’ zegt Schreuder. De moraal: ‘Zorg dat je er bij bent.’
Lees verder op blz. 10 van VARAgids 23.
Ontvang elke werkdag de beste kijktips met de Avondeditie-nieuwsbrief